Universiteiten 'zijn', dat is voldoende

| Redactie

Hoe kun je het beste het idee bestrijden dat universiteiten ondoelmatige organisaties zijn die buiten de maatschappij staan? Een dik boek maken over `het heilig vuur' en de passie van wetenschappers en studenten die werken aan nieuwe kennis. Het lijkt een waarheid als een koe: de universiteit is een plek waar mensen wetenschap bedrijven en kennis overdragen aan studenten. Maar wie naar bestuurders

Hoe kun je het beste het idee bestrijden dat universiteiten ondoelmatige organisaties zijn die buiten de maatschappij staan? Een dik boek maken over `het heilig vuur' en de passie van wetenschappers en studenten die werken aan nieuwe kennis.

Het lijkt een waarheid als een koe: de universiteit is een plek waar mensen wetenschap bedrijven en kennis overdragen aan studenten. Maar wie naar bestuurders en politici luistert als zij over het hoger onderwijs praten, hoort alleen maar termen als instroomproblematiek, modernisering van de

bestuursstructuur en onderwijsorganisatie, geldmodellen, breedte- en diepte-investering, toetsing en visitatie.

Uit woede over deze `verwording' gaf Kees Willemen, als tekenaar verbonden aan de Groningse universiteitskrant UK, in 1995 de aanzet tot Het heilig vuur. In dit boek, van maar liefst 550 pagina's, vertellen tientallen onderzoekers, docenten en studenten over de passie voor hun werk. Waarom

kozen zij voor juist dit vak, die opleiding? Wordt het onderzoek, waarvoor hun `heilig vuur' brandt, niet belemmerd door bezuinigingen, bestuurders en andere bureaucratische rimram?

Op woensdag 1 april werd `Het heilig vuur' aan minister Ritzen overhandigd. Dat gebeurde in een sjieke sociëteit op loopafstand van de Tweede Kamer. Wel zo handig, omdat Ritzen nota bene diezelfde middag eerst in de Kamer zijn plan moest verdedigen om 500 miljoen gulden bij de universiteiten weg te halen. Dat geld wil hij voortaan via NWO verdelen aan onderzoek dat maatschappelijk relevant is.

Voorafgaand aan de presentatie was er een discussie van wetenschappers over de schoonheid van wetenschap en het universitaire leven. In samenspraak met de zaal was het gezelschap het al snel met elkaar eens: de greep van politici de universiteit is te ver doorgeschoten. Hun eis dat universitair onderzoek de samenleving vrijwel direct profijt moet opleveren al evenzeer. Het is uiterst riskant als de wetenschappelijk agenda louter wordt bepaald door de politiek. Die leeft `immers' bij de waan van de dag. En bovendien: wat is maatschappelijk relevant onderzoek? Zo vertelde de Leidse hoogleraar wetenschapsstudies Ton van Raan dat wetenschappers noch bestuurders of politici indertijd inzagen dat zij aan het begin stonden van wat nu

informatie- en communicatietechnologie heet. 'De maatschappelijke relevantie van onderzoek is vaak volstrekt onvoorspelbaar', zei Van Raan.

Toch toonde de discussie het gelijk van politici wel enigszins aan. Want hoe VPRO-radiomaker Ger Jochems het gesprek ook opporde, altijd was wel één academicus in de zaal het met hem oneens. Dan was de tegenstelling die Jochems te berde bracht `veel te ongenuanceerd'. Of was er sprake van een

schijnprobleem, dat `mogelijk' alleen in dat ene genoemde wetenschapsgebied voorkomt. Maar had meneer Jochems al eens gedacht aan het volgende? En zo fladderden de academici van het ene naar het andere onderwerp.

Uiteindelijk greep auctor intellectualis Kees Willemen maar in. Nou is er eindelijk een boek waarin de liefde voor de wetenschap zo mooi tot uiting komt, en dan buigen die wetenschappers zich net als politici over de vraag of het wel nuttig is wat ze doen! Fout, aldus Willemen. 'Universiteiten

zijn . Dat is voldoende. We moeten niet toegeven aan de vraag

waarvoor ze er zijn.'

HOP

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.