'Vijf jaar geleden heb ik gezegd: dit wil ik niet meer. Ik ging er echt slecht van slapen. Ik liet gewoon geen nieuwe huurders toe, en de laatste drie zijn onder licht aandringen zelf vertrokken. Met zijn drieën was er in een geruïneerd Carthago natuurlijk weinig meer aan. Ik heb het huis weer helemaal opgeknapt en wilde studenten nog een kans geven. Onder één voorwaarde: je bent geen lid van Cheiron of Audentis. Want dat wil ik nooit meer. Ook een huis met alleen UT-ers of alleen jongens was voor mij geen optie. Nu zitten er al weer enkele jaren nieuwe bewoners. En het blijkt dat er ook studenten zijn die weten hoe ze een huis moeten bewonen. Er is zelfs een schitterende tuin aangelegd, terwijl hier vroeger alleen maar fietswrakken en kapotte beugels rondslingerden. En het werkt wederzijds natuurlijk. Als ik zie dat het zo goed bewoond wordt, ga ik geen huurverhoging doorvoeren. Dat heb ik afgelopen drie jaar niet gedaan en ik heb er het volste vertrouwen in dat ik dat de komende jaren ook niet hoef te doen. Ook schaf ik wel eens een keertje wat voor het huis aan. De studenten hebben als ludieke dankbetuiging een soort statieportret van mij boven de kachel in de keuken hangen. Wat ik echt bijzonder op prijs stel, is dat ik al bij verschillende afstudeerpraatjes van bewoners ben geweest. Hieruit blijkt dat de bewoners je erkennen.
Het is gewoon een gezellig huis, waar ik graag kom. We drinken dan een kop thee, en een enkele keer eet ik mee. Maar dat laatste alleen op uitdrukkelijke uitnodiging van de bewoners. Zelf neem ik dan een flesje wijn mee of wat groenten uit mijn biologische moestuin. Fantastisch zoals het nu gaat. Ik ben trots op het huis en zijn bewoners.'