![]() |
Ton van Snellenberg op een stepping stone in de Roombeek. |
Vlot loopt Van Snellenberg door de brede, lange gang van het oude kantoorgebouw van Menko, op de hoek van de Voortsweg en Hulsmaatstraat. De voormalige textielfabriek is nu het onderkomen van Projectbureau Wederopbouw Roombeek. In de vergaderzaal herinnert een luchtfoto van posterformaat aan de trieste situatie vlak na de catastrofale vuurwerkramp van 13 mei 2000. Het is het troosteloze beeld van weggevaagde woningen en bedrijfsgebouwen. Met het lege, in de as gelegen gat. Het getroffen gebied heeft in zeven jaar tijd een ongekende metamorfose ondergaan. `Het zijn niet mijn woorden,'zegt Van Snellenberg, `maar de metafoor van de wijk die als een nieuw orgaan in de stad teruggeplaatst moet worden, vind ik een mooie typering voor Roombeek.'
De alumnus bestuurskunde wijst mogelijke verbindingswegen - `de aders' - met omliggende woonwijken en het stadscentrum aan. Het is duidelijk: het gaat om een massieve operatie van hoog kaliber, nodig om Roomweek weer toekomstwaarde te geven.
Fysiek is dat een grote opgave gezien het vele sloop-, en wederopbouwwerk over een oppervlakte van 62 hectare. Anderzijds ook een mentale kwestie. `Enschede was in rouw gedompeld. Bewoners waren boos en hadden elk vertrouwen in de overheid verloren. Om dat te herstellen, was een onafhankelijke club mensen nodig die zich toelegde op de wederopbouw.' Van Snellenberg, overtuigend: `Het driekoppige team van Peter Kuenzli die directeur werd van het Projectbureau Wederopbouw Roombeek, de nieuwe wethouder stedelijke ontwikkeling en cultuur Roelof Bleker en de stedenbouwkundige supervisor Pi de Bruijn hebben er samen met een hecht team van professionele medewerkers uit alle disciplines, écht voor gezorgd dat de bewoners weer gingen geloven in de overheid.'
Benadrukt: `Dat kwam vooral door het grote leiderschap dat ze toonden en de snelheid waarmee beloften aan inwoners werden ingelost.'
![]() |
De bewaard gebleven kraterinslag. |
De programmamanager vertelt dat de wederopbouw van Roombeek op unieke wijze in gang is gezet. `De bewoners staan mede aan het roer. Drieduizend meningen op papier zijn samengevoegd tot een richtinggevend plan. We hebben daarvoor álle groepen uit de samenleving bij elkaar gebracht, zoals ondernemers, huurders, migranten en jeugd. Ook de oude buurten zijn er bij betrokken. Met lego en klei knutselden kinderen hun ideeën in elkaar. Tot aan de keukentafels toe bij mensen thuis hebben we wensen opgehaald. Zomaar een voorbeeld: de bewoners van het Roomveldje, een oude textielbuurt, waren niet zo enthousiast om oude elementen in de buurt te bewaren - `weg met `n pruttel' - terwijl de stedenbouwkundige wél voor behoud was. Daarop zijn drie opties uitgewerkt, variërend van veel, middel tot weinig behoud. De oud-bewoners mochten daar letterlijk over stemmen, en kozen voor het laatste plan. Die wens is vervolgens ook uitgevoerd.'
Nog meer voorbeelden? Van Snellenberg stelt voor de wijk in te trekken. Drie tot vier keer per week komen mensen uit het werkveld op bezoek voor een rondleiding. `Zelfs eerstejaars bestuurskundestudenten waren hier laatst. Ook morgen is het weer volle bak,' zegt van Snellenberg terwijl hij zijn zwarte opoefiets beklimt. `De gemeente Borne, Leeuwarden en Utrecht komen een kijkje nemen.'
Roombeek als inspiratiebron dus. Fietsend door de wijk zie je dat verleden, heden en toekomst samenkomen. `We behouden veel van het culturele erfgoed en geven er een nieuwe draai aan.' Hij wijst op een vervallen, voormalige textielfabriek. `Die was tot voor kort in het bezit van een Griekse investeerder en is nu weer teruggekocht door de gemeente. De kunstacademie AKI komt er te zitten en houdt er nu een festival. Wat een leven brengt dat met zich mee! De rest van het jaar zijn er nog talloze andere evenementen in Roombeek. Een belangrijk deel van het culturele aanbod van Enschede komt in deze wijk.'
De programmamanager fietst een in ere herstelde volksbuurt in met kleine, rode bakstenen rijtjeshuizen. Vier originele huizen laten zien hoe het was. `De nieuw gebouwde woningen zijn wat groter. Om toch hetzelfde aantal woningen te realiseren, zijn we hier de lucht in gegaan.' Hij wijst op een appartementencomplex van drie hoog. Monter: `Je ziet nergens auto's, hè? Die staan allemaal achter de arbeiderswoningen of in de ondergrondse parkeergarage verderop.'
![]() |
De Museumlaan naar het stadscentrum. |
Enkele winkels hebben de ruimten onder de appartementen al betrokken. `De plint, zo noemen ze deze onderste laag,' doceert Van Snellenberg. `En kijk, dit is toch ook prachtig. `De oude beek in ere hersteld.' Het idee was afkomstig van één bewoner, weet hij nog. `De stepping stones op het water maken het helemaal af. Bij mooi weer zijn hier altijd kinderen aan het spelen en dit moet je gewoon doen,' lacht Van Snellenberg en hij stapt van de ene grijze steen in het water naar de andere.
In de Lasonderbleek langs de Tollenstraat, dé plek waar het zeven jaar geleden allemaal gebeurde, is in het gras de kraterinslag van de ramp bewaard gebleven. Samen met `het verdwenen huis tussen hemel en aarde' vormt dit het monument van de vuurwerkramp. Er tegenover ligt een kleine, zwarte herdenkingssteen met daarop de namen van alle slachtoffers. `Ook een wens van de bewoners die een heel toegankelijk gedenkteken zonder hekken eromheen wilden.' Honden hebben het monument al ontdekt, tot ergernis van de buurt. Aan beide kanten van de Lasonderbleek staat een imposante rij woningen. `Dit hebben we echt heel goed gedaan,' zegt Van Snellenberg trots. `Bewoners van de ene rij hebben hun eigen woning gebouwd binnen strakke stedenbouwkundige randvoorwaarden. Het levert een prachtig beeld op van moderne herenhuizen. Het is het enige voorbeeld in Nederland waar de werkelijkheid mooier uitpakt dan de art-impression. De andere rij bestaat uit huurwoningen van een woningcorporatie. Meer uniformiteit maar nog steeds een prachtige stedenbouwkundige wand.'
Als programmamanager is Van Snellenberg vaak in de wijk te vinden. `Een goede sfeer krijg je door veel bij mensen langs te gaan, koffie te drinken en de dingen die gaaf zijn te benoemen.' Daarnaast zorgt hij dat de goede punten op de agenda komen. `Belangrijk is het vinden van de vrije ruimte, zowel financieel als inhoudelijk, en het inlossen van beloften die je als gemeente hebt gedaan.'
Negentig procent is gaaf, tien procent kan beter, vindt hij. `Hoe pakken we het aan? Een klus voor het managementteam. Niet binnen jaren, maar met de korte klap en het liefst in een goede sfeer.' Die vergaderingen ervaart de alumnus als een van z'n leukste taken. `Iedereen wil dezelfde kant uit. Kwaliteit staat voorop, in een rap tempo nemen we goede besluiten.'
Van Snellenberg, die zelf aan de rand van Roombeek woont, studeerde in 1992 af bij bestuurskunde. Daarna werkte hij als docent bij het Centrum voor Schone Technologie en Milieubeleid. Ook was hij voorzitter van de Vereniging van Eigenaren van de wijk. `Dat gaf mij de prikkels die ik zocht tijdens het schrijven van mijn proefschrift. Vooral om daarmee op te houden', lacht Van Snellenberg. `Na de ramp zocht de gemeente mensen met kennis van milieuhandhaving en vergunningverlening. De prikkels die ik zocht kon ik daar vinden. Eerst als beleidsadviseur, vervolgens als hoofd van een nieuwe afdeling handhaving. Anderhalf jaar geleden kwam deze functie op mijn pad.'
Van Snellenberg opent een poort voor de groene, ijzeren trap langs de buitenkant van het Balengebouw waar in de textieltijd katoenbalen lagen opgeslagen. Het pand doet tegenwoordig dienst als expositieruimte. Op het dak is het uitzicht groots. In de verte duikt het oude Brouwhuis op van de voormalige Grolschfabriek. De braakliggende grond wacht op bebouwing. `Dat is de laatste echte grote opgave. Er is ruimte voor veel bedrijvigheid: voor kunst en technologie, horeca, een winkelcentrum en wonen,' aldus Van Snellenberg. Het nieuwe zorgcomplex staat al flink in de steigers en torent boven het Balengebouw uit. Verderop ligt de Museumlaan, onderdeel van het Cultuurlint naar het centrum. Veel werk is al verricht, maar er is nog een hoop te doen. `Over nog een paar jaar tref je weer een totaal veranderde wijk aan,' zegt Van Snellenberg. `Er is nog genoeg moois te doen hier'.