Een Britse zevenjarige sleept zijn leraar voor de rechter. De leraar heeft hem met een gymschoen drie tikken op de billen gegeven. De aanklacht is foltering; de jeugdige scholier wint de zaak. Absurd? Nee, een modern gevolg van de universele verklaring van de mensenrechten, aldus Andreas Kinnegine. De Leidse rechtsfilosoof gaf afgelopen dinsdag een lezing op de UT. Het onderwerp was 'goed en kwaad' van de mensenrechten.
Donderdag 10 december is het vijftig jaar geleden dat de universele verklaring van de rechten van de mens tot stand kwam. Mensenrechten, een typisch 'hoera-woord' meent Kinnegine. Iedereen is er voorstander van; zeker van een klassiek grondrecht als de vrijheid van meningsuiting. Schending lijkt het ultieme kwaad.
Maar Kinnegine meent dat in de Westerse wereld het gescherm met mensenrechten uit de hand is gelopen. Oorspronkelijk waren de rechten bedoeld om extreme praktijken van dictatoriale regimes aan te pakken. Kinnegine: 'Als de rechten worden toegepast in landen waar geen rechtsstaat aanwezig is, komen ze pas tot hun volle betekenis.' Maar totalitaire regimes trekken zich nauwelijks wat aan van de rechten. Hij concludeerde: 'Mensenrechten werken alleen daar waar ze overbodig zijn, in de westerse wereld.'
aut Jacolien Huisman