Andringa, Johnnie: de naam karakteriseert de ondernemer. Andringa, dat is door en door Fries. Zo presenteert de drager zich ook: als een noorderling. Bedeesd, zonder poespas, een beetje stug misschien. Van voren heet hij Johnnie - dat zit meer in de hoek van Bill, Jack en Jimmy en suggereert een Amerikaans zakeninstinct. Maar die associatie kan op voorkennis berusten.
Het gaat de ondernemer namelijk voor de wind. Andringa is directeur van het Enschedese ingenieursbureau Mecal, een bedrijf dat gestaag groeit. De onderneming telt tien jaar na oprichting 35 werknemers, bezit een filiaal in Eindhoven en draait een jaaromzet van zeven miljoen gulden.
Andringa: 'Onze core business is dienstverlening op het gebied van toegepaste mechanica. We voeren allerhande sterkteberekeningen en spanningsanalyses uit voor fabrikanten van onder andere windmolens en zijspanmotoren.' De laatste jaren zijn daar eigen producten bijgekomen, zoals het ontwerp voor een supersterk betonnen constructieblok voor in de bouw.
Het gaat dus goed met Mecal. Als om dat te vieren ontving de directeur tijdens de 38-ste dies van de UT de prijs voor jong ondernemerschap. De Van den Kroonenbergprijs: tienduizend gulden groot, jaarlijks toegekend door het Universiteitsfonds, en vernoemd naar oud-rector magnificus Harry van den Kroonenberg, de man die de UT medio jaren tachtig van het predicaat 'ondernemende universiteit' voorzag.
Voor de werktuigbouwkundige Andringa overigens geen onbekende. 'Ik ben bij Van den Kroonenberg afgestudeerd', vertelt hij. 'Mijn eindopdracht bestond uit het berekenen van de levensduur van een motorfiets-zijspancombinatie. Het was Van den Kroonenberg zelf die me heeft aangespoord om daarin verder te gaan en voor mezelf te beginnen.'
Dat advies volgde hij op. Andringa besloot gebruik te maken van de TOP-regeling, het steuntje in de rug dat de UT jonge, net afgestudeerde ondernemers aanbiedt. 'Een lening van dertigduizend gulden, een kamertje bij WB met computer en telefoon. Zelf heb ik er nog een koffiezetapparaat bijgezet, en ben begonnen.'
Dat heet: begonnen met afzien, zeker dat eerste jaar. Andringa herinnert zich de lange dagen en soms zelfs nachten dat hij doorploeterde aan zijn eerste opdrachten. 'Ik was groen', zegt hij. 'Had de grotemensenwereld nog niet helemaal in de peiling. Met zo'n klant sprak ik een prijsje af, maar onderschatte stelselmatig de hoeveelheid werk.'
Winstmaken was er die eerste tijd niet bij. 'Ik leefde op minimumniveau, stopte alle omzet terug in mijn onderneming.' Na ruim een jaar nam Andringa zijn eerste werknemer in dienst, een jongen die hij kende van de universiteit. En natuurlijk moest hij hem een behoorlijk salaris betalen.
En dus verdiende de eerste Mecal-werknemer meer dan zijn werkgever. 'En de tweede ook', vult Andringa aan. 'En de derde, en de vierde, en de vijfde.' Pas na een jaar of vijf kwam de kentering. 'Die viel samen met een verschuiving in ons klantenbestand. Tot dan toe werkten we vooral voor kleinere bedrijfjes zonder eigen mechanische afdeling.'
'Grote jongens als Shell, Stork en Philips hebben ons niet nodig, redeneerde ik.' Maar via via kwamen diezelfde grote jongens Mecal op het spoor. Ze bleken wel degelijk geïnteresseerd. 'Dat had grote voordelen', zegt Andringa. 'Bij bedrijven als Philips en Fokker konden we mensen fulltime detacheren, wat zekerheid van omzet opleverde.'
Bovendien bleek het makkelijker zakendoen met klanten met know-how. 'Het valt vaak niet mee om kleine ondernemers ervan te overtuigen hoe kostbaar een bepaalde analyse is. Dan moet je alle zeilen bijzetten om een reële prijs te bedingen. Bij multinationals gaat dat anders - daar weten ze dat het uitrekenen van bepaalde sommetjes gewoon twintigduizend gulden kost.'
Zoals het doorrekenen van de bestendigheid van een windturbine bijvoorbeeld. Zo'n apparaat zwiept jaar in jaar uit z'n rondjes - hoe lang gaat dat goed? Andringa: 'Dat willen fabrikant en afnemers natuurlijk graag weten. Wij voorspellen het voor ze. Maar ook hoe groot de kans is dat het toch misgaat, en wat er dan gebeurt.'
Zodat de boer niet op een ochtend de vleugel van z'n windmolen in het dak van z'n buurman ziet staan, bijvoorbeeld. Om gruwelscenario's met zijspancombinaties maar onbedacht te laten. Mecal levert met andere woorden verantwoordelijk rekenwerk.
'Dat is onze kracht', zegt de directeur. 'Wij bieden solide, kwalitatief hoogstaande diensten en producten, waar geen klant omheen kan.' Dat mag ook niet, want Andringa moet het, volgens zichzelf, niet hebben van handige verkooppraat. 'Laat het product maar voor zichzelf spreken', mompelt hij nuchter. Dat is dan weer de Fries in Johnnie.
Johnnie Andringa: ...kwalitatief hoogstaande producten...