Werkende studenten kunnen een veel groter deel van hun studiekosten aftrekken van de belasting dan tot nu toe mocht. Dat kan hen netto zo'n honderd gulden per maand opleveren.
Het belastingvoordeel is het gevolg van een uitspraak van het gerechtshof in Amsterdam. Het geldt voor studenten op kamers die hun studie voor het grootste deel zelf bekostigen met een bijbaan.
De zaak voor het gerechtshof was aangespannen door een student die uitsluitend een basisbeurs had en daarnaast rondkwam van een baantje. Hij wilde bij de fiscus een aftrekpost opvoeren voor studiekosten (collegegeld, boeken en dergelijke). Dat mocht, vond de belastingdienst. Maar dan moest hij wel zijn basisbeurs verrekenen met zijn studiekosten. Die beurs is immers al een vergoeding voor studiekosten.
De aftrekpost voor studiekosten kwam daardoor 5100 gulden (twaalf keer de maandelijkse basisbeurs) lager uit. En daar nam de student geen genoegen mee. Hij wilde slechts 1500 gulden zijn studiekosten aftrekken. Dat is het bedrag van de beurs voor thuiswonende studenten. Een student op kamers
krijgt weliswaar een hogere beurs, betoogde de werkstudent, maar dat heeft niets met studiekosten te maken, maar met de kosten van levensonderhoud. Die zijn simpelweg hoger.
De belastingdienst verwierp deze redenering, maar het gerechtshof heeft de student nu gelijk gegeven. Studenten op kamers mogen even veel voor studiekosten aftrekken als studenten die thuis wonen, vond ook het hof. De aftrekpost voor studiekosten komt daardoor inderdaad 3600 gulden hoger uit dan de fiscus toestond.
Deze uitspraak heeft gevolgen voor studenten die meer dan 10.000 gulden per jaar verdienen met een baantje. Een extra aftrekpost van 3600 gulden levert dan zo'n 1300 gulden per jaar op. Studenten die meer dan 15.000 gulden verdienen, raken dat voordeel weer kwijt. Van hen wordt geld ingehouden op hun basisbeurs.