Waarom de ene prothese beter is dan de andere

| Redactie

Zoals er rekenmodellen zijn voor de vervaardiging van deurstijlen, bestaan die er ook voor botten en gewrichtsprothesen. Nico Verdonschot is hoofd van de biomechanicasectie van het Orthopaedic Research Lab in het UMC St. Radboud in Nijmegen, waar hij onder andere modellen ontwikkelt voor knie- en heupprothesen. Eén dag in de week is hij hoogleraar implantaat biomechanica aan de UT. Vandaag spreekt hij zijn oratie uit.

Nico Verdonschot. Foto: Gijs van Ouwerkerk.
Nico Verdonschot. Foto: Gijs van Ouwerkerk.

'Er zijn heel veel soorten prothesen op de markt', vertelt Verdonschot. `Maar de optimale prothese bestaat niet. De behoefte is per patiënt verschillend. Iemand met jonge stevige botten heeft een andere prothese nodig dan iemand die lijdt aan osteoporose.' In het Orthopaedic Research Lab (ORL) probeert Verdonschot door te rekenen waarom de ene prothese beter is dan de ander.

Vaak worden prothesen met een soort botcement vastgezet. Als je met zo'n gecementeerde heupprothese gaat bewegen en lopen, komen er allerlei spanningen en krachten op het cement te staan. `Dat cement kan wel wat hebben', aldus Verdonschot. `Net als een muur, maar ook daar houdt het op een gegeven moment op. Dan vergruist het beton. Dat gebeurt op de hoeken. Je zou zeggen: maak de prothesevorm rond. Maar dan gaat de prothese in het cement draaien. Dat wil je niet hebben.'

Verdonschot zou graag weten hoe lang een bepaalde prothese meegaat. `Dat weten we in Nederland niet. Domweg omdat de levensduur niet geregistreerd wordt. In de Scandinavische landen houden ze dat al dertig jaar bij, maar in Nederland zijn we daar pas dit jaar mee begonnen. Ik pleit erg voor die registratie, maar makkelijk is het niet. Iedereen moet meedoen, anders vallen er gaten. Als een chirurg niet doorgeeft dat een prothese wordt vervangen, lijkt het of de levensduur van die prothese oneindig is. Er moet ook een koppeling komen met het overlijdensregister, want anders lijken de prothesen van overleden patiënten eeuwig mee te gaan.'

Sinds een jaar is Verdonschot, die tussen 1983 en 1989 werktuigbouwkunde studeerde aan de UT, hoogleraar implantaat biomechanica. Zijn oratie heeft hij als titel `Reizen van techniek naar kliniek' meegegeven en dat geeft volgens de onderzoeker precies aan waar de samenwerking tussen het ORL en de UT uit bestaat. `De UT is goed in technologie, in Nijmegen kennen we de klinische relevantie. We werken onder meer sterk samen met de vakgroep technische mechanica. De kennis die zij hebben over berekeningen met grote vervormingen, kunnen we in Nijmegen erg goed gebruiken. De manier waarop scheuren in deurstijlen van auto's worden voorspeld, kan ook toegepast worden op botbreuken met grote vervormingen.'

`Een orthopeed schat op basis van een röntgenfoto slechts in zo'n 35 procent van de gevallen de sterkte van het bot goed in. Het rekenmodel van de UT en het ORL doet dat met een nauwkeurigheid van 86 procent', geeft Verdonschot als voorbeeld. Een ander project waarin UT en ORL samenwerken, is het spier-skeletmodel, een 3d-simulatiemodel dat op de UT is ontwikkeld. Verdonschot: `Dat kunnen we koppelen aan de Nijmeegse modellen waarin we krachten simuleren waaraan botten en prothesen worden blootgesteld. Het helpt de orthopeed bij het plannen van chirurgische ingrepen, bijvoorbeeld als het nodig is bepaalde spieren om te leggen.' Voor dit project loopt een Vici-aanvraag.

Verdonschot doet hoofdzakelijk onderzoek aan de UT, zijn onderwijstaak is klein. In zijn oratie zal hij ervoor pleiten onderzoek en onderwijs aan universiteiten meer te scheiden. `Ik weet dat dat tegen de cultuur ingaat', geeft de hoogleraar aan. `Maar als je half docent bent en half wetenschapper, dan doe je alles half. Als je veni's, vidi's en vici's wilt binnenslepen, moet je mensen aannemen die zich voornamelijk op het onderzoek kunnen richten. Ik wil niet zeggen dat onderwijs niet belangrijk is, integendeel. Je moet het onderwijs goed laten aansluiten bij het onderzoek, maar daar kun je ook twee verschillende mensen voor aanstellen.'

Hoogleraar Nico Verdonschot spreekt zijn rede vandaag om 16.00 uur uit in het Amphitheater in de Vrijhof.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.