Als bedrijven bij een algemene vacature de keuze hebben tussen een hbo'er of een academicus, kiezen zij het liefst voor de hbo'er. Dat blijkt uit een enquête die het Nipo in opdracht van de Volkskrant uitvoerde.
Aan de enquête deden personeelsmedewerkers mee van 77 bedrijven. Als zij een baan hebben die zowel door een academicus als een hbo'er kan worden vervuld, geeft 55 procent van hen de voorkeur aan de laatste.
Verrassend is dit antwoord niet, omdat een startende hbo'er voor een bedrijf goedkoper is dan een academicus. In het begin verdient een hbo'er per maand gemiddeld driehonderd gulden minder. Het gat met medici en universitaire voorlichters is zelfs nog groter, terwijl het verschil met universitaire (bedrijfs)economen zelfs meer dan zeshonderd gulden bedraagt.
Bovendien zijn hbo'ers praktisch ingesteld. Een academicus, zo geven de personeelsfunctionarissen in de enquête aan, is weliswaar `snel van begrip' en beschikt over een `innovatieve houding', maar staat tevens te boek als `eigenwijs en onpraktisch'.
De Volkskrant zelf maakt ook een kanttekening. In het hbo staan bijna tweemaal zoveel studenten ingeschreven dan op de universiteiten. En dus komen er ook veel meer afgestudeerde hbo'ers op de arbeidsmarkt dan academici. Die laatste groep mikt het liefst op een baan bij grote bedrijven en
overheidsinstellingen, terwijl hbo'ers vaak terecht komen in het midden- en kleinbedrijf. Dat staat de laatste jaren te springen om nieuw personeel.