Een ton voor een goed IT-idee

| Redactie

Een beginnend ondernemer lijkt op een te vroeg geboren baby. Als je hem niet intensief zoogt en koestert, sterft hij een snelle dood. Dit menen Jan en Paul Baan, oprichters van Baan Company. Moederliefde betekent in hun ondernemersoptiek coaching en begeleiding. En de melk? Melk is geld, veel geld. Daarom stichtten zij het Baan Silicon Polder Fund.

'Noem het de keukentafelfase', zegt fondsdirecteur Carl Bahnmuller, zelf oud-ondernemer. Hij is vanavond gastspreker van de Liaison Groep, de dienst die het ondernemerschap onder UT-studenten stimuleert. Het is 3 maart, en de Boerderij is gevuld met toekomstige ondernemers. De gebroeders Baan stelden Bahnmuller eind vorig jaar aan als directeur van het BSPF.

'Stel u voor', begint Bahnmuller zijn betoog, 'een ambitieuse IT'er zit aan zijn keukentafel. Zijn ondernemersbloed kolkt, hij heeft een briljant idee. Maar behalve een telefoon en dat briljante idee heeft hij niets. Geen kantoor, geen apparatuur, geen product, geen klanten. Wat moet hij doen? Wat kán hij doen?'

Het is de grootste stap, weet Bahnmuller, de stap van idee naar onderneming. De meest prachtige plannen sneuvelen in deze fase. Op dat prille moment wil Baan Silicon Polder Fund inspringen, legt hij uit, ter voorkoming van de wiegedood. In de eerst plaats met een zak centen, vervolgens met goede raad en cruciale contacten.

De ambitieuse IT'er moet dus de telefoon pakken, en opbellen naar Bahnmuller. Die beoordeelt, samen met andere doorwinterde ondernemers, diens idee. Is het goed, of inderdaad 'briljant', dan volgt een gesprek. Want Bahnmuller, die zelf bedrijven grootbracht maar ook failiet zag gaan, denkt zijn pappenheimers te kennen.

'In zo'n gesprek merken wij of iemand uit het goede hout gesneden is. Zijn motivatie stellen we op de proef, we taxeren iemands doorzettingsvermogen. Gelooft hij in zijn product? Wíl hij ondernemer worden? Beseft hij waaraan hij begint?' Heeft Bahnmuller fiducie in dit alles, dan gaat de knip van de beurs. De starter ontvangt maximaal één ton, en kan gaan ondernemen.

Vanaf dat moment staat een cohort van begeleiders voor hem klaar. Bahnmuller installeerde een Raad van Advies, bestaande uit succesvolle ondernemers en vakinhoudelijke experts. Hij ronselde vier officiële 'vrienden van het BSPF'. Topbedrijven, barstend van de kennis op financieel, communicatief, bedrijfskundig en personeel gebied. Hij vond ze bereid hun diensten gratis aan te bieden aan de man aan de keukentafel.

Voorwaarde is wel dat die zich op de software-markt richt. De diepere bedoeling van het fonds is om de BV Nederland op de 'internationale IT-kaart' te zetten. De Baan-broeders maken zich namelijk zorgen over de Nederlandse positie op de mondiale software-markt. Volgens hen is het IT-klimaat in de polder niet innovatief genoeg. De nadruk ligt teveel op service, en, zo waarschuwt het duo, 'service is moeilijk te internationaliseren.'

Paul Baan: 'We missen de slag omdat het te goed gaat met ons land. We drijven op onze aardgasreserves, en zetten met Schiphol en de Rotterdamse haven alles op Nederland Distributieland. Dat breekt ons op over twintig jaar. We zijn aan het potverteren.'

Hij en zijn broer stortten drie miljoen in het BSPF. 'Dat lijkt misschien weinig, maar het is genoeg om vijftig mensen te helpen. Als 10 procent succes heeft, heb je vijf Baan Company's! Ik voorspel dat dit fonds een vlinder is die een wervelstorm gaat veroorzaken.'

De Twentse LiaisonGroep is niet vies van dit soort turbulentie. Sinds 1984 draait op de campus het succesvolle TOP-project. Deze `Tijdelijke Ondernemings Plaatsen' bieden pas afgestudeerden de mogelijkheid om in de moederschoot van de UT een eigen bedrijf van de grond te trekken. Hoewel zij na zo'n jaar de keukentafel verlaten hebben, kunnen veel Toppers Bahnmullers hulp gebruiken. 'Daarom ben ik hier', zegt de oud-ondernemer. `Dat van die tafel moet men niet te letterlijk nemen. Wij kunnen prima beoordelen of iemand nog wat ruggesteun kan gebruiken.'

De diepste gedachte achter het fonds is zuiver ideëel. De christelijke geloofsovertuiging van de Baans bewoog hen tot schenking aan de samenleving. Eerst in de vorm van stichting 'Oikonomos' - reeds zes miljoen gulden groot - voor projecten in de Derde Wereld. Nu met BSPF, ter stimulering van het Nederlandse software-bedrijf.

Petje af, maar is dit niet in tegenspraak met de werking van de markt? Moet een ondernemer niet juist opzwemmen tegen de stroom? Bahnmuller denkt van niet. `Je moet het zien als een klein zetje in de rug. We willen niet betuttelen, maar stimuleren. Het kan nooit zo zijn dat iemand succesvol wordt alleen dankzij BSPF. Hij moet het zelf doen. Andersom kan wel: het is mogelijk dat geldgebrek een potentiële winner aan de kant houdt. Dát willen wij voorkomen.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.