Immuun

| Redactie

Alcohol heb ik nooit veel gedronken. Bijgevolg ben ik er zeer gevoelig voor. Na twee glazen word ik doezelig; na de derde rol ik van mijn kruk. Drugs is een ander verhaal. Ik ben opgegroeid in de ervaring dat iedere holte in het menselijk lichaam bedoeld is om er pillen, poeders en druppels door naar binnen te brengen. En omdat mond, neus, ogen, oren en kont nog niet genoeg was, werden er extra gaten bij geslagen. Driemaal daags de spuit erin - zelf mocht ik zoeken naar een laatste stukje ader dat nog niet was murwgeprikt.

Ik ben zo volgestouwd met chemicaliën dat ik er nu volledig immuun voor ben. Penicilline werkt op mij als wijwater op een calvinist. Hetzelfde geldt voor aspirine, codeïne, claritine, amfetamine, heroïne en cocaïne. En daarom slik ik die rommel al jaren niet meer. Want zonder werking zijn drugs een uitermate saaie hobby. Zelfs in de topsport valt voor mij weinig te beleven.

Ik leef een leven zonder apothekers. En missen doe ik ze niet, al was het maar omdat ik al in geen tijden meer ziek geweest ben. Maar daaraan is dan nu een eind gekomen. Want vanaf de eerste tropische dag van het jaar heb ik het vreselijk koud. Het is alsof het kwik in mijn inwendige thermometertje plotseling immuun voor temperatuurstijgingen geworden is. Ik zie wel dat het warm is - alles en iedereen demonstreert mij dat het warm is. En als ik mijn ogen sluit kan ik zelfs horen dat het warm is. Maar ondertussen ben ik, ingepakt in hemd, t-shirt, twee sweaters, trainingspak en ski-jack, naarstig op zoek naar beschutting tegen die ijzig koude wind.

Medicijnen hebben geen effect. Maar gelukkig is mijn omgeving rijk aan alternatieve genezers. Ze schenken mij thee met citroen, honing en kruidnagelen. Schrijven me bloedwijn voor. Thee met wodka. Of lauwe appelcider. (Ik was doodsbenauwd dat de kurk in de magnetron van de fles zou knallen.) Warm word ik er niet van, maar dankzij de flinke doses alcohol heb ik het grootse deel van deze ijstijd in winterslaap doorbracht.

Zo word ik wakker in de tuinstoel op m'n balkon. Weggekropen in de slaapzak met capuchon die eigenlijk bestemd is voor Alaska. Alleen mijn ogen, neus en wangen steken eruit. De zon brandt daar recht op. En als ik mij concentreer dan voel ik daar puur oppervlakkig inderdaad iets van een warme gloed. Maar meteen onder het vel verdwijnt die warmte in een bodemloze put. En ineens weet ik het. Ik ben overleden zonder het te merken, en daarna meteen gereïncarneerd als zwart gat. Dit is een mijlpaal in de wetenschap. Voor al degenen onder u die nu al jaren proberen te ontdekken hoe een zwart gat er precies uitziet, heb ik een verrassende bevinding. Het inwendige van een zwart gat bestaat voornamelijk uit een groengele slijmerige substantie, beter bekend als snot.

Harold de Boer

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.