(zie ook bericht op voorpagina)
Voor één op de drie scholieren geeft de reputatie en veronderstelde kwaliteit van een universiteit de doorslag om er na het VWO heen te trekken. Vonden de jongeren ooit de gezelligheid van een stad het belangrijkste, tegenwoordig kiezen de rationele pubers voor kwaliteit. Als eenmaal de keuze voor een studierichting is gemaakt, is de universiteit aan de beurt. Niet alleen kijken de scholieren dan naar welk opleidingsinstituut het beste is, maar ook welke onderwijsmethoden er gebruikt worden. Er bestaat nogal wat verschil in methode tussen de opleidingen. Veel universiteiten stapten de laatste paar jaar over op kleinschalig, studentgericht en persoonlijk onderwijs. De UT ook. Het Twentse projectondersteunend onderwijs is hier een voorbeeld van.
Een andere afweging die studenten maken, is de mate van internationalisering van een universiteit. Hoe is het gesteld met de buitenlandse contacten? Hoe zit het met de studiemogelijkheden over de grens? Het aanbod van studie- en studentenverenigingen komt pas op het tweede plan. Van het laatste moet Twente het niet hebben. Elsevier heeft alle studentenclubs per stad naast elkaar gezet. Twente komt er bekaaid af. Alleen Audentis en Taste doen nationaal mee, zo vindt het weekblad. Eindhoven doet het op dit gebied niet beter. Alleen Delft kan als technische universiteit de strijd aangaan met de 'algemene' studentensteden. Dit heeft ze voornamelijk te danken aan Virgiel, een traditionele vereniging met maar liefst 2047 namen in het ledenbestand. Studieverenigingen doen het beter in Twente.
Maar de belangrijkste vraag blijft: welke opleiding is het beste? Elsevier vergeleek de waardering van studenten voor hun opleiding, waarbij het ging om de twintig meest populaire studies. In Twente werden de studies Bestuurskunde, Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde en Technische Bedrijfskunde onder de loep genomen. Net zoals in 1994 en 1996 brengt de UT het er dit keer goed af. Sterker nog: alle vier de Twentse studies staan op de eerste plaats.
Elektrotechniek scoort in de test opmerkelijk goed. Met een werkdruk van 34,5 uur per week, moeten EL-studenten er hard aan trekken. Het propedeusejaar valt voor de Twentenaren nog mee, zo blijkt uit de cijfers. Maar liefst 42 procent van de studenten haalt zijn propedeuse binnen één jaar. In het tweede jaar wordt het studietempo behoorlijk opgeschroefd. Het harde werken wordt wel beloond. Hoge salarissen en leuke banen liggen voor het oprapen voor elektrotechnici. 20 procent van de Twentenaren kan pas na zes jaar studeren geld gaan verdienen. Delftenaren en Eindhovenaren halen sneller hun bul. Twentse studenten gaven een 7.0 aan de opleiding, terwijl hun collega's de studies beiden een 6.8 toebedeelden.
Niet alleen studenten, maar ook hoogleraren mochten dit jaar hun steentje bijdragen aan het onderzoek van Elsevier. Ruim een kwart van de professoren verleende medewerking aan het onderzoek, dat het Nijmeegse Instituut voor onderwijskundige dienstverlening (IOWO) uitvoerde. Vraag was welke opleiding in Nederland het beste is op het vakgebied, en wat de criteria daarvoor zijn.
Dit onderzoek ging echter niet van een leien dakje. Niet alle hoogleraren vonden zichzelf 'expert' genoeg om andere opleidingen te beoordelen. Hoe hun collega's het op wetenschappelijk gebied deden, wilden ze wèl vertellen. Hoe dezelfde mensen het er in de collegezaal vanaf brachten niet. De hoogleraren keken voornamelijk naar het wetenschappelijke gehalte van het onderwijs.
Twente marcheert goed, zo blijkt. De professoren bestempelen deze universiteit als beste technische universiteit van Nederland. Toegepaste Wiskunde, Chemische Technologie, Informatica, en Toegepaste Onderwijskunde steken hoog boven de andere studies uit. Op het gebied van Electrotechniek en Technische Natuurkunde strijkt Delft met de eer. Eindhoven mag zich Werktuigbouwkunde-top noemen.
Elsevier legde de studenten ook een aantal extra vragen voor. Eén daarvan was: 'Waarom denk je dat zo weinig studenten een bèta-studie kiezen?' Conclusie: 'Het zijn te zware studies, je komt in tijdnood.' Niet alleen 'algemene' studenten hadden deze mening, maar liefst driekwart van de technici kwam met deze klacht. Bang om voor 'nerd' uitgescholden te worden, waren ze niet. Dus van een imagoprobleem is volgens Elsevier geen sprake. 'Overweeg je een wetenschappelijke carrière?' was een andere vraag. Eén op de drie denkt aan promoveren. De helft zegt 'no way'.
Welke universiteit een scholier kiest, bepaalt hij of zij zelf. Maar wie serieus wil studeren, zal verschillende instituten moeten vergelijken. De kans is groot dat de VWO-er na het lezen van Elsevier's Universiteitenspecial voor de Universiteit Twente kiest. Lijkt terecht, op basis van de feiten.