Over en sluiten

| Redactie

'Het regent in de straten.' Nog nooit kreeg Huub van der Lubbe, zanger van De Dijk, zo zijn gelijk. Al vanaf september valt het hemelwater volcontinu op het doorweekte asfalt. De hogepriester van de Nederlandstalige popmuziek heeft het trouwens wel vaker bij het rechte eind. Of beter: er is geen verdriet, geen vreugde, liefde, probleem, blauwtje, drama, geluk of pijn waar Huub geen zin, couplet of liedje voor geschreven heeft.

Huub

Voor de forens uit Borne die op station Hengelo weer eens staat te wachten op de vertraagde stoptrein uit Zwolle schreef de melkboer met de blues: spoor 8b, meer dood dan levend, iedere morgen zeven uur twee. Voor de decanen die met angst en beven de Major-minor deadline zien naderen: het rommelt in de verte en het komt steeds dichterbij. Voor de TBK'ers in hun donkerblauwe pakken: blanke man, blanke man, met z'n witte boordje an, denkt dat hij alles kan, blanke man. Voor de niet zo knappe jongen die het nog maar eens probeert: honderdduizend lovesongs, als jij maar van me houdt. Voor het veel te mooie meisje die het eigenlijk uit wil maken: ik breng je toch geen nieuws wanneer ik zeg, het gevoel, het gevoel, het grote gevoel is weg.

Huub van der Lubbe dicht de troost en zingt het leven. Voor de mensen die vanwege de wateroverlast geen droog brood meer kunnen eten. Voor de studenten die van de UT een brief kregen omdat ze de 21 studiepunten niet haalden. Voor verkleumde buitenlanders die in een huis van de SSHD wonen waarvan de kachel slechts af en toe werkt. Voor afstudeerders die hun verslag opnieuw moeten schrijven omdat hun ouderwetse afstudeercommissie het verhaal niet Popperiaans genoeg vindt. Voor alle ellende op de hele wereld, Huubje heeft er een lied voor: wanhoop niet, wanhoop niet, straks is het allemaal anders, en misschien wel beter dan ooit, dus wanhoop niet, wanhoop nooit.

Komt allen!

Onopzettelijke ironie, de mooiste die er is, krijgt iets schrijnends, soms zelfs hartverscheurends, als de onwetende spotter per ongeluk zichzelf bespot. Een aardig voorbeeld, drie zinnen lang, stond twee weken geleden in de info-rubriek van deze krant. (1) 'De jaarlijkse ALV', deelde de Bellettrie Bibliotheek mee aan de lezers van UT-Nieuws, 'De jaarlijkse ALV is wegens gebrek aan belangstelling verplaatst naar 11 november '98. (2) Ook deze zal aanvangen om 20.15 uur. (3) Komt allen!'

Waarom is deze annonce zo tragikomisch? De zinnen (1) en (2) schetsen een weinig succesvol verlopen avond in het toch al bedompte souterrain waar de Bellettrie huist. Je ziet een en ander voor je. 20.30 uur: de boekenvoorzitter vouwt ezelsoren aan zijn diesrede, de secretaris schenkt thee in voor de anderhalve man en de paardenkop. De penningmeester heeft de leengeldpot omgekeerd, en maakt doelloze torentjes van centen, stuivers, dubbeltjes. Een kwartier later hakt de boekenvoorzitter met verstikte stem de knoop door. 'Leden', zegt hij ongewoon zacht, 'we verschuiven de vergadering naar 11 november. Bedankt voor jullie...' (lange pauze waarin de boekenvoorzitter worstelt met een stofje in z'n oog, maar zich tenslotte herneemt) 'Vrienden, bedankt voor jullie komst. Ik zeg altijd maar zo:... (stofje in oog speelt weer op) ... voor straks lekker slapen, en morgen gezond weer op.'

De volgende ochtend is de boekenvoorzitter in goede gezondheid uit z'n bedgestapt, heeft het UT-Nieuws gebeld, de voorafgaande avond bondig samengevat met de zinnen (1) en (2), en vervolgens in een vlaag van onversaagd optimisme zin (3) aan het berichtje toegevoegd: 'Komt allen!' Alsof hij eigenlijk wilde zeggen: 'Zorg dat je d'r bij bent!'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.