Trendwatchers, decanen en jongeren, over één ding zijn ze het eens: de campus is uit. Studenten houden niet van de rust en ruimte die het tussen de gebouwen door glooiende parklandschap met zich mee brengt. Rust sluit niet aan bij hun onrustige belevingswereld, ruimte prikkelt de zinnen niet genoeg. De stad staat voor stoer, curieus, echt en afleiding. 'Ik ben nog niet dom man. Later als ik kinderen heb ga ik wel in een dorp wonen. Nu nog niet, ik wil leven man', vat een scholier in de kantine van het Liudger college in Drachten de pointe.
'Hoewel je met de campus ook prachtige dingen kunt doen', denkt trendwatcher en jongerencultuurkenner Maarten Kleine. 'Maar dan moet je flink wat gras en rododendrons opruimen. Jongeren zijn erg op zoek naar een eigen plek. Ik zou ze hier en daar een hoekje geven, of een stukje gebouw. Tegen ze zeggen: doe d'r maar iets mee. Het mag best een beetje rommelig zijn, maar maak het niet te gek. Laat ze bij wijze van spreken vijftig soorten vlinders kweken. En wees flexibel. Jongeren hebben geen geduld voor langdurige besluitvormingsprocedures. Ze redeneren: We gaan wat doen. We gaan niet praten. Dat doen de bestuurders maar.'