Ongeveer een jaar geleden heb ik in de COBE al eens mijn ongerustheid geuit over de praktische invulling van de komende werktijdverkorting. In UT Nieuws van twee weken geleden las ik opnieuw over de optie '..Zo kan het personeel 36 uur per week gaan werken door vier dagen van negen uur te draaien. Daar moeten dan wel extra vrije dagen voor worden ingeleverd.'
Als privé-persoon lijkt me dat prachtig. Net als veel andere enthousiaste collega's werk ik ruimschoots negen uur per dag. Dus ik kan dan elke week een hele dag vrij nemen en hoef daarvoor slechts een halve ATV- of vakantiedag op te nemen.
Ik heb zojuist op een kladje uitgerekend dat ik slechts twee of drie vakantiedagen per jaar tekort kom om dan geen enkele week meer dan vier dagen te hoeven werken. Ik neem dan rond koninginnedag een hele week vakantie, in de zomer drie weken en met de kerst twee weken. Verder zijn er de toch al korte weken rond Goede Vrijdag, tweede Paasdag, Bevrijdingsdag, tweede Pinksterdag en Hemelvaartsdag. Dan blijven circa veertig weken over waarvoor je dus twintig vakantie- of ATV-dagen moet reserveren. Met de huidige 27 vakantiedagen en twaalf ATV- dagen plus de zeven nieuwe ATV-dagen, hoef ik dan maar twee of drie dagen te gebruiken van het stuwmeer van dagen dat ik al zoveel jaren met me meesleep.
Uiteraard werk ik dan voortaan ook echt niet veel meer dan 36 uur per week, want anders heb je niks aan die vrije dag. Kortom, door de formeel 3 procent arbeidstijdverkorting werk ik voortaan niet meer 52 uur per week maar 36 uur, ofwel 30 procent minder dan nu. Als dit scenario al gechargeerd is, dan is het niet veel. Ik voorspel dat zeer veel collega's mijn voorbeeld zouden volgen - en geef ze eens ongelijk.
Als manager van een centrale dienst voorspel ik daarom een enorm productiviteitsverlies ingeval het college van bestuur in overleg met onze lokale bonden besluit de optie 'vier dagen van negen uur' toe te staan. Bij wetenschappers zul je dat productiviteitsverlies misschien minder duidelijk waarnemen, want er is geen norm voor de benodigde tijd per wetenschappelijke publicatie. Bij de centrale diensten en nog sterker bij de doorberekende dienstverlening, zal dit echter een ramp opleveren. Ik neem namelijk niet aan dat de faculteiten bereid zullen zijn vanwege de arbeidstijdverkorting tariefsverhogingen tot 30 procent te accepteren. Ik heb nog niets gehoord van een compensatie voor de centrale diensten om extra personeel te kunnen aanstellen. Maar als die komt zal ze de 3 procent wel niet overschrijden en dus niet in de buurt komen van het werkelijke verlies.
Ik hoop op zodanig wijs beleid van ons college, dat genoemde zorg als manager overbodig blijkt te zijn.