'We wonen hier met vijf studenten die eerst op de Calslaan zaten. Zelf ben ik derdejaars bestuurskundestudent. Ik wilde een huis in goede staat, tussen de stad en de universiteit en in principe voor vier personen. In juli heb ik dit gevonden en we wonen hier sinds september. Voordat wij erin kwamen was het geen studentenhuis. Er woonden twee oude mensen in, net als in de rest van de straat. Het is hier dus lekker burgerlijk. Van buitenaf zie je niet dat hier studenten wonen.
'Er zou een keer een vriend op bezoek komen, maar toen hij hier voor de deur stond is hij weer weggereden omdat hij zich niet voor kon stellen dat wij hier inderdaad woonden. Dit is zo ongeveer het tegenovergestelde van de campus. We hebben geen negatieve reacties van de buurt gehad, behalve een overbuurvrouw die zei dat we onze feesten maar op de campus moeten houden. We zullen een keer kennis gaan maken met de buren voor een goede relatie. Ik denk trouwens dat wij eerder last van hen hebben dan zij van ons. Aan de ene kant hebben ze een klein kind en aan de andere kant een staande klok.
'Op de campus is elke verbetering die je aan je kamer doet niet voor jezelf. Hier wel. Ik kan het naar eigen smaak inrichten en werk voor mezelf. Ik heb een nieuwe trap en een wc aan laten leggen en de voorgevel en schoorsteen zijn opnieuw gevoegd. Nu ben ik de vloer aan het isoleren. Met stroom kan ik mij beter niet bemoeien maar gelukkig zijn mijn huisgenoten daar handig mee. Aangezien ik zelf in dit huis woon, kan ik goed controleren of alles in orde is en of de boel een beetje schoon blijft. Op de campus was het vaak een smerige boel. Hier ben ik zuiniger op. De zolder verbouw ik tot woonkamer omdat ik zelf in de voormalige huiskamer woon. Zo hebben we toch een gemeenschappelijke kamer. Het dak is daar wel laag maar dat is niet zo'n probleem want we zullen er toch voornamelijk tv-kijken en bier drinken.'