Tot voor kort was er sprake van een bezuinigingsaanslag van 26 miljoen per jaar, als gevolg van de lening die nodig is om het vastgeodplan te financieren. Woensdag maakte het CvB echter duidelijk dat er, in overleg met de faculteitsdecanen en instituutsdirecteuren, is gekozen voor de 'maximumvariant' van 35 miljoen per jaar. Het bedrag, dat nodig is voor het versterken van de primaire processen (onderwijs en onderzoek) en het realiseren van het ambitieuze vastgoedplan (genoemde rente dus), zal vooral gevonden moeten worden door de overheadkosten te reduceren.
Hans Roosendaal kondigde namens het college van bestuur in de U-raadsvergadering van woensdag aan, dat 'de scheve verhouding tussen wetenschappelijke en ondersteunend personeel' op de UT rechtgetrokken zal moeten worden. Oftewel: de UT beschikt in vergelijking tot andere universiteiten over te veel ondersteunend personeel ten opzichte van het aantal wetenschappers.
Een vijfkoppige stuurgroep brengt voor 1 december in kaart welke secundaire processen het meest wenselijk zijn voor de ondersteuning van onderwijs en onderzoek. In een reeks bijeenkomsten zullen alle 'taakvelden' van bestaande diensten worden geïnventariseerd, beoordeeld en gewaardeerd. Van de geselecteerde taakvelden worden vervolgens nieuwe diensten gesmeed, die 'eenduidig gepositioneerd en aangestuurd' moeten worden, aldus Roosendaal.
De voorbereidingen voor de sessies met de stuurgroep zijn al gestart. In de stuurgroep hebben een collegelid, een decaan, een wetenschappelijk directeur, het hoofd PA&O en een studentlid van de universiteitsraad zitting.
De druk op de bezuinigingsoperatie wordt nog vergroot door het tekort dat dreigt te ontstaan op de instellingsbegroting voor het jaar 2002. 'De geluiden zijn op dit moment duidelijk somber', aldus CvB-portefeuille-houder Hugo Barbas tegenover de universiteitsraad. Er gaapt op dit moment een gat van 30 miljoen, dat deels het gevolg is van een verschil tussen de begrotingswensen van de faculteiten en diensten en het beschikbare budget.