TU's knuffelen Wijers dood

| Redactie

Nooit eerder heeft een minister van Economische Zaken (EZ) zich zo veel met het hoger onderwijs bemoeid als Hans Wijers de afgelopen vier jaar. Met name de technische universiteiten sponnen hierbij garen. Het is dus geen wonder dat ze de D66-minister nu doodknuffelen en maar één nieuwe

kandidaat op hun lijstje hebben staan: Wijers.

Door Wijers' beleid liep de afgelopen vier jaar één rode draad: zorgen dat het Nederlands bedrijfsleven veel meer geld uittrekt voor onderzoek en ontwikkeling, ofwel research & development. Kort na zijn aantreden luidde Wijers samen met de collega's Ritzen en Van Aartsen hierover de noodklok in de nota Kennis in Beweging. De Nederlandse R&D-uitgaven waren volgens de bewindslieden tot ver onder het gemiddelde van de geïndustrialiseerde wereld gedaald.

Wijers bedacht daarom tal van subsidies voor het bedrijfsleven. De bekendste is waarschijnlijk de WBSO (wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk). Ook voor het midden-en kleinbedrijf riep Wijers speciale onderzoekssubsidies in het leven. Daarnaast schiep hij allerlei stimuleringsmaatregelen, zoals de technostartersfondsen en de twinning centers. Samen met Ritzen introduceerde Wijers bovendien het begrip levenslang leren. Hij schonk bedrijven die hun personeel extra schoolden in totaal 235 miljoen aan belastingvoordeel.

Maar wie de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling wil opkrikken, kan natuurlijk niet om de universiteiten heen. De invloed van het ministerie van EZ op het hoger onderwijs is de afgelopen vier jaar dan ook fors toegenomen. Zo verhoogde Wijers het EZ-budget voor de Stichting Technische

Wetenschappen (STW). Dat is de technologie-dochter van NWO, de financier van veel wetenschappelijk onderzoek. En samen met Ritzen richtte Wijers de stichting Axis op. Die krijgt veertig miljoen aan overheidsgeld om te zorgen dat meer scholieren voor een exacte studie kiezen.

Profijt

Het waren voornamelijk de tu's die profiteerden van Wijers inmenging in het hoger onderwijs. Dat geldt zeker voor Wijers belangrijkste wapenfeit op technologiegebied: de oprichting van de vier technologische topinstituten (tti's). De drie tu's en de Landbouwuniversiteit Wageningen hebben elk één tti onder hun beheer. Deze vier samenwerkingverbanden tussen bedrijven en universiteiten krijgen ieder jaarlijks ruim tien miljoen gulden van de overheid toegeschoven.

De tu's zijn erg te spreken over vier jaar Wijers. 'Er was meer aandacht van EZ voor technologie en de technische universiteiten', zegt de Twentse beleidsmedewerker drs Bert van Loon. Ook bij de voorgangers van Wijers bestond die tendens volgens Van Loon al. Maar Wijers heeft dit beleid veel

krachtiger doorgezet. 'De laatste vier jaar is op een aantal vlakken een forse prikkel uitgedeeld.'

Volgens Van Loon staan de tu's positief tegenover de uitgebreide samenwerking tussen EZ en het ministerie van Onderwijs. 'Het is belangrijk dat economische zaken en het wetenschapsbeleid nauwkeurig op elkaar worden afgestemd. Ik hoop dat de volgende minister van EZ deze lijn voortzet en net als Wijers goede relaties opbouwt met de kennisinstellingen.'

Goed gevoel

Erg belangrijk voor de tu's wordt volgens Van Loon het beleid in informatie- en communicatietechnologie (ICT). Eind 1994 lanceerde Wijers het Nationaal Actieprogramma Elektronische Snelwegen (NAP). Het doel: Nederlandmoet een ICT-koploper worden. Wijers ging persoonlijk in de Verenigde Staten kijken hoe het researchnetwerk Internet2 functioneert.

Als het aan Wijers ligt, verstrekt het volgende kabinet een subsidie van vele tientallen miljoenen aan het universitaire netwerk Surfnet. Dat moet volgens hem een nationale proeftuin worden voor ICT- experimenten. Surfnet-directeur Boudewijn Nederkoorn is dan ook erg lovend over de minister. 'Ik heb een goed gevoel bij Wijers. Ik beschouw hem als één van ons.

Hij zit in ons kamp.'

Milieuvriendelijke technologie was een ander paradepaardje van Wijers de afgelopen vier jaar. Zo stimuleerde hij onderzoek op het gebied van zonne- en windenergie, en biomassa. Daarnaast trok de minister jaarlijks zestig miljoen gulden uit voor de zogenaamde EET-subsidies (economie, ecologie en technologie). Veel universiteiten profiteerden van deze subsidies, bedoeld

voor onderzoek naar ecologisch verantwoorde economische groei.

'Wijers heeft veel meer dan zijn voorgangers duurzaamheid een plaats gegeven', zegt prof.dr.ir J.L.A. Jansen, hoogleraar milieutechniek bij Werktuigbouwkunde aan de TU Delft. 'Niet zozeer vanuit ideeël, maar vanuit praktisch oogpunt. Wijers is iemand die inziet dat we ons met zulke dingen wel bezig moeten houden als we economisch blijven groeien.' Over een

volgende minister van EZ heeft Jansen nog niet echt nagedacht: 'Maar ik denk dat ik weer voor Wijers zou kiezen.'

Afmaken

Ondanks alle juichkreten heeft Wijers zijn doelstellingen nog nauwelijks gerealiseerd. Zo zijn de R&D-investeringen van het Nederlands bedrijfsleven weliswaar iets gestegen, maar ze zijn nog altijd ver beneden het peil van de rest van de westerse wereld. En op ICT-gebied is Nederland nog lang niet de koploper waarvan Wijers droomt. 'Wat er op ICT-gebied in het onderwijs gebeurt, komt vooral van onderaf. De sturing van bovenaf heeft nog nauwelijks wat opgeleverd', aldus Nederkoorn van Surfnet. De meesten geven Wijers echter het voordeel van de twijfel. Hij heeft nog vier jaar nodig om zijn karwei af te maken.

De tu's hopen in de komende kabinetsperiode niet alleen Wijers aangereikte vinger, maar zijn hele hand te pakken. Onlangs presenteerden zij hun eigen poldermodel voor technologie. De tu's willen een technologiefonds met daarin 750 miljoen voor onderzoek, 'geïnspireerd door maatschappelijk-economische vraagstukken'.

Van de minister van Onderwijs hoeven de tu's weinig heil te verwachten. Hij is er eenvoudig te arm voor, en heeft nu al de grootste moeite de jaloerse alfa- en gammawetenschappen koest te houden. De hoop van de tu's is daarom gericht op de nieuwe minister van EZ. Een tweede ambtstermijn van Wijers? De tu's zouden een gat in lucht springen.

HOP

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.