'Het beschermen van kennis door geheimhouding of door octrooien wordt steeds belangrijker', zegt Frank Groot, juridisch adviseur van de UT en werkzaam bij de Liaison Groep van de UT. 'Wetenschappers zijn zich daar niet altijd van bewust. Vaak zijn ze bang dat het aanvragen van een octrooi hun beperkt in hun wetenschappelijke vrijheden. Het tegendeel is waar. Heb je eenmaal een octrooi aangevraagd dan kun je een uitvinding rustig publiceren. Die blijft toch wel gemonopoliseerd door de aanvrager van het octrooi. Bedrijven hebben ook meer aan gemonopoliseerde kennis. Ze hoeven dan niet bang te zijn dat de concurrent dezelfde technologie gaat ontwikkelen.'
Om onderzoekers te wijzen op commercieel interessante kennis en de bescherming en overdracht van die kennis te verbeteren heeft de Liaison Groep, de 'kennistransferdienst' van de UT, vier promovendi als octrooiscouts aangesteld. De oio's gaan in eerste instantie op zoek naar nieuwe technologieën die voor bescherming in aanmerking komen. Vinden ze die dan rapporteren ze dat aan de Liaison Groep. Die gaan vervolgens samen met de onderzoekers op zoek naar bedrijven die geïnteresseerd zijn in de toepassing van de technologie. Eventueel dienen ze samen met de onderzoeker en het bedrijf een octrooiaanvrage in bij het Bureau voor de Industriële Eigendom.
Daarnaast doen de oio's octrooisearch voor de onderzoekers. De databanken van het Bureau voor de Industriële Eigendom zijn een rijke bron van gedetailleerde technische informatie. De 25 miljoen verschillende octrooipublikaties geven een goed overzicht van de huidige industriële stand-der-techniek.
De oio's zullen een klein deel van hun tijd besteden aan het pilotproject dat de UT samen met het Bureau voor de Industriële Eigendom, de Universiteit van Amsterdam heeft opgezet.
Groot verwacht niet dat de UT en de onderzoekers 'gouden bergen' gaan verdienen of dat het aantal octrooiaanvragen substantieel gaat toenemen.
'Geld verdienen is ook niet het hoofddoel van het project', aldus Groot. 'Natuurlijk zou het mooi meegenomen zijn als door het project nieuwe door de industrie gesteunde onderzoeksprojecten ontstaan. Maar voor mij is het project geslaagd wanneer onderzoekers bewuster met hun commercieel aantrekkelijke kennis omgaan en de mogelijkheden van bescherming onder ogen zien.'