De universiteiten worden even verleid tot de illusie dat de toegankelijkheid van het hoger onderwijs (studiefinanciering) weer politieke aandacht heeft. En dat kan leiden tot een grotere deelname. En dus meer geld.
De universiteiten zullen zelfs even horen dat hun primaire taak toch bestaat uit het verrichten van fundamenteel onderzoek waarvoor nu eenmaal geen 'commerciële' markt bestaat.
Zal de cultureel-wetenschappelijke missie dan toch leiden tot meer geld voor al die wetenschappelijke teams, die wereldfaam nastreven omdat zij het avontuur van de wetenschappelijke nieuwsgierigheid als hun belangrijkste drijfveer zien. Resultaat telt! Zeker! Maar de politiek aanvaardt dat zoiets pas na verloop van tijd, en vaak op verrassende wijze, blijkt.
Ik durf wel iets te voorspellen: de hernieuwde aandacht voor wat universiteiten eigenlijk zijn, zal leiden tot regelgeving om 'oneerlijke' concurrentie op het terrein van het toegepaste onderzoek uit te bannen. En dat terwijl het geld wel in competitie moet worden verworven van particulieren en overheid.
Dit betekent voor mij in ieder geval dat we op onderzoeksgebied (en ook op onderwijsgebied) aan port folio management moeten gaan doen. Middelen en excellente menskracht worden geconcentreerd ingezet op een aantal zorgvuldig geselecteerde gebieden. Tot de selectiecriteria behoren naast de kwalitatieve diepgang, ook de 'maatschappelijke' en economische relevantie.
De politiek zal indicaties geven over die 'maatschappelijke' relevantie. Meestal herkenbaar afgeleid van het economische nut en soms van culturele of sociale prioriteiten.
Een betrekkelijk kleine universiteit als 'Twente' zal in de nieuwe politieke constellatie na 6 mei, een noodzaak vinden om strategisch scherp te kiezen voor een welgedefinieerd onderzoeks- en onderwijs -profiel waarvoor de schaarse financiële- en wetenschappelijke middelen moeten worden ingezet.
Arie van der Hek is voorzitter van het college van bestuur. De pen geeft hij door aan prof.dr.Peter Boorsma.