Ze zijn er wel, bestuurders die zeggen: 'Ach, ik erger me niet zo snel', of: 'Zorgen? Nee, dat valt wel mee.' Maar de meeste universiteitsbestuurders hebben ze genoeg. Uitdagingen? Zeker, die ook. Maar toch vooral zorgen, meer dan genoeg zorgen.
'Als je in de hoek gaat zitten, krijg je vanzelf klappen.' Het Groningse collegelid Kooiyman voelt er niet voor mee te zingen in het koor van bestuurders dat klaagt over de klappen die de universiteiten keer op keer treffen. In die hoek moeten we simpelweg niet gaan zitten, zegt hij. Hij maakt zich sowieso niet al te veel zorgen. 'Nee, het gaat hier eigenlijk wel goed.'
Van de 38 leden van de universitaire colleges van bestuur gaven er 29 antwoord op vragen over hun zorgen, hun ergernissen en ook de uitdagingen die zij zien. De meesten sommen een waslijst aan misstanden op. Bezuinigingen staat vaak bovenaan de lijst. De universiteiten moeten driehonderd miljoen gulden bezuinigen, en de collegeleden zijn de eerst aangewezenen om
daarvoor plannen te maken.
Geen wonder dat ongeveer de helft van alle ondervraagde bestuurders `geld' als hun grootste zorg noemt. Niemand overziet de gevolgen. De financiële man van Twente, F. Schutte, weet: 'Het gaat ons zeker opbreken. Maar tegen de tijd dat dat duidelijk wordt, zijn de daders al uit het zicht verdwenen.'
Een aantal gevolgen dient zich al aan, denken anderen. Van der Hek (Twente) vreest dat universiteiten gedwongen zullen worden tot onderzoek waar snel geld mee is te verdienen. 'Maar de universiteit is juist goed in fundamenteel onderzoek, en dat is ook precies wat haar de moeite waard maakt voor bedrijven. Wie dat niet ziet, begrijpt niets van de universiteit en
niets van het bedrijfsleven.'
Collegevoorzitter Van Rooy (Brabant) ziet nog een ander gevaar dat met de bezuinigingen samenhangt: het wordt steeds moeilijker om 'toptalent' aan te trekken. Dat is niet louter een geldkwestie, voegt ze eraan toe. 'We moeten ook duidelijk zien te maken dat het interessant is om bij een universiteit
te werken.'
Daarmee is meteen punt twee op de zorgenlijst van de bestuurders aangestipt: het gebrek aan waardering voor de universiteiten. 'Altijd dat gekaffer en gekanker", lucht collegelid Van Vucht Tijssen (Utrecht) haar hart. Sminia, rector aan de Vrije Universiteit, ergert zich net zo hard. 'De
buitenwacht heeft het beeld dat hier niet hard gewerkt wordt, dat er maar wat gelanterfanterd wordt', zegt hij. 'Terwijl er een geweldige werkdruk heerst.'
'De kwaliteit zou niet deugen, het geld zou niet goed worden besteed, het zou een bestuurlijk rommeltje zijn', somt collegevoorzitter Stoelinga uit Nijmegen de maatschappelijke oordelen over de universiteit op. 'Dat hoor je zelfs politici zeggen. Ze zijn nauwelijks op de hoogte.' Collegelid Mouwen
(Brabant) vat samen: 'Politiek en buitenstaanders hebben bij universiteiten nog steeds de rommelige instituten uit de jaren zeventig voor ogen.'
Het gaat de bestuurders niet slechts om een schouderklopje. Want het gebrek aan waardering heeft alles te maken met het gemak waarmee nieuwe bezuinigingen worden afgekondigd, denken zij. 'In het regeerakkoord wordt niet zichtbaar dat Nederland zoiets als universiteiten heeft. Dat baart me zorgen', zegt voorzitter De Wilt uit Eindhoven. De Brabantse rector De Klerk gaat een stap verder: 'Kamerleden denken dat de universiteiten
nog wel een tandje hoger kunnen, dat er nog wel meer bezuinigd kan worden.'
Papierstromen
Er is een derde onderwerp waaraan een flink deel van de ondervraagde bestuurders zich ergert: de regelzucht van de overheid. Ook hierover laat Groninger Kooyman een opmerkelijk geluid horen. 'De regels zijn vaak ergerlijk', zegt hij. 'Maar als ze geschrapt worden, zouden de universiteiten niet weten wat ze moesten doen. Ze zouden `Zoetermeer' meteen om nieuwe
regels vragen.'
Maar zijn eigen collegevoorzitter Bleumink slaat een andere toon aan. Hij heeft het over 'de niet aflatende regelzucht en de daarmee samenhangende papierstromen die het zicht op de werkelijkheid ontnemen'. Daarmee verwoordt hij meer dan Kooyman het gevoel dat veel bestuurders over het ministerie van Onderwijs in Zoetermeer hebben.
Collegelid Knegt uit Maastricht vindt al die regels zonde van het papier waarop ze gedrukt staan. Zijn universiteit kreeg wat geld van het ministerie van Onderwijs voor een project dat de aansluiting tussen vwo en universiteit moet verbeteren. Knegt: 'Maar alleen de bomen die voor al dat papierwerk moeten sneuvelen, kosten al meer dan het beetje geld dat we voor het project krijgen.'
Zeker als het over regelzucht gaat, hangt de schaduw van voormalig minister Ritzen nog over het hoger onderwijs. 'Door hem sprong ik af en toe van ellende uit mijn schoenen', zegt rector Nieuwenhuijzen Kruseman (Maastricht). Zijn collega De Klerk (Brabant) zegt: 'Ritzen verzon elke week iets anders.'
En Knegt (Maastricht) concludeert: 'Ik ben blij dat Hermans minister is geworden. Iemand als Netelenbos, na de laatste vier jaar Ritzen, dat was een volstrekte ramp geworden.'
Een aantal bestuurders - opvallend genoeg vooral rectoren - maakt zich ten slotte zorgen over de studiefinanciering. 'Doe daar iets aan', is het dringendste advies dat de Groningse rector Bosscher heeft voor minister Hermans. 'Het huidige stelsel, daar moet echt de bijl in, daar is ongelooflijk veel mee mis. Studenten zijn alleen nog maar bezig met geld. En met
de studiepunten die ze nodig hebben hun beurs te houden. Dat is enorm fnuikend.'
Onkruid
Maar het is niet louter een klaagzang over de boze buitenwereld die de collegeleden aanheffen. Uitdagingen zien ze ook, vaak op het gebied van het `profileren' of `aan de top' houden of `uitbouwen' van de eigen universiteit. Soms zijn de bestuurders ook tot zelfkritiek in staat. Vredevoogd,
collegevoorzitter in Leiden, hekelt bijvoorbeeld 'het gebrek aan slagvaardigheid bij de universiteiten' toen de nieuwe bezuinigingen aangekondigd werden.
Ten slotte is er ook lof. Met name voor de MUB, de wet die de invloed van gekozen raden aan banden legde en bestuurders meer te zeggen gaf. De overgang verloopt niet overal soepel. 'We hebben bij bijna elk onderwerp discussies over de taak van de raad. Dat valt me erg tegen', merkt Nieuwenhuijzen Kruseman (Maastricht) op. Maar de tevredenheid overheerst. 'De
verantwoordelijkheden liggen duidelijker', vindt de een na de ander. Karssen (Wageningen) zegt het minder omfloerst: 'Het is duidelijk wie de baas is.'
Toch blijven de ergernissen veel bestuurders voor in de mond liggen. 'De inspectie', zegt bijvoorbeeld Donner (Vrije Universiteit). 'Zoals die zich oordelen aanmatigt, zoals die zich laat sturen door de minister! Schandelijk!" En Van Els (Nijmegen) wil kwijt dat hij zich ergert aan de 'niet
aflatende wens van politiek en maatschappij om ranglijsten te
maken van universiteiten'.
Eèn bestuurder waagt het, op de vraag naar zijn grootste ergernis, een andere universiteit te noemen. Rector Wagenaar (Leiden) ergert zich het meest aan het radiospotje dat de Universiteit Twente vorige maand liet uitzenden. Daarin werd `innovatief Nederland' opgeroepen zich in Twente te vestigen, waar de universiteit `onder leiding van rector Van Vught' is
uitgegroeid tot `de beste universiteit van het land'. 'Héél ergerlijk'.