Een ethicus is als een kale kapper

| Redactie

Precies 33 jaar en 3 maanden geleden begon dr. Paul van Dijk als studentenpastor op de THT. Donderdag 25 juni neemt hij afscheid van de UT als 'ethicus van de techniek' bij de WMW-vakgroep Systematische Wijsbegeerte. Een ethicus is allesbehalve een dominee. Dat wist Paul van Dijk al te goed toen hij eind jaren '70 werd uitgenodigd voor de vrijwillige lunchsessies die de bedrijfskunde-docenten dest

Precies 33 jaar en 3 maanden geleden begon dr. Paul van Dijk als studentenpastor op de THT. Donderdag 25 juni neemt hij afscheid van de UT als 'ethicus van de techniek' bij de WMW-vakgroep Systematische Wijsbegeerte.

Een ethicus is allesbehalve een dominee. Dat wist Paul van Dijk al te goed toen hij eind jaren '70 werd uitgenodigd voor de vrijwillige lunchsessies die de bedrijfskunde-docenten destijds met elkaar belegden. Het initiatief kwam van professor Henk van Zuthem. Geduldig uitleggend kweet Van Dijk zich van zijn taak. Zonder ideologische - of erger nog: kerkelijke - beïnvloeding hielp hij mee om de lastige vragen rondom economie en rechtvaardigheid helder te analyseren.

Op voorspraak van de studenten, die de zin van een dergelijke reflectie inzagen, werd het vak Bedrijfsethiek opgenomen in het verplichte curriculum. Daar is het tot vandaag in de studiegids terug te vinden bij Technologie & Management. 'Het is een goed voorbeeld van de bescheiden maar wezenlijke manier waarop een ethicus zijn werk doet', aldus Van Dijk.

De ethicus moet er volgens Van Dijk voor waken het laatste morele oordeel uit te willen spreken. De ethiek namelijk heeft de moraal als onderwerp, en is niet de moraal zelf. Zoals een goede kapper kaal kan zijn, kan de vakbekwame ethicus in principe een schurk zijn. Wel vergroten een verzorgd uiterlijk, voor de kapper, en een 'concept van het goede leven', voor de ethicus, diens geloofwaardigheid.

De weg tot goede resultaten is lang. In het W&M-onderwijs - dat zo karakteristiek is voor het tweekernenbeleid van de UT - probeert Van Dijk bovenal de techniek-studenten te stimuleren tot reflectie over het vakgebied. Alleen als de werkers in het veld, de ontwerpers en de ingenieurs, over hun eigen discipline heenkijken, kunnen ze zich bewust worden van de ethische keuzen die ze al doende maken.

Van Dijk: 'Wanneer de ethiek een discipline wordt naast alle andere gaat haar impact definitief verloren. Dan bestaat het gevaar dat je bij een symposium over medische wetenschappen optreedt als excuus-truus. Na alle voordrachten over technische hoogstandjes kunnen de deelnemers dan gemakkelijk zeggen dat voor lastige vragen speciale deskundigen bestaan die de plicht tot nadenken overnemen.'

Met deze instelling is Van Dijk verrassend dicht gebleven bij zijn oorspronkelijke motivatie om in maart 1965 naar de THT te komen. Achter zijn aanstelling van studentenpastor stonden liefst zes protestantse kerken; voor die tijd een ongekend fenomeen. De legitimatie voor een speciale studentenpastor was niet 'de zielzorg voor individuen'. De missie was om mee te denken over de vragen waarmee techniekstudenten in hun latere werk in aanraking zouden komen. Van Dijk: 'Het vertrouwen van de maatschappij in de techniek - zeg maar in de hendels en deknoppen - kwam in de plaats van de zekerheden die de religie de mensen in de middeleeuwen bood.'

Op de beginnende THT trof Van Dijk een stimulerend klimaat van jonge hoogleraren. De roep om democratisering van de universiteit viel in Twente relatief snel in goede aarde. De inspraakprocedures die leidden tot de instelling van de hogeschool-(later U-)raad, werden toen ontwikkeld. Ook was de weerklank groot dat de wetenschap goed moest zijn voor de onderkant van de samenleving.

Met graagte stortte Van Dijk zich in de discussies over deze thema's. Een heet hangijzer was de discussie rond Hollandse Signaal. Er werden zelfs onderzoeksvoorstellen ingediend naar 'conversiemogelijkheden': de vraag was of resultaten van dergelijk onderzoek ook voor vreedzame doeleinden bruikbaar waren.

Van Dijk: 'Maar de U-raad is alweer opgeheven. Soms denk ik: ze maken het me niet moeilijk om weg te gaan. Ik stoor me aan de geruisloze manier waarop de verworven rechten van toen in korte tijd worden afgeschaft. Naar ik vrees zullen we over twintig jaar pas echt beseffen wat we weggooien. En dan zal het heel lang duren voor we die kostbaarheden weer terug hebben.'

In de oprichting van de studie WWTS, getrokken door de hoogleraren Errit van der Velde en Peter Boskma, speelde Van Dijk een actieve rol. De samenstelling van het curriculum was complex. Van Dijk: 'Het W&M-onderwijs had iets vrijbuiterigs, maar bij WWTS moesten we eenduidige einddoelen vaststellen. Uiteindelijk zijn we er aardig uitgekomen. De kritiek van de wijsgerige visitatie heeft daarin een belangrijke rol gespeeld; er moest meer filosofie in. Omdat je niet alles kunt, hebben we nadrukkelijk gekozen voor de filosofie van de techniek.'

Egbert van Hattem

Paul van Dijk: ...over twintig jaar zullen we beseffen wat we nu aan verworven democratische rechten hebben weggegooid...

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.