TO-professor als fellow naar Stanford University

| Redactie

In 1978 brengt TO-professor Wim van der Linden een bezoek aan de fameuze Stanford University in Californië bij San Francisco. Het nabijgelegen Center for Advanced Study in the Behavioral Studies, waar vijftig wetenschappers wonen en werken, trekt dan al zijn aandacht. Vorige week verkoos het Center hem tot Fellow. Van der Linden zei meteen ja.

'Een poosje uit de dagelijkse beslommeringen en me eens helemaal aan mijn vak wijden', zegt Van der Linden. Hij glimlacht. 'Een jaar volkomen vrij zijn, zoals je dat jammergenoeg op de huidige universiteiten niet meer bent.'

De TO-hoogleraar heeft duidelijk zin in zijn sabbatical. Maar het duurt nog even eer het zover is. Pas vorige week hoorde Van der Linden dat hij een fellowship krijgt. Jaarlijks valt aan vijftig wetenschappers binnen en buiten de Verenigde Staten die eer te beurt. Zo wisselt de wetenschappelijke staf van het Center elk jaar van samenstelling. Tal van disciplines komen samen; geschiedenis, antropologie, economie, onderwijs, muziek, sociologie.

'Het lijkt me leuk om te kijken of er raakvlakken zijn', zegt Van der Linden. 'Met welke disciplines ik combinaties aan kan gaan.'

Voorzover hij weet ging er niet eerder een UT'er richting Stanford. 'Ik ken geen mensen die in het Center hebben gewerkt. Wel weet ik dat gedragswetenschapper de Groot, eredoctor van TO (in 1991, red.), er ooit zijn inleiding in de methodologie schreef. Generaties gedragswetenschappers hebben dat boek gebruikt.' Van der Linden wijst naar een exemplaar in zijn boekenkast.

Zijn eigen doel is niet minder ambitieus, het schrijven van twee boeken. 'De stof zit al in mijn hoofd', zegt hij. 'Wat betreft het ene boek, een lesboek voor TO, ligt er al jaren een contract met de uitgever. Maar ik lig mijlenver achter, kom er hier niet aan toe.'

Het andere boek zal gaan over modellen voor polytome test items. 'Dat zijn modellen om scores te meten van toetsen die meer dan een simpel goed of fout als antwoord hebben.'

'Begin jaren zestig kwam de meerkeuzetest in Nederland op. Op zich een goede manier van testen, vooral omdat het grote aantal vragen een evenredige spreiding over de stof mogelijk maakt. Een praktijkopdracht bestrijkt maar een klein deel van de lesstof. Dat betekent voor studenten doorgaans veel pech of veel geluk.'

Maar met alleen multiple choice toetsen kom je er niet, weet Van der Linden. 'Andere vormen zijn ook nodig. Denk aan beroepsopleidingen. Iemand doet examen voor loodgieter of politieagent. Of neem de praktijkkant van het verkeersdiploma. Hoe beoordeel je of iemand het goed of slecht doet? Er is behoefte aan methodes die op een objectieve manier resultaten meten.'

Zulke methodes kunnen ook geschikt zijn voor assessment centers die steeds vaker ingezet worden om sollicitanten te beoordelen. 'Dergelijke centra hebben toch de naam natte-vinger-werk te doen. Die zouden bij een degelijke methode baat hebben.'

Meetmethodes ontwikkelen is een vak apart. 'Wie een multiple choice tentamen maakt, merkt ineens hoeveel daar bij komt kijken. Twee chemici vroegen eens mijn hulp voor een examen over veiligheid in de procestechniek. Ik zag in een oogopslag dat het goede antwoord op een bepaalde vraag alternatief C was. Het klopte. Of ik chemicus was, vroegen ze verbaasd. Nee, zei ik. Maar het goede antwoord is meestal langer dan de foute, omdat het meer woorden kost om een gedachte correct te formuleren dan incorrect. En zo zijn er talloze dingen waarop je moet letten.'

Een gouden tip voor rechtenstudenten ontleent Van der Linden aan het afstuderen van zijn dochter. Haar strafrechtdocent hield een praatje en roemde de tentamens uit zijn eigen studietijd, toen alle aandacht in het strafrecht nog uitging naar de vermeende dader.

"Wij kozen altijd voor het antwoord dat het meest gunstig was voor de verdachte", zei die docent, "en slaagden altijd.' Van der Linden schaterlacht. 'Dat vond ik wel een hele mooie.'

Wim van der Linden
Wim van der Linden

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.