'In totaal heb ik tien studentenhuizen, verspreid over het centrum van Enschede. Toen ik die in 1993 overnam, verkeerden ze in zeer slechte staat. Ik heb ze stuk voor stuk opgeknapt en nu worden de laatste huizen geschilderd. De binnenkant wordt helemaal opnieuw geverfd en daarnaast laat ik elk jaar drie panden ook aan de buitenkant schilderen. Ik hoop dat de bewoners het huis hierdoor als hun eigen woning gaan beschouwen en het als zodanig zullen onderhouden. Het typische van studenten is namelijk dat ze zelf weinig aan onderhoud doen en dan heb ik het met name over de tuinen. Op dit moment heb ik daar met één huis wat problemen mee en daarom ga ik alle huizen langs om het daar even over te hebben. Alles gaat in goed overleg. Ik wil graag dat de studenten er met plezier wonen. Ik ben geen huisbaas die om de haverklap komt controleren. Dat doet een woningbouwvereniging ook niet. Het contact met de bewoners verloopt voornamelijk per telefoon. Ze wonen zelfstandig en dat moet zo blijven.
'In het verleden heb ik een keer problemen gehad met een gemengd huis waar de dames zich niet meer veilig voelden. Ik ben geen maatschappelijk werkster, maar in zo'n geval neem ik het natuurlijk voor die meiden op. We hebben geprobeerd de zaak uit te praten. Na afloop kwamen er toch allerlei scheldpartijen en dreigementen en toen is de zaak bijna voor de rechter gekomen. Bewoners waarvan de huur was opgezegd, wilden het huis niet verlaten. Uiteindelijk is de situatie vlak voor de rechtszaak toch nog opgelost.'
