Twee van de drie gewonde studenten mochten meteen na behandeling in het Medisch Spectrum Twente naar huis. Zij hadden slechts lichte brandwonden. Een derde student moest woensdagnacht voor observatie in het ziekenhuis blijven. Hij heeft tweedegraads brandwonden in het gezicht. Het letsel is waarschijnlijk niet blijvend, verwacht men in het ziekenhuis.
De grote vraag is hoe het ontsnapte gas tot ontbranding kon komen. Rien van de Graaf, directeur bedrijfsvoering van de faculteit Chemische Technologie, wil er hangende het onderzoek liever niet te veel over zeggen. 'De Arbeidsinspectie stelt deze week een vervolgonderzoek in. Afgelopen dinsdag hebben we zelf samen met een explosie- en hogedrukdeskundige van AKZO het Hogedruklab onderzocht. We kijken nadrukkelijk niet naar schuldigen maar proberen tot in detail te reconstrueren wat er gebeurde. Pas wanneer de oorzaak helemaal vastligt komen we daarmee naar buiten.'
Op het moment van de explosie onderzochten de afstudeerstudenten stromingsprofielen in de met propeen en stikstof gevulde reactor. 'Een puur fysisch proces', aldus Van de Graaf. 'De studenten waren nog niet eens met de chemische reactie, met de eerste polymerisatiestap, begonnen. Het ontsnapte propeen is dan ook buiten de reactor tot ontploffing gekomen.'
De schade in het Hogedruklab is aanzienlijk. Van de Graaf: 'Behalve de bunkers is het HDL zo gebouwd dat luchtdruk veroorzaakt door een explosie snel weg kan. Tijdens een ontploffing springen alle ruiten, raken puien makkelijk ontzet en ook de dakconstructie is heel licht uitgevoerd. Daardoor heeft het gebouw zelf veel schade opgelopen. De schade aan de apparatuur valt waarschijnlijk mee.'
De doctoraalstudenten en de medewerkers die tijdens het explosie in het Hogedruklab aanwezig waren, hebben de afgelopen dagen intensief met elkaar gepraat. Van der Graaf daarover: 'De brandweer vertelde ons dat zo'n soort gebeurtenis meer met mensen doet dan je in eerste instantie zou denken. De gesprekken die elke dag in groepjes plaatsvinden, hebben in de eerste plaats traumaverwerking tot doel. Daarnaast zijn alle gegevens die boven tafel komen van belang voor de reconstructie van het ongeluk. Overigens zijn ook de mensen van het CT-calamiteitenteam, die afgelopen woensdag als eerste ter plaatse waren, bij de gesprekken betrokken.'
Van der Graaf verwacht dat de Arbeidsinspectie Regio Oost volgende week met een rapport komt. Afhankelijk daarvan besluit de faculteit of en hoe de studenten, aio's en andere medewerkers hun werkzaamheden in het HDL weer kunnen hervatten.
Dr. M.S.A. Vrijland - hoofd van de werkeenheid Industriële Processen en Producten (IPP), waaronder het HDL valt - laat door middel van een officieel communiqué weten dat alle betrokkenen 'opgelucht en dankbaar' zijn dat niemand blijvend lichamelijk letsel opliep. Bovendien zullen de medewerkers van IPP alles in het werk stellen om het werk in het HDL zoveilig mogelijk te laten verlopen.