Hoezeer ze ook worden aangespoord, Nederlandse jongeren kiezen niet voor techniek. Overheid en bedrijfsleven pakken het nu groots aan: met tachtig miljoen in de portefeuille moet de nieuwe stichting Axis het tij keren.
Directeur Van Oosterom: 'Het wordt tasten en zoeken naar de
juiste maatregelen.'
Van bèta- en techniekstudies moet de Nederlandse jeugd weinig hebben. Slechts een kwart van de jongeren kiest voor zo'n studie, minder dan in bijna alle andere Westerse landen. Maar daar blijft het niet bij. Nog geen zeventig procent van de afgestudeerden (in de techniek en bètasector) kiest vervolgens voor een technisch of bèta-beroep. En ook van die groep stapt veertig procent na een aantal jaren over naar een niet-exact beroep. Het is dus geen wonder dat het tekort aan ingenieurs en bèta's enorm
is.
Al jaren probeert de overheid daar wat aan te doen. Campagnes als Kies exact!, Thea studeert techniek of Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid hadden nauwelijks effect. Technosoaps op televisie mochten evenmin baten. De studentenaantallen van de harde bèta- en techniekstudies
zitten nog steeds in een diep dal.
Tijd voor harde actie, besloten begin vorig jaar de toenmalige ministers van Onderwijs (Ritzen) en Economische Zaken (Wijers). Zij trokken veertig miljoen gulden uit voor nieuwe initiatieven, op voorwaarde dat universiteiten, hogescholen en bedrijfsleven eveneens met dat bedrag over de brug zouden komen.
Op 1 september 1998 ging officieel de stichting Axis van start die dat geld gaat verdelen. Aan het roer staat drs. W. van Oosterom, voormalig directeur HBO aan het ministerie van Onderwijs. 'Axis is een heel bijzondere club', zegt deze functionaris vanuit het voorlopige hoofdkantoor van de stichting: het gebouw van MKB-Nederland in Delft. 'Het is uniek dat een organisatie het hele gebied bestrijkt van basisonderwijs tot de universiteit, inclusief het bedrijfsleven.'
Van actie is nog weinig sprake, voorlopig wordt er vooral gezocht naar goede ideeën. Wie zo'n idee heeft, kan bij Axis aankloppen voor geld. Een kleine vijftig ideeën heeft de stichting inmiddels binnen. Nog dit jaar wil Van Oosterom er tien uitkiezen. Veel plannen moeten de bèta-studies op de
lange termijn weer aantrekkelijk maken. Maar volgens Axis moet de nood ook op korte termijn gelenigd worden. Dat kan door de hoge uitval in technische opleidingen en beroepen terug te dringen.
Voor het trekken van de portemonnee hanteert Axis een aantal criteria. De stichting vindt het belangrijk dat onderwijsinstellingen onderling en met het bedrijfsleven veel intensiever gaan samenwerken. Van Oosterom: 'In het verleden waren projecten om de interesse voor bèta en techniek te verhogen, veel te versnipperd. Maar een project in de onderbouw heeft weinig zin zonder vervolg in de bovenbouw.'
Daarnaast denkt Axis dat een minder traditionele voorlichting over bèta- en techniekstudies kan helpen. Nu krijgen leerlingen vaak een lespakket, of een verhaal van hun eigen docent. Van Oosterom: 'Wij denken dat het effectiever is als mensen uit de techniek en het bedrijfsleven zelf langskomen.
Daarom vinden we het belangrijk dat er regionale contacten komen tussen scholen en bedrijven. Dat zullen we zeker stimuleren.'
Maar ook aan het bèta- en techniekonderwijs zelf valt volgens Van Oosterom veel te verbeteren. 'De invoering van probleemgestuurd onderwijs was een goede zaak, maar niet voldoende. Het gaat immers nog steeds niet goed met de harde bèta- en techniekopleidingen. Voorstellen voor een andere opbouwvan de opleiding, bijvoorbeeld met meer flexibele werkvormen, krijgen van ons daarom extra aandacht.'
'Misschien moeten aparte opleidingen als natuurkunde of elektrotechniek plaatsmaken voor een studie-indeling die meer toegespitst is op praktische thema's. Een studie als medische informatica is daar een voorbeeld van.' Ook een actieve rol van het bedrijfsleven daarbij vindt Van Oosterom absoluut noodzakelijk.
Om een beter beeld te krijgen van de drijfveren van studenten, wil Axis tevens een platform oprichten van sociale wetenschappers. Alle cijfers, rapporten en `kennis in hoofden' die er bestaat over het bèta- en techniekprobleem worden verzameld. En het platform zal ook nieuw onderzoek doen.
'Het gouden idee hebben wij ook niet, daar moeten we eerlijk over zijn', zegt Van Oosterom. 'Er zijn in het verleden veel onderzoeken geweest, maar daaruit valt niet af te leiden: als we het zo en zo aanpakken, dan stijgt het aantal studenten. Door tasten en zoeken hopen we de oplossing voor het tekort aan bèta- en techniekstudenten langzaam in zicht te
krijgen.'