Aan Maravge Bakir, onderhoudsmonteur in de Vrijhof, zijn een aantal dingen dubbel. Z'n leeftijd: op papier werd Bakir geboren in 1960, maar in werkelijkheid vier jaar eerder, in 1956. Hij is dus 45, maar soms ook 41. 'Mijn ouders hebben mij in Turkije pas na vier jaar aangegeven. Waarom? Ach, dat is een lang verhaal. Te lang voor nu.'
Z'n voornaam: in de Vrijhof kent iedereen hem als 'Marco', maar zo heet hij niet. 'Vanaf dag één noemde de portier me voor het gemak zo. Had ik geen problemen mee.' Inmiddels gaan er stemmen op om Maravge gewoon weer Maravge (spreek uit: Marauge, de 'v' als een 'u') te noemen. Met name Hannah de Vries van het Cultureel Centrum schijnt dat gemarco onzin te vinden. Bakir, lachend: 'Klopt. Gisteren zei ze nog: "Zo'n moeilijke naam heb jij toch niet?"'
Tenslotte z'n geboorteplaats: Bakir kwam ter wereld in het dorpje Harapmiske, maar dat heet tegenwoordig Dagici. De Turkse regering vond het nodig om de Koerdische naam van het plaatsje te vervangen door een Turkse.
Zelf is Bakir Koerd noch Turk. Goed, hij heeft een Turks paspoort. 'Maar ik ben Syrisch-orthodox', zegt hij. 'Ik behoor tot het Asyrische en Aramese volk. Thuis spreken we Aramees. Dat sprak Jezus ook, Aramees.'
In 1978 zag Bakir zich, vanwege zijn geloof, gedwongen uit Turkije te vluchten en zijn bestaan als goudsmid op te geven. Na de nodige omzwervingen belandde hij in Twente, waar hij een gezin met zes kinderen stichtte. Sinds 1997 werkt Bakir voor de UT, de eerste twee jaar als portier van de Pakkerij. 'Ik moest op letten wie naar binnen ging en wie naar buiten. Dat was een beetje saai.' Z'n huidige baan vindt hij aanmerkelijk leuker. 'Ik heb nu afwisselend werk. Allerhande reparaties, maar ook de distributie van de post.' Op de foto staat Bakir op het punt om een gordijn aan het plafond van de Agora te bevestigen.