Eenvoud, daar draait het om. In haar eentje, minimaal ondersteund door een leeg decor en een enkele flard muziek, praat Sterringa een uur vol. Als uitgangspunt had ze de roman Meisje Niemand van de Poolse schrijver Tomek Tryzna genomen. Net zoals in het boek verwoordt zij de gevoelens van een vijftienjarig meisje. Vanaf het moment dat zij voor het eerst haar nieuwe klas binnenkomt tot de eerste dag van de grote vakantie.
De Poolse hoofdpersoon beschrijft twee vriendschappen. De eerste is met Kazia, een muzikaal wonderkind dat haar eigen leven leidt. Haar moeder is altijd weg, omdat zij werkt als arts. Haar vader zit ergens in Afrika. De tweede vriendschap is met Eva, een heel mooi meisje met kort zwart haar. Ondanks het feit dat haar moeder wel thuis is, heeft zij geen tijd voor haar dochter. Ze heeft het te druk met zichzelf opdirken. Beide meisjes zijn erg rijk, dit in tegenstelling tot Meisje Niemand. Zij woont niet in een grote villa, maar samen met haar ouders en broertje in een kleine flat. Haar moeder omschrijft ze als 'Honderd kilo spek met spataderen'. Een echte huisvrouw.
Kazia en Eva proberen beide de Poolse voor zich te winnen. De hoofdpersoon doet vervolgens alles voor hen om maar ergens bij te horen. Sterringa zet Meisje Niemand, dat zich de ene keer Bekkie en de andere keer Maica noemt, geloofwaardig neer. Ze speelt zo overtuigend, dat de voorstelling een boeiende ontmoeting wordt de vijftienjarige puber. Verder is de opbouw van het stuk goed. Het begint rustig, maar de hardheid neemt al snel toe. Het einde is aangrijpend: een indrukwekkend afscheid.