De kok bakt een eitje. Nou ja een eitje. Jan Koopman, al ruim zeventien jaar kok op de campus, pocheert een Omelette Fromage. Langzaam verandert het spiegelende huis-tuin-en-keuken-ei in een smakelijke lichtgele creatuur, geschikt voor het gastenrestaurant bovenin de Bastille. Paar plakjes meegebakte kaas erbij, roomwit bord, helder groene peterselie ter garnering. De met vlinderdas getooide ober beent er al mee weg.
Koopman is eerste restaurantkok. 'Samen met een aantal andere mensen zorg ik voor de klanten in de Brasserie, Hap aan de Tap en het Restaurant.' Vooral rond één uur en tussen zes en halfzeven 's avonds levert dat soms hectische taferelen op. 'Tijdens die piekuren is het best druk. Maar tot nu toe zijn de klanten altijd redelijk op tijd bediend', lacht Koopman.
Ondanks de sterk verouderde keuken? 'Ja, de keuken is inderdaad niet meer van deze tijd. De eisen voor hygiëne zijn tegenwoordig veel strenger. En ook het koken is de laatste jaren veranderd. Maar alles wat hier staat werkt nog prima, hoor. En het is ook hartstikke schoon. Maar omdat we al een poosje wachten op een nieuwe is de oude keuken de laatste tijd niet meer gemoderniseerd.'
'Koken voor de mensa of koken voor het restaurant, het één is niet leuker of spannender dan het ander', vindt Koopman. 'Maar persoonlijk ligt mij het à la carte werk beter. Een bijzonder dineetje samenstellen en klaarmaken, dat vind ik toch het leukst.'
Over de toekomst van zijn keuken wil Koopman liever niet te veel zeggen. Omdat het college van bestuur de Bastille in z'n geheel aan de Student Union wil overdragen is er geen plaats meer voor mensa en keuken. Koopman hoopt dat er ergens op de campus een compleet nieuwe keuken komt. Maar het kan ook zijn, zo heeft hij vernomen, dat de UT het meeste eten kant en klaar in gaat kopen. De nieuwe keuken krijgt dan een hele ander functie. 'De toekomst is vaag', verzucht Koopman. 'Maar we gaan er vanuit dat alles goed komt.'