Zo'n tachtig 'taalgekken' deden vorige week woensdagavond mee aan het tweede Groot UT-Dictee. Tv-presentator Victor Deconinck las voor. Samen met de ijverige sribenten worstelde hij zich door een achttal zinnen vol 'instinkers'.
Schrijf je productieproces nu met een c of met een k? Menigeen pende met trillende hand. Voor het Groot UT-Dictee, georganiseerd door Studium Generale in Debat, golden de regels van de nieuwe spelling. Dat maakte het niet makkelijk.
'De ideale spelling is die waarmee je bent opgegroeid', aldus taalkundige Jan van der Staak, schrijver van het dictee en voorzitter van de driekoppige jury. 'Aan iemands spelling zou je kunnen zien hoe oud hij is.' Het 'vieve ondernemende' publiek had echter maar één doel voor ogen: zo min mogelijk spelfouten maken.
Het aloude examengevoel kwam weer even boven, toen de envelop met het dictee officieel werd ontsloten. De werkdruk was niet gering: het tempo lag hoog en de zinnen waren van een dusdanig niveau dat zelfs de Deconinck moeite had ze correct uit te spreken. 'Als je een tv-presentator op z'n bek wilt laten gaan, moet je zo'n zin maken', merkte hij op.
Het dictee bestond uit acht lange zinnen. Van der Staak baseerde het op de discussie over de openingsrede van het academisch jaar en op een 'studenten-eten'. 'Het is leuk om zo'n rede een klein beetje op de hak te nemen. Ik heb de gedrukte versie in een map gestopt. Later heb ik een studenten-eten meegemaakt. Dat was allemaal heel exquis. De tekst voor deze wedstrijd is een combinatie.' Het kostte van der Staak in totaal twee werkdagen om de tekst te schrijven en uit te proberen.
Culinair
In de pauze, toen de rode UT-correctiepennen over de tafels werden verspreid, kwamen de eerste reacties los. 'Ik dacht dat het wel mee zou vallen, maar nu we napraten heb ik volgens mij toch wel veel fout', concludeerde Richard. 'Die moderne spelling is een bron van fouten.'
Rutger vond het dictee erg 'culinair'. 'Als je kookboeken uit je hoofd kent, was het een stuk makkelijker. Alle bekende makkelijk te maken fouten zaten er overigens ook wel in.'
Ine: 'Je moet er echt even bij nadenken omdat je woorden krijgt die je nauwelijks kent. Normaal doe je maar wat.' Esther vond het 'leuke zinnen' en een 'leuk verhaaltje'. 'Het was aangepast aan de tijd. Alleen sprak Victor Deconinck een beetje onduidelijk.'
Ook niet-studenten deden mee aan het dictee. Maar zij waren dit jaar in de minderheid. Volgens Van der Staak waren er minder oudere mensen en meer jongeren dan twee jaar geleden.
Mijnheer Doldersum, één van de ouderen: 'Ik heb voor de aardigheid meegedaan. Veertig fouten, schat ik. Ik ben vutter en ik las toevallig het stuk in Tubantia over dit dictee. Het is natuurlijk wel leuk. Ik zag en hoorde het alleen niet zo goed, dat was wel lastig. Maar dat kan ook aan mij gelegen hebben, hoor.'
Doldersum vond de sfeer erg goed: 'Hartstikke leuk, jonge mensen, gezelligheid, uitgelatenheid... de hele entourage. Men drinkt koffie, maar ook een pilsje. De vriendelijkheid, dat is leuk.
'Nu moet ik zeker ook kritisch zijn? Nee hoor, kritiek heb ik niet. Hooguit dat de geluidsinstallatie iets te wensen overliet. De eerste microfoon had iets duidelijker gekund.'
Paasdagen
Na de pauze moesten de dictees worden gecorrigeerd. De sheets met de 'correcte' geven verschillende keren aanleiding tot verbazing alom. 'Ten slotte' los geschreven? 'Internetsessies' met een hoofdletter? Met allerhande redenaties wordt getracht de jury te overtuigen om toch een fout minder te scoren: Paasdagen schrijf je toch ook met een hoofdletter! Het aantal fouten varieerde uiteindelijk van 72 tot vijf.
'Dat jureren is leuk werk,' vond van der Staak. 'Het valt elke keer weer op dat je een aantal dingen niet helemaal goed hebt opgezocht. Er komen vragen op je af waar je niet direct een antwoord op hebt. Het scheelt natuurlijk dat er veel studenten meedoen. Bij het nationale dictee is het verboden opmerkingen te maken. Hier niet. Daardoor krijg je wat verweer uit de zaal. Dat is leuk.'
Vijf fouten slechts had Joris van Waveren, student TCW. Hij is winnaar van Het Groot UT-Dictee 1998. Met drie fouten meer eindigde de winnaar van het vorige dictee, Martin Albering, op de tweede plaats. Derde werd Piet Brouwer met elf fouten. Een hele prestatie, vond Victor Deconinck: 'Als ik het dictee zou moeten maken? Ik zou angstig zijn voor het resultaat.' Zelfs de schrijver van het dictee had, naar eigen zeggen, vooraf maar liefst twintig fouten opgespoord in zijn eigen tekst.
Zwoegen voor de Dikke van Dale