Vroeger gingen rijkdom en vervuiling hand in hand. De mensen uit een goed milieu braken ons goede milieu in razend tempo af. Zij verwarmden kasten van huizen, terwijl de arme sloeber bij het invallen van de duisternis in een dikke trui rillend onder de koude dekens kroop. De rijken reden in zwartwalmende auto's, terwijl de armen fietsten, of bij gebrek aan rijwiel moesten lopen. De rijken hadden een afwasmachine, terwijl de minder bedeelden met hun blote knuisten in een teiltje water hingen. Vliegtuigen, speedboten, sportwagens, dat alles behoorde tot het exclusieve domein van de welgestelde. Onze taal heeft daar nog de uitdrukking 'rijke stinkerd' aan overgehouden.
Maar nu is het allemaal anders. Wie nu tweemaal daags met ronkende auto in de file staat behoort nou niet bepaald tot het meest geslaagde deel der natie. Het plebs gaat naar de motorcross, terwijl de rijke kilometers door de wildernis struint op zoek naar z'n golfbal. Of mooier nog, hij gaat naar een polowedstrijd om te kijken hoe zijn vrouw met haar nette schoentjes de grasmat repareert. (Het grasveld is een stuk natuur dat door de rijkdom wordt beheerd.) Het gepeupel gaat ieder jaar met het vliegtuig naar het Spaanse strand - 's nachts opstijgen, want dan worden er de meeste mensen wakker van! - terwijl de rijke zijn vakantie doorbrengt op z'n zeiljacht. Maar we zien het ook al in een vroeger stadium. De student, dat is de rijke van de toekomst, reist met het openbaar vervoer, terwijl zijn kansarme leeftijdsgenoot op een knetterende scooter door de stad scheurt. Kortom, de maatschappelijke laag die eertijds onze rommel opruimde bevat nu ons laatste restje viespeuken.
Als onze economie in het huidige tempo door blijft groeien, als ieders welvaart stijgt, dan gaan we schone tijden tegemoet. Dan komt er in plaats van een luchthaven gewoon een zeehaven in zee voor al die extra zeiljachten. En dan benoemen we Schiphol tot onze nationale golfcourt. Dat maakt de discussie over die vijfde baan een stuk gezelliger. Maar als gezegd, dan moet de economie wel blijven groeien. Want aan die geslaagde ontkoppeling kleeft één onvoorzien gevaar. Als we nu in een recessie geraken zal dat rampzalig zijn voor het milieu.