Alle studenten die ten onrechte hebben betaald voor hun OV-kaart, moeten dat geld terugkrijgen. De landelijke studentenbond LSVb wil dat minister Ritzen daarvoor zorgt.
De LSVb reageert op het bericht in NRC Handelsblad dat de OV-Studentenkaart BV ten onrechte geld heeft teruggevraagd van studenten. Twaalf benadeelde studenten hebben inmiddels via de Nationale Ombudsman gelijk gekregen: zij kregen tussen de 360 en 1900 gulden terug van de OV-kaart BV.
Het gaat om studenten die in 1992 met bijbaantjes méér verdienden dan de destijds toegestane 8040 gulden per jaar. Die moesten met terugwerkende kracht hun basisbeurs terugbetalen. De OV-Studentenkaart vorderde daarnaast geld voor hun OV-kaart terug. Ten onrechte, want minister Ritzen had ervoor gezorgd dat die terugwerkende kracht niet voor de OV-kaart gold.
Hoeveel studenten er op deze manier benadeeld zijn, is niet bekend, evenmin als het bedrag dat ermee gemoeid is. De schade per student kan oplopen tot ruim 4300 gulden: twaalf keer het maandelijkse bedrag van 360 gulden dat voor onrechtmatig gebruik van de OV-kaart gold.
Op aandringen van de Ombudsman is de OV-Studentenkaart vanaf 1993 de regels wel goed gaan toepassen. Maar de BV, in 1994 opgegaan in de Informatie Beheer Groep, voelde er niets voor studenten die al betaald hadden in te lichten. Alleen wie zelf onraad rook, kon via de Ombudsman verhaal halen.
De LSVb wil nu dat Ritzen ervoor zorgt dat alle studenten die ten onrechte voor hun OV-kaart hebben betaald hun geld terugkrijgen. 'Met rente'" zegt LSVb-voorzitter Larissa Pans. 'Daar hebben ze recht op.'