Plannen voor 'nieuwe' campus vallen in categorie 'MUB'

| Redactie

Woensdagochtend 3 juni presenteerde onze rector magnificus in het Theatercafé de inhoud van de langverwachte nota over de toekomst van de Campus, één van onze heuse unique selling points. Met alle overtuiging werd een (studentvriendelijke versie van het) verhaal over de te vormen Student Union voorgedragen. En wat zag het er mooi uit, dachten we toen nog. De toon van het stuk is aanvankelijk overw

Woensdagochtend 3 juni presenteerde onze rector magnificus in het Theatercafé de inhoud van de langverwachte nota over de toekomst van de Campus, één van onze heuse unique selling points. Met alle overtuiging werd een (studentvriendelijke versie van het) verhaal over de te vormen Student Union voorgedragen. En wat zag het er mooi uit, dachten we toen nog.

De toon van het stuk is aanvankelijk overwegend positief, maar dan vervalt men weer in de oude routine. Net als in de nota van de Toetsgroep (oktober 1997) worden actiepunten, uitgangspunten en kerndoelen eerst onderschreven en vervolgens bij de vertaalslag naar een structuur net zo gemakkelijk overboord gegooid. De organisatie van de Campus wordt weer eens flink omgegooid % het is immers al weer vier jaar geleden dat zoiets gebeurde. Ook op inhoudelijk gebied verschilt deze nieuwste aanwinst in de uitvoerige discussie maar weinig van voornoemde nota, waar zelfs de auteurs zelf zich al deels van distantieerden. Alleen de marktwerking is of schijnt verlaten en een aantal overige onderdelen is een ander etiket opgeplakt % een prestatie die dus acht maanden heeft gevergd.

Bovendien is het kennelijk toch nodig om de huidige Dienst Campusvoorzieningen op te heffen en te verdelen over een 'inhoudelijk' gedeelte, onder te brengen bij de Dienst Studentenzaken, en een faciliterend gedeelte dat door het Facilitair Bedrijf wordt opgeslokt. Juist die scheiding lijkt ons dé oorzaak voor veel toekomstige problemen in de voorgestelde structuur. Al vele jaren is er op de Campus sprake van een symbiose tussen die inhoudelijke en de faciliterende kant van de voorzieningen. Zoals het College van Bestuur zelf nota bene aangeeft, heeft het niet de intentie om zaken die nu goed gaan te veranderen. Dat valt niet te rijmen.

Er is dus duidelijk niet geluisterd naar de betrokkenen op de Campus zelf, al zijn de boosdoeners van het tegendeel overtuigd. Ook nu weer geven de koepels Apollo en Sportraad, alsmede beide fracties in de Raad voor de Campusvoorzieningen aan dat het splitsen van de huidige dienst een absoluut onwenselijke actie is; hierbij gesteund door een (groot) gedeelte van het personeel. De reorganisatieplannen lijken weer precies in de categorie MUB te gaan vallen: praktisch iedereen zegt van niet, maar het College van Bestuur vindt van wel.

Een tweede discutabel punt in de nota is de invulling van het nieuw te vormen studentbestuur. Volgens de schrijvers krijgt de Student Union twee kerntaken mee. Naast het 'beheren van (een gedeelte van) de 'eigen' gebouwen' is dat 'het vaststellen van het beleid op de huidige terreinen van sport, cultuur, ontspanning etc.' Ook wordt er geschreven dat 'de huidige taken van de Raad voor de Campusvoorzieningen en het Campuscollege worden overgenomen door het bestuur van de Union'. Maar wiens beleid er door het bestuur wordtvastgesteld is verre van duidelijk. De kracht van het huidige bestuur over de Campus is dat dit de uitvoerende dienst aanstuurt. In het nieuwe verhaal zijn de diensten zo duidelijk losgekoppeld van de studenten dat er geen sprake kan zijn dat het studentenbestuur het beleid van de diensten DSZ en FB op het gebied van de huidige Campusvoorzieningen vaststelt.

De voorgestelde langdurige afspraken zullen in onze ogen de minst geschikte manier blijken om de noodzakelijke % en ten doel gestelde! % maximale invloed van studenten op gebieden waar dat hoort, te waarborgen. Naast het vaststellen van beleid is de Raad voor de Campusvoorzieningen op dit moment ook het strategisch sturend orgaan dat bepaalt voor wie en onder welke condities de voorzieningen nu en in de toekomst beschikbaar zijn. Dat onderdeel van onze huidige taken is allerminst terug te vinden in het nieuwe bestuur. Concreet gezegd wordt de studenten een kluif van volledige verantwoordelijkheid en eigen bestuur voorgehouden, terwijl juist het jarenlang gehandhaafde bestuur over de voorzieningen verruild moet worden voor een afwachtende onderhandelingspositie.

Campus OPen is de grootste partij in de Raad voor de Campusvoorzieningen. In de Raadskamer (Vrijhof 126) is onze complete en beargumenteerde reactie op te vragen. Er zijn namelijk nog wel meer dingen die niet kloppen.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.