Goede beoordeling van TCW

| Redactie

Het gaat goed met de studierichting Toegepaste Communicatie Wetenschappen van de UT. De visitatiecommissie, die een bezoek aan TCW vorige week vrijdag afsloot, prees de progressie die de nieuwe studie maakt op weg naar volwassenheid. Het onderwijs is van goed niveau, er is een goede mix van werkvormen en de ontwerpgerichte benadering - gecombineerd met ict-gebruik- is dik in orde.

De voorzitter van de visitatiecommissie, emeritus-hoogleraar D. McQuail van de Universiteit van Amsterdam, hield de faculteit WMW (waar TCW is ondergebracht) wel voor dat het oordeel van zijn commissie zich nog kan wijzigen. Het gaat immers om een voorlopig oordeel; nog niet alle communicatieopleidingen in Nederland en (ditmaal ook) België hebben een visitatiebeurt gehad. 'Sommige minpunten kunnen in de voorlopige rapportage soms negatiever uitvallen dan gerechtvaardigd', aldus Mc Quail. Het kan dus alleen maar meevallen, zo lijkt het. Veel echte minnetjes waren er echter niet te noteren. Of het zou de nog onvolkomen integratie moeten zijn van de verschillende disciplines in de opleiding, of het feit dat nog te weinig vrouwen werkzaam zijn bij TCW.

De visitatiecommissie zei het aspect massacommunicatie in de opleiding te missen, maar moet zich daarbij gerealiseerd hebben dat de Twentse communicatiewetenschap veeleer inzet op een benadering vanuit de sociale wetenschappen en tekstwetenschappelijke inbreng.

Bezorgheid was er wel over de vraag of TCW haar profiel, voorzover dat al goed is verankerd, in het licht van toekomstige ontwikkelingen (zoals Major-minor) overeind kan houden en niet te lijden krijgt van fragmentatie. De wetenschappelijke doelstelingen moeten duidelijker worden geformuleerd. In de zelfstudie ontbreekt dat profiel, aldus de commissie. Waren de aanvankelijke eindtermen in de kopstudie minder breed, in het nieuwe programma is dat aspect met vijf majors beter verzorgd. In de nieuwe vijfjarige studie, die twee jaar geleden van start ging, trad al een verbetering op qua samenhang, integratie en afstemming. Ook de differentiatie in de doctoraalfase is voldoende, aldus de commissie. 'De inbreng vanuit de bedrijfskunde moet beter worden ingebed in TCW'.

Wat de toetsing betreft: de tentamens noemde Mc Quail een goede mix van kennis en inzicht, 'maar de schrijfvaardigheid, die op zichzelf oké is, komt te laat in het curriculum aan de orde. Het afstudeerwerk is van voldoende niveau, evenals de begeleiding en de know-how van de docenten. Van studierendementen valt volgens de commissie nog weinig te zeggen, gezien de korte looptijd van de studie. Wel is er vertraging in studieduur te constateren door de (aanvankelijk) verschilende p-studies en het personeelsverloop bij toegepaste onderwijskunde. De beschrijving van de vakken acht de commissie te beknopt, maar de computer- en andere facilteiten in orde, evenals het eindniveau van de afgestudeerde. 'Het perspectief op een baan is eveneens goed', aldus Mc Quail, 'maar het is toch van groot belang afgestudeerden structureel te volgen!'

Lof was er voor het activerende personeelsbeleid bij TCW. Er moeten wel meer aio's komen, aldus de commissie, die de internationaliseringsplannen van TCW wat al ambitieus noemde. 'Zijn die haalbaar zolang de colleges nog niet eens in het Engels zijn'. Volgens de commissie 'lijkt' de interne kwaiteitszorg in orde, al is het betreffende rapport wat acherhaald en is de studievoortgangsregistratie 'nog niet optimaal'.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.