Beter salaris techniek-aio

| Redactie

In navolging van de TU Eindhoven gaat de UT haar technische aio's beter betalen. Promovendi zullen tijdens de vier jaar van hun aanstelling ongeveer vijftienduizend gulden per jaar meer gaan verdienen. Volgens de huidige plannen geldt dit niet voor aio's bij de maatschappijwetenschappen. Zij dreigen buiten de boot te vallen. Delft wacht nog met maatregelen.

Vooral de aanvangssalarissen van technische aio's moeten flink omhoog, wil de UT de slag met het bedrijfsleven niet verliezen, vindt P. Horsch, hoofd Personeel & Organisatie van de UT. Nu ontvangt een startende onderzoeker bruto 2151 gulden per maand, ongeveer de helft van wat in het bedrijfsleven gebruikelijk is. Volgens Horsch moet daar in het vervolg zeker zevenhonderd gulden per maand bij.

De maandinkomens van tweede-, derde-, en vierdejaars aio's liggen momenteel respectievelijk op 2400, 2986 en 3812 gulden. In Horsch' voorstel aan het CvB kan een tweedejaars rekenen op ongeveer vijfhonderd gulden extra. Voor ouderejaars denkt hij aan een toeslag van driehonderd gulden per maand. Deze bedragen komen vrijwel overeen met de verhogingen in Eindhoven, die sinds april worden uitgekeerd.

Het bedrijfsleven trekt hard aan technische ingenieurs. 'Daarom schrikt met name dat slechtbetaalde eerste jaar veel potentiële aio's af. De kloof tussen bedrijfsleven en universiteit is in die fase veel te groot. Hoewel het gat daarna minder wordt, moeten we ook de ouderejaars aio's beter honoreren', aldus Horsch, die met zijn voorstellen gehoor vindt bij het CvB.

De W&M-aio's moeten echter verder met hetzelfde bedrag. Dat klinkt op zijn zachtst gezegd onrechtvaardig. Volgens Horsch is het een kwestie van vraag en aanbod. 'Het kost maatschappijwetenschappelijke faculteiten geen enkele moeite om onderzoeksplaatsen te vervullen. De aio's komen daar toch wel, waarschijnlijk omdat het bedrijfsleven niet staat te trappelen.'

'Onzin', zegt WMW-decaan E. Seydel. 'Onze afgestudeerden vinden net zo makkelijk goedbetaalde banen in het bedrijfsleven als ingenieurs. Ook voor ons wordt het steeds moeilijker om aio's te vinden. Als de salarissen bij de technische faculteiten omhoog gaan, kunnen wij niet achterblijven.'

Horsch wijst erop dat salarisverhoging niet het enige middel is om aio's te binden. 'We werken ook aan verbeterde secundaire arbeidsvoorwaarden. Er komt een basispakket aan voorzieningen die ook zullen gelden voor W&M-promovendi. Te denken valt aan goede ICT-apparatuur, gratis congresbezoek en opleidingen, en gesponsorde uitgave van het proefschrift. Het moet aantrekkelijk zijn om hier te promoveren.'

Seydel vindt dit douceurtje te mager. Na overleg met zijn collega's van TO en BSK, denkt hij naar het CvB te stappen. Het managementteam (decanen en rector) reageerde echter reeds positief op de voorstellen van Horsch.

De UT heeft alle belang bij de salarisverhoging van aio's. Het wetenschappelijk personeel vergrijst en loopt al tegen de vijftig. Een fors deel van de huidige generatie onderzoekers treedt over enige jaren uit. Als er nu onvoldoende verse aio's worden ingezet, valt er over een paar jaar een enorm kennisgat, voorspelt Horsch.

In het huidige aio-stelsel wordt, uit nood, met verschillende maten gemeten. Zo worden promovendi steeds vaker benoemd als 'medewerker onderzoek' of 'medewerker onderwijs'. Die beginnen met een salaris van bijna vierduizend gulden per maand. Horsch hoopt dat deze noodconstructie in de toekomst niet meer nodig zal zijn.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.