Sommige medewerkers horen bij het meubilair, ze werken al jaren aan de UT. Hans Kamping (52) is zo iemand. Hoe lang hij precies op de campus rondloopt, weet niemand. Hijzelf ook niet. 'Ik geloof dat ik hier in '67 of '68 begonnen ben, in de tijd dat de meeste gebouwen nog in de steigers stonden. Een drukke bedoening was het toen. Ik reed daar met mijn postwagen tussen door. Vrij snel daarna belandde ik als portier in het WB-gebouw. Daar zit ik nog steeds en je krijgt me niet weg, hoor', vertelt de UT-medewerker breedlachend.
Kamping is actief betrokken bij de faculteit Werktuigbouwkunde. Zijn lijst met activiteiten is indrukwekkend: naast zijn werk als portier en receptionist, verspreidt Kamping de post, verzorgt hij de repro, runt het WB-winkeltje. Maar ook is hij pedel bij diploma-uitreikingen, maakt hij foto's van WB-activiteiten, en biedt hij eerste hulp bij ongelukken. Bovendien is hij Manusje van alles, dat wil zeggen: Manus van wat er verder nog over is.
Kamping kent bijna iedereen in het WB-gebouw. 'Alleen de allernieuwste medewerkers niet meer. Logisch ook, het zijn er zoveel geworden. De nieuwe lichting is individualistischer ingesteld, heeft geen behoefte aan gezamelijke activiteiten. Zo'n gezellige club als vroeger zal het nooit meer worden.'
Dierbare herinneringen? Het eerste lustrum van de faculteit maakte de meeste indruk op Kamping. Vooral de samenwerking met de studievereniging Isaac Newton vond hij bijzonder. 'Ik doe overigens nog steeds veel met die jongens', vertelt de portier. Hij wijst naar zijn stropdas. 'Die is van Newton. Ik draag hem niet voor niets.'
![]()