Imago van 'techniekers'laat te wensen over

| Redactie

'Techniek? Het is in België al net zo als in Nederland. De industrie is ongezond en technische opleidingen zijn moeilijk. Gevolg: te weinig studenten voor een royale arbeidsmarkt. Bovendien kletsen de hippe socio-wetenschappers 's avonds in de kroeg over techniekers zoals wij in Nederland over nerds praten.' Een ietwat zorgelijk gesprek met professor J. Berlamont, baas van de burgerlijk ingenieurs.

De decaan van de faculteit Toegepaste Wetenschappen zetelt in een heus 14e eeuws kasteel. Glimmende grijze kinderkopjes leiden naar de statige toegangspoort van het slot, waar tot vlak na de eerste wereldoorlog de hertog van Arenberg resideerde. Maar omdat deze adellijke figuur met de Duitsers heulde moest hij zijn landgoed in 1916 aan de Katholieke Universiteit Leuven afstaan. Die maakte er een campus voor 'techniekers' van.

Zo mooi en statig de façade, zo sjofel de binnenkant. Toegepaste Wetenschappen, waar alle ingenieursopleidingen onder vallen, krijgt haar geld voornamelijk 'van buiten'. Maar liefst 75 procent van de financiering is niet structureel. 'Daardoor hebben we veel geld voor onderzoek', vertelt Berlamont. 'Maar weinig voor computerfaciliteiten, ondersteunend personeel én het onderhoud van de gebouwen. Bedrijven en fondsen financieren onderzoeksprojecten, geen basisvoorzieningen. Ze gaan er vanuit dat die aanwezig zijn. Van Brussel krijgen we daar echter veel te weinig geld voor. De financiering van overheidswege is al in geen jaren opgetrokken. Al het geld voor onderricht in België gaat naar het voortgezet onderwijs.'

Ouderwets

Het kantoor van Berlamont - die decaan is van de departementen materiaalkunde, chemische ingenieurstechnieken, werktuigkunde, electrotechniek, computerwetenschappen, burgerlijke bouwkunde en architectuur - ziet er heel wat ouderwetser uit dan de werkkamer van de gemiddelde decaan op de UT. Maar het betekent niet dat de baas van de ruim tweeduizend burgerlijk ingenieurs in wording de faculteit op klassiek hiërarchische wijze bestuurt. 'Ik vernam dat de Nederlandse universiteiten de democratie onlangs hebben afgeschaft', merkt Berlamont op. 'Dat is jammer. In het bestuur van onze faculteit hebben studenten een belangrijke stem. In de faculteitsraad zitten er twaalf. De voltijdshoogleraren zijn weliswaar in de meerderheid, maar die peinzen er niet over een besluit door te voeren als alle studenten tegenstemmen.'

Niet alleen de bestuurders, ook de studenten willen volgens Berlamont de democratie graag instandhouden. 'Tijdens verkiezingen zijn er kandidaten in overvloed, ondanks de minimale beloning die ze er voor krijgen. En ook de verkiezingsopkomst ligt ruim boven de zestig procent.'

Het imago van de ingenieursopleidingen in België is niet rooskleuriger dan in Nederland. Berlamont: 'Veel Belgen hebben nog een 19de eeuwse voorstelling van industrie en techniek. Ze associëren technologie met milieuvervuiling, werkloosheid en afdanking. Ondanks serieuze campagnes in de media neemt de belangstelling nauwelijks toe.'

En dat terwijl er in België veel vraag is naar burgerlijk ingenieurs. 'Informatici en computerwetenschappers hebben, voordat ze afstuderen, al twintig centimeter aanbiedingen op hun bureau liggen', weet de decaan. 'En de meeste andere burgerlijk ingenieurs kunnen ook zo aan de slag.'

Naast de voorlichtingscampagnes probeert de KU Leuven ook het techniekonderwijs zelf aantrekkelijker te maken. 'Wij vinden dat we studenten onvoldoende ondernemerszin bijbrengen', verzucht Berlamont. 'Voor het inleidende college ondernemen bestaat veel belangstelling. Dus studenten hebben er behoefte aan. Maar helaas kunnen we ze voorlopig niet meer bieden dan een college dat de ondernemerszin een beetje aanwakkert. Wat dat betreft zijn we wel wat jaloers op de technische universiteiten in Nederland.'

Niet dat alles kommer en kwel is in Leuven. 'Het onderwijs dat we geven is goed', zegt Berlamont met enige trots. 'Dat komt voornamelijk omdat we alle vakken regelmatig door deskundigen en studenten laten evalueren. En ook met fundamenteel onderzoek scoren we internationaal zeer behoorlijk. Op het gebied van de robotica, de telecommunicatie en het watermanagement hebben wij een naam hoog te houden.'

Sijas Akkerman

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.