Over en sluiten

| Redactie

Het blijft een bijzonder evenement, de Batavierenrace. Duizenden mensen onderbreken hun hectische leventje voor een dagje 'hanging around'. In de touringcar, op de achterbank van het busje, gedurende de her-starts, vlak voor de finish, onder het eten, voor de douches of bij het muntjes kopen, er wordt tijdens de grootste estafetteloop van Nederland veel en langdurig gewacht.

Batavieren-GROEP

Al dat wachten geeft een heel bijzonder sfeertje. Na een uurtje schemerige achterbank heb je het met de oppervlakkige-small-talk wel gehad. Tijdens het fietsen durf je niet aan een berekenende-carrière-babbel te beginnen. En na teleurstellende etappetijden zijn de het-gaat-zo-goed-met-mij-verhaaltjes niet meer zo geloofwaardig.

Dus schuift het gesprek al gauw richting het psychologische en persoonlijke. Murw gehobbeld beken je voorzichtig dat je niet écht leuk woont. In de regen langs de sintelbaan geef je toe dat de studie of de baan niet zo passen. En draaierig van de alcohol vertel je in de mensa dat je relatie al een paar jaar aan het mislukken is.

Al met al heb je tijdens de dag al heel wat van jezelf met je 'winning team' gedeeld. Daardoor raak je gehecht aan de groep bezwete en vermoeide mensen. Zoveel zelfs, dat je ze tijdens het Batavierenfeest pertinent niet kwijt wilt raken. En dat is lastig. Want het is druk en je komt niet alleen oude bekenden tegen. Dus moet je keuzes maken. Vóór het avontuur. Tégen de groep, die onherroepelijk doorloopt.

De meeste mensen kiezen voor allebei. Na een half uurtje kletsen gaan ze toch maar weer heldhaftig op zoek naar hun groep. Die vervolgens nergens te vinden is.

Misschien kan de Batavierencommissie volgend jaar een omroeper inhuren: 'Wil Het Neusje Van De Zalm zich naar de Vestingbar begeven.'

Wangen

Zoveel koppen de laatste dagen, waar je ook zapt, steeds maar weer die koppen. Ergens zit een nest. Het lijkt ook alsof het aantal talkshowpresentatoren zich heeft verdubbeld. Ze praten namelijk even makkelijk terug, die koppen.

Wie interviewt wie? Karel volgt de adamsappel van Paul Rosenmüller. Niehe bakt zoete broodjes voor oma Borst. Bijbelexegeten Knevel en De Hoop Scheffer kijken om het felst. Barend krijgt Bolk niet uit zijn tent gelokt.

Witteman? Witteman vormt een hoofdstuk apart. Paul is geen interviewer, Paul is een koppensneller. Allemaal heeft-ie ze thuis staan, alle lijsttrekkerskoppen. Zonder oren, want die heeft-ie eraf gevraagd. (En 'thuis', dat is de studio van Nova, al jaren. Daar staat een hoogslaper, net buiten beeld, en daar slaapt Paul.)

Wat eruit komt, uit die koppen, dat hoor ik niet meer. Sinds Scheffer-in-de-Vrijhof leg ik mij toe op de wangen. Elke kop heeft twee wangen, tel uit je winst, maar wat gebeurt er als je op één van de twee een klap geeft? Wat doen de koppen dan? Een paap als Jaap, zo bleek, keert je z'n andere wang toe, die is ongevaarlijk.

En Kok? Geloof mij, in z'n vakbondstijd kon je 'm terug verwachten! You bet. En geen tikkie, maar een hak voor je kiezen. Maar tegenwoordig? Eerst loopt hij paars aan, en dan probeert-ie een compromis te sluiten. Nee, dan Jan Marijnissen, daar durf ik niet eens aan te denken. Fabrieksjongen, hè. Laat zich niet piepelen. Jan geeft je per kerende post een spetter op jemurf - om met wijlen Bep van Klaveren te spreken. Olympisch kampioen boksen 1928.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.