Bij daglicht biedt Antigoon, de sociëteit van Taste, een andere aanblik dan 's nachts. De zware luiken die tijdens kroegavonden gesloten zijn, staan nu wagenwijd open. Een waterig novemberzonnetje valt over de houten vloer, geeft de lambrizering haar lichtbruine kleur terug, en onthult lijstjes met jaarclubfoto's die 's nachts aan het oog onttrokken zijn.
Twee leden van de lustrumcommissie zeulen voorbij met een grote romp van papiermaché, een derde komt er achteraan met iets dat lijkt op een kop. Tezamen vormt het boetseerwerk een blow-up van de lustrum-mascotte: een kangoeroe in rokkostuum, sigaar in de mondhoek, cognacglas in de poot, bankbiljetten in de buidel. Het beest lijkt gereed voor een bezoek aan het hoogstgenoteerde feest in zijn soort, het lustrumgala.
Normaal vormt zo'n studentenparty de orgastische afsluiting van een week feesten en vieren, maar onorthodox genoeg opent Taste komende zaterdag met het gala. Natuurlijk heeft dat honderd-en-één redenen, maar doorslaggevend is Sinterklaasavond: de tweede zaterdag in het lustrum valt op 5 december, en 'behalve veel eerstejaars hebben veel oud-leden die avond verplichtingen thuis', voorspelt lustrumorganisator Paul Glaubitz.
Oud-leden met jonge kinderen - jonge verenigingen raken voor je het weet op respectabele leeftijd. Groeien doe je het hardst tijdens je eerste tien levensjaren, en dat geldt ook voor Taste. Momenteel telt de vereniging driehonderd leden, het drievoud van de aanwezigen op 30 november 1988, volgens de overlevering de oprichtingsdatum.
De club kende een vliegende start. De honderd studenten die destijds samenklonterden in SAT, Studenten Activisme Twente, voelden behoefte aan een 'echte' vereniging, en vertimmerden SAT tot Taste. Aanvankelijk huisde de nieuwe vereniging in de Kelderbar, maar Taste verkaste al snel naar de sociëteit boven discotheek La Conga aan de Oude Markt. Het ledenbestand dijde uit, en begin jaren negentig kwam er een tweede verdieping bij.
De oude garde van Taste bewaart warme herinneringen aan de oude 'boven- en benedensociëteit' boven La Conga, maar zelfs de grootste nostalgicus is blij met de Pakkerij. De universiteit stelde het majestueuze pand naast de Beiaard in de nazomer van 1996 beschikbaar, en samen met drie andere 'gezelligheidsverenigingen' settelde Taste zich in deze veel ruimere behuizing.
Vlak bij Audentis dus, die 'andere grote vereniging' - Audentis, dat sinds tijden de concurrentenrol van de Vestingbar heeft overgenomen. Tien jaar Taste is namelijk ook het verhaal van een ontegenzeggenlijke move naar rechts, om een politieke metafoor te gebruiken. In de beginjaren presenteerde de vereniging zich met nadruk als 'algemeen', en verzette zich tegen alles wat naar traditie en corporaal gebruik riekte. Lid worden mocht zonder ontgroening, kledingvoorschriften waren uit den boze, en van hiërarchie naar anciënniteit kon geen sprake zijn.
Nu gelden deze principes tot op de dag van vandaag, de entourage en de sfeer van Taste zijn stiekem echter veel traditioneler geworden. Het huidige bestuur blijkt de laatste te zijn om dat te ontkennen. Als een paleontoloog demonstreert vice-voorzitter Rogier Verberne - donkergrijs pak, wit overhemd en verenigingsdas - de ontwikkelingsgang van zijn vereniging aan de hand van tien portretten.
Het eerste portret toont vier casual geklede studenten, uitgelaten in de weer met een vat bier. Op de tweede kiek figureren nog steeds besnorde jongemannen en dames in jeans en sweatshirt. Pas op de derde foto verschijnen de eerste stropdassen. 'Nog met het oude logo', verduidelijkt Verberne.
Het frivole Rolling Stonesachtig mondje, dat proevend de bovenlip aflikt, moest begin jaren negentig wijken voor het veel plechtstatiger logo van vandaag. De pakken op de laatste vijf foto's worden strakker, de gezichten ook. Zoals de vroege mens steeds meer z'n rug rechtte, zou je kunnen zeggen, zo heeft Taste zich de afgelopen jaren in de traditie geschikt - een vergelijking die de actieve leden zal bevallen.
Actieve leden bepalen namelijk de richting van een vereniging, zeker als de club relatief jong is. En klaarblijkelijk voelen Tasteleden van nu een drang naar het corporale. Een drang richting de bovenburen wellicht? 'Nee hoor', zegt Glaubitz, 'er zijn een heleboel nuanceverschillen. Bovendien is het eerder andersom, Audentis schuift op in onze richting. Cheiron was echt traditioneel en corporaal, maar sinds de fusie noemt Audentis zich 'algemeen', net als wij.' Hij glimlacht.
'Paul', zegt Verberne droog, 'Audentis is sinds kort weer traditioneel.' Glaubitz: 'Is dat zo? Hmm. Ze weten ook echt niet wat ze willen, hè?'