Strathclyde

| Redactie

In 1796, midden in de Industriële Revolutie, stichtte de Schotse filantroop John Anderson in Glasgow een instituut dat nu al twee eeuwen ingenieurs opleidt voor de fabrieken en scheepswerven langs de Clyde. In 1964 werd de universitaire status verkregen. Sindsdien is de Universiteit van Strathclyde uitgegroeid tot een complete academische instelling. Het motto is nog altijd in Anderson's geest: 'a

In 1796, midden in de Industriële Revolutie, stichtte de Schotse filantroop John Anderson in Glasgow een instituut dat nu al twee eeuwen ingenieurs opleidt voor de fabrieken en scheepswerven langs de Clyde. In 1964 werd de universitaire status verkregen. Sindsdien is de Universiteit van

Strathclyde uitgegroeid tot een complete academische instelling. Het motto is nog altijd in Anderson's geest: 'a Place of Useful Learning'.

Mr. John Anderson, tijdgenoot van James Watt en Adam Smith, was een voorvechter van de Verlichting. En Anderson's Institution, decreteerde hij, moest dan ook bijdragen aan 'the Good of Mankind and the Improvement of Science'. Die erfenis van De Stichter, zoals hij eerbiedig wordt genoemd, klinkt door in de huidige missie van de universiteit: hoogwaardige opleidingen, praktijkgericht onderzoek en brede toegankelijkheid.

De universiteit is gevestigd op een steile heuvel naast de oude Merchant City van Glasgow, op een steenworp afstand van het 19e eeuwse stadhuis aan George Square. Vanaf het hoogste punt van het moderne Student Village (waar 1700 studenten wonen achter blauw geschilderde kozijnen) kijk je uit op grauwe woonwijken. Ver weg verrijzen schoorstenen en havenkranen (foto).

De John Anderson Campus heeft een belangrijke rol gespeeld bij de revitalisering van de Inner City. Maar fraai is-ie niet. Veel grijze jaren-zestig flats. Aan Rottenrow staat Barony Hall, een Victoriaanse kerk van rood zandsteen, sinds de renovatie in gebruik als aula. Het centrale campusplein wordt gedomineerd door een staalsculptuur van Gerald Laing, genspireerd op Keltische steencirkels en door studenten 'Steelhenge' gedoopt.

Strathclyde heeft vijf faculteiten - Arts & Social Sciences, Engineering, Science, Business School en Education - en 16 duizend studenten (10 000 undergraduates, 6000 postgraduates). Daarmee is zij de derde universiteit van Schotland. Als alle deeltijders en cursisten uit het bedrijfsleven worden meegeteld is zij met 55 duizend studenten de grootste.

Jaarlijks krijgt Strathclyde 19 duizend aanmeldingen voor 3000 plaatsen. Tachtig procent van de studenten komt uit West-Schotland, een streek met een sterke protestantse onderwijstraditie. Glasgow zelf is een probleemgebied. 'Glasgow schools are a disaster', zegt Peter West, secretaris van de universiteit. 'In arbeidersbuurten raak je vrienden kwijt als je naar de universiteit gaat.' Er zijn studiebeurzen voor kansarme jeugd, maar die zetten weinig zoden aan de dijk: het zijn er maar zestien per jaar.

In de laatste Teaching Quality Assessment van de Scottish Higher Education Funding Council scoorde Strathclyde 'excellent' in acht vakken. Principal John Arbuthnott noemt het een hele prestatie om de kwaliteit op peil te houden bij de jaarlijkse 'efficiency-verhogingen, lees bezuinigingen'. De universiteit krijgt nu 35 procent minder geld per student dan in 1989.

Academic registrar Sue Mellows, verantwoordelijk voor onderwijs, moet weinig hebben van het nationale beoordelingssysteem voor onderwijskwaliteit. 'Een enorme bureaucratie, een schandalige tijdsverspilling.' En al helemaal niet van de 'ratings', de hitlijsten die Britse kranten op basis daarvan opstellen. 'Die zijn misleidend en contraproductief.'

Mellows heeft voor elkaar gekregen dat er 1,7 miljoen gulden per jaar wordt uitgetrokken voor onderwijsexperimenten. 'We hebben nog teveel standaardonderwijs, we moeten investeren in nieuwe onderwijstechnologieën, zoals teleleren en multimedia.' Volgens Mellows is onderwijs de kracht van Strathclyde. 'De poen zit in het verkopen van onderwijs, niet van onderzoek.' Het streven van Arbuthnott is om beide op hoog peil te krijgen, waarbij het onderzoek het onderwijs zou moeten 'bevruchten'.

Met de onderzoekskwaliteit lijkt weinig mis. Volgens de Research Assessment Exercise 1996 is Strathclyde ook hier nummer drie van Schotland, na Edinburgh en St. Andrews. Een kwart van de staf werkt in departments die 'zeer goed' scoren, zoals Strathclyde Business School (een van de beste in het Verenigd Koninkrijk). Eén groep scoort zelfs 'excellent', Immunologie. 'We willen vijven consolideren en van vieren vijven maken', verklaart deputy principal Susan Shaw, die belast is met de portefeuille onderzoek.

Strathclyde profileert zich met uitstekend onderzoek op een breed terrein in combinatie met een ondernemende, praktische instelling. Dat heeft Strathclyde volgens West tot een van de succesvolste Britse universiteiten gemaakt in het commercialiseren van kennis. Strathclyde heeft - ter aanvulling op de slinkende overheidsfinanciering - een eigen onderzoeksinkomen van 68 miljoen gulden opgebouwd, met daarnaast 17 miljoen uit advieswerk, zegt Jim Houston, adjunct-directeur onderzoek en consultancy.

Contractonderzoek gebeurt op basis van 'full overhead recovery'. Dat betekent 110 procent van het salaris van de onderzoeker. 'Als een bedrijf maar 70 procent wil betalen, zouden wij dat bedrijf subsidiëren. Dat kan, maar dan moet er iets tegenover staan, zoals een goed octrooi.' Een deel van het onderzoek gebeurt onder strikte geheimhouding achter gesloten deuren, zoals dat naar flexibele driedimensionale spiegels voor de auto-industrie.

Zeer lucratief is de octrooiportefeuille op het gebied van nieuwe medicijnen. 'Onze royalties zijn 7 tot 10 miljoen gulden per jaar, meer dan elke andere Britse universiteit', zegt West. Alleen al aan licenties op Atracurium, een spierontspannend middel, is 24 miljoen gulden verdiend. Veelbelovend is het nieuwe antikankermedicijn Leucovorin. Mede dankzij zulke 'cash-cows' heeft de universiteit onlangs het nieuwe, 48 miljoen gulden kostende Strathclyde Institute for Biomedical Sciences kunnen neerzetten.

Probleem voor Strathclyde is de lokatie. De Schotse economie wordt gedomineerd door midden- en kleinbedrijf, met weinig grote concerns, en al helemaal niet op het terrein van computers of geneesmiddelen. 'De Glaxo-Wellcomes en SmithKline Beechams van deze wereld zitten elders', zegt Shaw. Vanwege de devolutie - de toenemende autonomie van Schotland binnen het Verenigd Koninkrijk - is er veel druk op de universiteit om zich meer op de regionale economie te richten. 'Maar we moeten over de Schotse grenzen kijken, ons nationaal en internationaal oriënteren', vindt Houston.

Niet dat die internationale oriëntatie nu niet bestaat, trouwens. Op de campus lopen zo'n duizend buitenlandse studenten rond (8 procent van het totaal), vooral afkomstig uit Zuid- en Oost-Azië. Een oude traditie in Strathclyde: al rond 1860 was er een Japanse 'student' die in feite opdracht had de Schotse industrie te bespioneren. 'Strathclyde-alumni hebben in India en Maleisië heel wat bruggen gebouwd, en daar bouwen wij op voort', zegt Janice Brownlee, hoofd van het International Office.

Het gaat natuurlijk niet alleen om een ideële missie, maar ook om geld. Overseas students - die de full fee betalen, wat kan oplopen tot 37 duizend gulden per jaar bij science-vakken - staan garant voor een geldstroom van 12 miljoen gulden per jaar. Wel een onzekere inkomstenbron, aldus West. 'Dat blijkt nu de Aziatische valuta zijn ingestort. Ook de Golfoorlog kostte ons geld: onze Iraki studenten konden hun fees niet meer betalen.'

De universiteit wil het aantal buitenlandse studenten opvoeren. Ook moet het internationaliseringsbeleid worden uitgebouwd, onder meer door het opzetten van strategische allianties via bilaterale contacten en deelname in het Europees consortium van innovatieve universiteiten.

Secretaris Peter West ziet het management van de universiteit als een andere sterkte van Strathclyde. De basis daarvan is een verregaande decentralisatie van bevoegdheden op basis van lumpsum financiering. Een slagvaardige University Management Group (UMG) trekt de kar en probeert alle faculteiten, departments en individuen ondernemend te houden.

West: 'Management van universiteiten is speciaal soort management. Vereisthoog niveau van skills. Je moet de universiteit bedrijfsmatig bekijken, maar niét als een bedrijf zien. Dan gaat het mis.' Een goeie mix van top-down en bottom-up essentieel. 'Onze UMG is een instellingsteam, maar daarin zitten wel decanen die door de faculteiten zijn gekozen.'

De grote uitdaging voor Strathclyde is het vergroten van de financile onafhankelijkheid, zegt West. Van het jaarinkomen van 324 miljoen gulden komt 55 procent van de overheid, 45 procent uit eigen bronnen zoals octrooien, commerciële activiteiten en donaties (in tien jaar werd 48 miljoen gulden binnengehaald voor research fellowships en leerstoelen).

'Die 45 procent is een aardige uitgangspositie, maar andere universiteiten, zoals Warwick, doen het beter', meent West. Het zal ook beter moeten, want de overheidsbijdrage slinkt al jaren, dit jaar 5,5 procent. Daarop reageert de universiteit met bezuinigingen (via vervroegde uittreding). Maar bezuinigingen zijn volgens West in de toekomst onvoldoende. 'We moeten ook ons inkomen vergroten om het primaire proces te kunnen ondersteunen."

Daarom heeft principal Arbuthnott het ambitieuze plan opgevat om van Strathclyde de eerste Schotse universiteit te maken die het overgrote deel van haar inkomen uit private bronnen haalt. Arbuthnott spiegelt zich aan MIT (Massachussetts Institute of Technology), dat maar 27 procent van haar inkomen van de federale overheid krijgt. Binnen dertig jaar moet het zover zijn. Het strategisch plan voor 2000/2001 mikt op 20 procent meer contractonderzoek, en 80 procent meer inkomsten uit royalties.

Het plan staat nadrukkelijk in het licht van het rapport van de commissie-Dearing - waarin Arbuthnott zitting had - dat voor het hoger onderwijs een toekomst voorziet met steeds meer studenten en steeds minder overheidsfinanciering. Om toch te kunnen investeren in 'levenslang leren' is private funding onmisbaar, aldus de commissie. De regering-Blair is al begonnen met de introductie van collegegelden. In Strathclyde vragen ze zich bezorgd af wat de studenten in ruil voor dat geld zullen gaan eisen.

Die studenten betonen zich nu - afgezien van de fee-plannen - over het algemeen content. Ze zijn geen 'militant lot', had voorlichter Margaret Robertson al gewaarschuwd. In het enorme, sombere bolwerk van de Students' Union blijkt dat al snel. Hier zijn talloze bars gevestigd die in felle concurrentiestrijd zijn gewikkeld met de pubs downtown, benevens de bondskantoren, studentenkrant Telegraph en radiostation Fusion FM.

Vice-president Andrew Grant van de Union heeft het 'razend druk' maar wil de Nederlandse journalist tussen zijn rinkelende telefoons wel even te woord staan. De Union zit namens de 14 duizend studenten in Senaat en UMG, is de grootste van Schotland, heeft een jaaromzet van bijna 17 miljoen gulden en is 'completely en utterly apolitical'. Politieke vlugschiften van welke signatuur dan ook zijn in het gebouw verboden, aldus Grant.

's Avonds vergadert de Student's Representative Council over de samenstelling van commissies. Brave blikjes frisdrank gaan rond. Elke kandidaat moet een speech van één minuut houden, waarna de stembriefjes door een soort butler worden opgehaald. Na elke verkiezing volgt massaal schoengeroffel, streng afgehamerd door de voorzitter in zijn gebeeldhouwde stoel.

Nee, Andrew Grant - student marketing - en zijn collega's piekeren nog niet over de toekomst. En dat hoeven ze ook niet, want ze zullen er door de Strathclyde Careers Service soepeltjes heen worden geleid. Dit paradepaardje, door werkgevers geprezen als een van de nuttigste in de UK, stoomt studenten via 'career education' binnen en buiten het curriculum, vakantiewerk- en stagebemiddeling en een vacaturebank klaar voor de arbeidsmarkt. Strathclyde-alumni kunnen er levenslang een beroep op blijven doen.

Elk jaar organiseert de Careers Service de 'Scottish Graduate Fair' op de campus. Omdat het aanbod van afgestudeerden zo groot is, richten grote Britse werkgevers zich in hun landelijke recruteringscampagnes nog maar op een paar universiteiten, waaronder Strathclyde. Mede dankzij de Service komen Strathclyde-afgestudeerden sneller aan het werk dan hun collega's bijandere Schotse universiteiten. Na een jaar is nog maar 2 procent werkzoekend, stelt Audrey McCulloch van de Service vast. John Anderson zou trots zijn. Zijn 'Useful Learning' vindt nog steeds aftrek.

In de serie Netwerk (van ondernemende en innovatieve universiteiten, waaronder de UT) verschenen vanaf vorig jaar mei reportages over Barcelona, Aveiro, Dortmund, Hamburg/Harburg en Warwick.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.