De tevredenheid die het jonge echtpaar uitstraalt, past ternauwernood in het appartementje. In de nok van flat 379 betrekken de Luongs een ruimte die bestemd is voor hokkende studenten. Een keuken voor éénpansmaaltijden, een living ter grootte van een vouwcaravan, en achter het gordijn een nis met een tweepersoonsbed. Het woonkamertje voldoet tevens als atelier: op tafel staat de naaimachine van mevrouw Luong, waarmee zij kleding maakt en verstelt.
Tu man heeft een banenpool-job als witgoedreparateur, en komt net van de werkplaats. Zijn echtgenote maakt koffie, terwijl hij drie mapjes met trouwfoto's uit de kast pakt. Tussen de kiekjes zit een groepsfoto: bruid en bruidegom, in vol ornaat, omgeven door een schare van intimi. De vinger van de kleine man glijdt langs de gezichten. 'Hoofdzakelijk Nederlandse vrienden en collega's', zegt hij. 'De Vietnamezen in het gezelschap hebben we hier leren kennen.'
In de groep geen enkel familielid, en in dat opzicht vertelt de foto het verhaal van de Luongs. Thuy vy heeft vier broers en vier zussen, Tu ma groeide op in een gezin van elf. Desondanks moesten zij het op de gelukkigste dag van hun leven stellen zonder familie. Moeders en vaders, broers en zussen, opa's en oma's, ooms en tantes - iedereen lieten zij achter in het land van herkomst.
Eéns per jaar bellen de Luongs met het thuisfront. In de vijftien jaar dat Tu man hier is, keerde hij nooit terug, zelfs niet voor de begrafenis van zijn vader. Te kostbaar, zoals het voor de achterblijvers te duur is om naar Nederland te komen voor een bruiloft. Het hoort allemaal bij de grote stap.
Tu man zette hem op z'n 26ste. Beu was hij het regiem, hij weigerde nog langer te buigen voor het Noord-Vietnamese communisme. De Amerikanen verlieten Vietnam in 1975, waarna het met de vrijheid in het Zuiden snel was gedaan. Tu man voltooide in die roerige tijd een studie werktuigbouwkunde aan de Poly-technische Universiteit van Saigon, en had tot 1981 emplooi als kwaliteitscontroleur in een machinefabriek.
Maar als Zuid-Vietnamees voelde hij zich gediscrimineerd. Kapitalistische verworvenheden als televisie, radio, koelkast en broodrooster moesten worden ingeleverd, kopstukken van het oude regiem werden weggestopt in opvoedingskampen. Maar het ergste was de zwijgplicht. 'Ik moest mijn mond houden', zegt Luong. 'Met mijn mening leverde ik mijn vrijheid in.'
Een stuiver gaf hij voor zijn leven, de nacht dat hij zich met honderdveertig lotgenoten inscheepte op een oude sloep, en wegvoer van Vietnam. Twee weken dobberden zij rond als ratten in het vooronder. Niets te eten, zieken en doden aan boord. Nog ziet Tu man het lampje in de nacht, dat groter en groter werd. Het bleek een zoeklicht van een containerschip van Nedlloyd.
De honderdveertig mochten aan boord en werden in Singapore aan wal gezet. Tu man verbleef er drie maanden in een opvangcentrum.
Ondertussen was Thuy vy zestien en zat op school in Dong Nai, zeventig kilometer van Saigon. Ze bekwaamde zich in het maken van kleren, en haalde een kappersdiploma. Tot eind jaren tachtig dreef ze een eigen mode-atelier. De winst moest ze afstaan aan de regering. Die dwong haar in 1990 te gaan werken in de confectie-industrie.
'Twee jaar lang werkte ik twintig uur per dag', zegt ze. Thuy vy zuigt haar wangen in en zet bolle ogen op. 'Op het laatst woog ik nog maar vijfendertig kilo. Ik kreeg twintig dollar per maand.' Ze wilde weg. Eén van haar zussen was haar voorgegaan en woonde inmiddels in het Nederlandse Roosendaal. In 1993 vloog ze naar Amsterdam om niet meer naar Vietnam terug te keren.
Elf jaar eerder had Tu man op Schiphol gestaan. Na het broeierige Singapore leerde hij de Hollandse winter kennen in een opvangcentrum in Leerdam. 'Voor het eerst zag ik sneeuw. Ik bukte me en heb ervan gegeten. Ik besefte dat hier mijn nieuwe toekomst lag.' Hij verhuisde naar Limburg en vatte een taalcursus aan. Daarna schreef hij zich in bij de TU Eindhoven. Op een kamer boven een Eindhovense kroeg worstelde hij zich door de propedeuse werktuigbouwkunde heen.
Zijn huisbaas zat in die kroeg en verzoop de huur. Gas, water en licht werden afgesloten, en Tu man kreeg de schuld. Op aanraden van Vietnamese UT-studenten verkaste hij in 1987 naar de Twentse campus. Na twee jaar werktuigbouwkunde aan de UT, maakte hij de overstap naar de Hogeschool Enschede, waar hij in 1992 afstudeerde. Passend werk vond hij tot op heden niet.
In de liefde was hij gelukkiger: vanuit Vietnam berichtte zijn moeder dat een dochter van de bevriende Tran-familie naar Nederland zou komen. Foto's en telefoongesprekken volgden. September 1993 ontmoette Tu man de jonge vrouw voor het eerst. Thuy vy bleek zijn grote liefde.
![]()