Studietempo gaat omhoog

| Redactie

Studenten maken meer tempo met hun studie. Het aantal studenten dat in vijf jaar zijn diploma haalt, is verdubbeld. De technische universiteiten blijven iets achter bij de rest. De zogeheten `kengetallen universitair onderwijs' zijn verzameld door de vereniging van universiteiten, de VSNU. Van alle vwo'ers die in 1990 of eerder aan hun studie begonnen, had na vijf jaar slechts dertien procent zijn

Studenten maken meer tempo met hun studie. Het aantal studenten dat in vijf jaar zijn diploma haalt, is verdubbeld. De technische universiteiten blijven iets achter bij de rest.

De zogeheten `kengetallen universitair onderwijs' zijn verzameld door de vereniging van universiteiten, de VSNU. Van alle vwo'ers die in 1990 of eerder aan hun studie begonnen, had na vijf jaar slechts dertien procent zijn bul. De lichting 1991 deed het twee keer zo goed, bleek vorig jaar al, en lichting 1992 houdt dat hogere tempo vol.

Aan de technische universiteiten is dezelfde trend zichtbaar, maar iets minder duidelijk. Daar is het aantal geslaagden na vijf jaar in dezelfde tijd gestegen van twaalf naar achttien procent.

Volgens de VSNU is er sprake van 'een kentering in het onderwijs'. Die schrijft zij zelf toe aan vernieuwd onderwijs, maar zeker zo belangrijk lijken de veranderde regels op het gebied van de studiefinanciering. Studenten die in 1991 aan hun studie begonnen, kregen nog maar vijf jaar beurs. Daarvoor was dat zes jaar.

Het verhoogde studietempo is nog nauwelijks af te lezen uit de gemiddelde studieduur. Die ligt voor degenen die in 1996/1997 afstudeerden op vijf jaar en negen maanden, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek vorige maand al meldde. Maar het gros van deze afstudeerders begon voordat de

tempoverhogende beursmaatregelen van kracht werden.

Ook aan de technische universiteiten blijft de studieduur gemiddeld gelijk. In Delft studeert men gemiddeld het langst, zes jaar en zeven maanden. In Twente en Eindhoven ligt het gemiddelde respectievelijk vier en vijf maanden lager. De snelste techniekstudenten zitten overigens in Groningen. De

techniekstudies daar doorlopen studenten gemiddeld in vijf jaar en negen maanden.

Uitvallers kennen de universiteiten niet veel. Van alle studenten van lichting 1988, is acht jaar later weliswaar slechts 58 procent afgestudeerd aan de opleiding waarmee hij begon. Toch heeft niet meer dan 22 procent het hoger onderwijs zonder bul verlaten. De rest heeft een diploma inmiddels

gehaald aan een andere universiteit (vier procent) of hogeschool (zeven procent) of studeert nog (negen procent).

De VSNU presenteert dit jaar voor het eerst cijfers per opleiding. Tot nu toe konden de cijfers van afzonderlijke universiteiten slechts vergeleken worden per sector. Zo was bijvoorbeeld wel duidelijk dat de Universiteit van Amsterdam na acht jaar de minste afgestudeerden in de sector natuur

afleverde. Maar hoe de opleidingen binnen die sector het

deden, bleef onbekend.

Dat is veranderd. Uit de nieuwste cijfers is ook op te maken hoe elke opleiding het doet. Binnen de sector natuur blijken de sterrenkunde-studies het slecht te doen, met veertig procent afgestudeerden na acht jaar. Farmacie doet het goed, met zeventig procent. Maar er is ook te zien dat die laatste score te danken is aan Groningen, waar 77 procent na acht jaar

een diploma heeft.

De opleiding die het - afgemeten naar het aantal studenten dat na acht jaar klaar is - het slechtst doet, is wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit: die scoort op dit punt zeven procent. Aan het andere uiterste staat geneeskunde in Maastricht: daar heeft na acht jaar 93 procent een bul.

HOP

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.