'Op het eerste gezicht lijkt technologie aan voortdurende veranderingen onderhevig, maar dat is meestal schijn', stelt Ibo van de Poel. 'Kijk je naar de praktijk, dan blijkt dat veel technologische ontwikkelingen worden geleid door stabiele regels. Neem de computer. Nog voordat je je nieuwe pc goed en wel hebt genstalleerd verschijnt de volgende generatie alweer op de markt. Alsof de ene na de andere revolutie plaats vindt. Maar ondertussen wordt die ontwikkeling geleid door duidelijke ontwerpcriteria. In het geval van computers is snelheid de belangrijkste. Maar het kunnen ook andere zijn. Alle moeilijk te veranderen regels samen noem ik het technologische regime.'
Het is de morgen na zijn dissertatie. De feestelijkheden de avond ervoor duurden tot een uur of vier, dus pas na een paar kopjes koffie komt het gesprek op gang. Is de situatie aan de ontbijttafel in het hotel wellicht te vergelijken met die in technologische regimes. Van de Poel: 'Vaak zijn indringende protesten van buitenstaanders of grote interne problemen nodig voordat een technologisch regime verandert. Dat gaat inderdaad nooit zo snel.'
'Hoe komt dat toch?', vraagt Van de Poel zich aan het begin van zijn proefschrift, Changing Technologies, af. Waarom duurde het bijvoorbeeld tot 1966 voordat bij het ontwerpen van auto's rekening gehouden werd met veiligheid? Waarom moeten er bij wijze van spreken eerst rampen gebeuren voordat ingenieurs serieus gaan nadenken over de nadelen die een technologie met zich meebrengt?
Een filosoof als Jacques Ellul gaf jaren geleden al een duidelijk antwoord op die vraag: Techniek is autonoom, een zelfstandig geheel ten opzichte van de sociale, economische en politieke verhoudingen. Het heeft een krachtige eigen innerlijke dynamiek die niet door mensen te beïnvloeden is. Voortgedreven door de hang naar efficiëncy vreet het monster van de technologie zich een weg door de wereld. Met alle verschrikkelijk gevolgen van dien.
'Een te massieve, onmenselijke en onwerkbare analyse', ontdekte Van de Poel al tijdens zijn afstudeerperiode bij de vakgroep Filosofie van Wetenschap Technologie en Samenleving. 'Technologie blijft immers mensenwerk.' Daarom past de sociologische benadering van UT-professor Arie Rip beter bij 'de zoektocht naar betere technologie' die Van de Poel in zijn proefschrift aflegt.
InnovatieMensen beïnvloeden de technologische ontwikkelingen namelijk wel degelijk. Aan de hand van casussen laat Van de Poel zien hoe dat gaat. Hij onderscheidt daarbij vier zogenaamde innovatie patronen, manieren dus, waarop technologische ontwikkelingen gewoonlijk tot stand komen. Het zijn toeleveranciersafhankelijke, gebruikersgedreven, missiegeoriënteerde en R&D-afhankelijke innovatiepatronen.
De casus over de verfindustrie laat goed zien hoe toeleveranciers de ontwikkeling van minder milieubelastende coatings beïnvloeden. Voordat het streven naar duurzame verfprodukten een issue werd, had de chemische industrie al grondstoffen op waterbasis ontwikkeld. Door de aanwezigheid van deze technische alternatieven kon de overheid verffabrikanten dwingend vragen milieuvriendelijkere coatings te produceren.
De eigenaren van legbatterijen waren heel wat minder makkelijk te beïnvloeden. Protesterende dierenbeschermers probeerden de kippenboeren over te laten schakelen op diervriendelijke produktievarianten. Je zou verwachten dat de gebruikers van de legbatterijen het technologisch regime veranderen. Andere veranderingen werden wel door een gebruikersgedreven innovatie patroon geïnitieerd. Maar omdat de boeren zich door een korte termijn visie lieten leiden gebeurde dat niet.
Midden jaren tachtig probeerde Rijkswaterstaat 'integraal waterbeheer' als nieuw guiding principle in te voeren. Onder andere de oevers van het Twentekanaal moesten daarbij ecologisch verantwoord worden. Met een vlakke betonwand wordt geen recht gedaan aan de ecologisch waardevolle overgang van water naar land. Door deze missie krachtig uit te dragen wist Rijkswaterstaat ook locale waterschappen te bewegen de oevers van hun waterwegen aan te passen.
Nog weer anders verlopen de transformaties bij vliegtuigmotoren en kernreactoren. Deze technologische regimes kennen een 'R&D afhankelijk innovatiepatroon' waar technische veranderingen elkaar in hoog tempo opvolgen. Stille motoren en inherente veiligheid zorgen hier voor nieuwe ontwerp-routes. In beide gevallen is echter wel sprake van een 'technological fix' voor problemen die gedeeltelijk maatschappelijk van aard zijn.
Door de innovatiepatronen met elkaar te vergelijken ontdekte Van de Poel dat technologie sturing niet overal even vruchtbaar is. Met name veranderingen in regimes met een gebruikers gedreven innovatiepatroon komen langzaam op gang. Dat komt omdat gebruikers nauwelijks vooruitdenken en daarom ook geen technische alternatieven ontwikkelen.
In de andere drie patronen is wel sprake van actieve ontwikkeling van technische alternatieven. Vooral het R&D-afhankelijke innovatiepatroon biedt goede mogelijkheden tot sturing. Verbeteringen kunnen gemakkelijk door 'volgende generatie produkten' gerealiseerd worden.
CruciaalHet succes van veranderingen in technologische regimes is afhankelijk van drie cruciale processen. In de eerste plaats moeten de centrale regels in het regime verandert worden. Dat kan door het proces van technische agendabouw te beïnvloeden. Bovendien is het belangrijk dat ingenieurs technische alternatieven ontwerpen. Bestaande groeperingen zitten daar niet altijd op te wachten. Soms is het handig die daarom in een beschermde omgeving - niche - te ontwikkelen. Subsidie van de overheid kan daarvoor noodzakelijk zijn.
Uiteindelijk staat of valt de aanpassing van een technologie met de manier waarop de negatieve ervaringen van de gebruikers en maatschappelijke groepen worden teruggekoppeld. Volgens van de Poel wordt die maatschappelijke invloed vaak onderschat. 'Het is zoals een man tijdens een bijeenkomst tegen de dam in de Oosterschelde zei: 'Veel mensen die dit, in veel opzichten unieke, gebied mooi vinden, zullen hun stem opnieuw verheffen. Per slot van rekening zijn hun monden moeilijker te sluiten dan die van de Oosterschelde.' Uiteindelijk kreeg de man gelijk want zoals iedereen weet ligt er nu geen dam maar een kering die alleen in noodgevallen dicht gaat.'
Ibo van de Poel
![]()