Leerlingen saboteren Broodje Cultuur

| Redactie

Monologen behoren tot de meest intieme theatervormen. Veel tekst, weinig actie. Het vraagt veel van de speler. Subtiele bewegingen, mimiek en intonatie maken het stuk, niet het decor, kleding of effecten. Stel je voor: 120 pubers kijken naar zo'n stuk, zoals afgelopen maandag. Dat kan niet goed gaan, zou je bijna zeggen. Als Wiske Sterringa het podium opkomt, klinkt luid applaus en gefluit. Licht

Monologen behoren tot de meest intieme theatervormen. Veel tekst, weinig actie. Het vraagt veel van de speler. Subtiele bewegingen, mimiek en intonatie maken het stuk, niet het decor, kleding of effecten. Stel je voor: 120 pubers kijken naar zo'n stuk, zoals afgelopen maandag. Dat kan niet goed gaan, zou je bijna zeggen.

Als Wiske Sterringa het podium opkomt, klinkt luid applaus en gefluit. Licht uit, spot aan. De leerlingen van het Jacobuscollege uit Enschede begrijpen niet dat je vanaf dat moment toch echt je mond dient te houden. Sterringa begint toch maar, maar zelfs op de eerste rij is het niet te verstaan vanwege het kabaal achterin. De anders zo rustig genietende Broodje Cultuurliefhebbers ergeren zich groen en geel. De grijsharige recensent Frans Mulder houdt het niet. Hij staat op en barst uit: 'Wie nu nog zijn bek opentrekt krijgt een pak op zijn sodemieter zoals hij nog nooit heeft meegemaakt.' Ingehouden gelach maar ook schrik bij de leerlingen, applaus van de 'vaste' bezoekers. Een jongen die leuk probeert te zijn krijgt meteen een tik van Mulder.

Het helpt. De achtergrondruis blijft, maar Sterringa kan weer verder. 'Het stuk pakte de meeste leerlingen zowaar', vertelt ze na afloop. 'Gelukkig zit er een goede spanningsopbouw in. Maar die eerste twee minuten voel je dat het op die manier absoluut niet verder kan. Er moest dus wat gebeuren.' Hannah de Vries, directeur van het Cultuurcentrum Campus, heeft de actie van Mulder niet eens meegemaakt. Ze verklaart de voorstelling al na een minuut voor gezien. Een slechte kapitein? 'Anders was ik gaan gillen.'

Een nachtmerrie vindt De Vries het hele voorval. Er komen elk jaar wel eens scholieren naar Broodje Cultuur in het kader van Jongkunst, een initiatief dat leerlingen in aanraking wil brengen met kunst en cultuur. De Vries draagt het initiatief een warm hart toe, en ook is het een profilering van de UT als een plaats waar je voor kunst en cultuur terecht kunt. Maar op deze manier wil ze het nooit meer. 'Vier klassen is gewoon veel te veel. Beter lijkt het me om met één klas een wat langer project te doen. Dan behandel je ze wat exclusiever. En als ze geen dramatische vorming hebben gehad, moeten ze eerst maar zelf wat met theatersport doen of naar zo'n wedstrijd kijken. Dat kan dan dienen als opstapje naar een echte toneelvoorstelling.'

De leraren schitteren tijdens de voorstelling door afzijdigheid. Ook na de voorstelling zijn ze sneller weg dan hun leerlingen. Ze voelen de bui al hangen en balen zelf natuurlijk ook als stekkers. Maar voor De Vries is hier het laatste woord nog niet over gezegd. 'We hadden afgesproken dat de leerlingen om twaalf uur zouden komen, maar sommigen kwamen pas tijdens de voorstelling binnen. Ook hebben we vooraf een brief gestuurd over het stuk, waarin ook elementaire gedragsregels tijdens een theatervoorstelling staan. Maar als het verschil tussen televisie en theater niet duidelijk is voor de leerlingen, dan kun je ze hun gedrag niet eens kwalijk nemen.'

Jan Willem van Poortvliet

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.