Scholen in de Twentse regio ondervinden vooral een lerarentekort in de bètavakken. Dat schaadt de belangen van de UT, legt ELAN-directeur Pieter Boerman uit. `Scholen moeten vaak uit nood tweedegraads leraren inzetten in de bovenbouw van havo en vwo, terwijl die docenten niet de vakinhoudelijke kennis hebben om die lessen te geven. Zo komt er een generatie vwo-leerlingen met docenten die nog nooit op een universiteit zijn geweest.'
De UT heeft belang bij goed bètaonderwijs, want dat betekent een kwalitatief goede en grotere instroom van studenten. `Dat goede onderwijs krijg je alleen met goede docenten en die goede docenten kan de UT opleiden', meent Boerman. Daarom hebben de ELAN, faculteiten EWI en TNW, het Platform Bètatechniek en twaalf scholen in de regio Enschede-Hengelo-Oldenzaal de handen ineen geslagen. In september begonnen aan de UT 18 tweedegraads leraren aan hun scholingstraject tot eerstegraads docent. ELAN-medewerkers Jan van der Veen en Carel Vaneker hebben samen met TNW en EWI het project opgezet. Andere universiteiten tonen er al veel belangstelling voor, zegt Boerman.
`Het is een zwaar programma', benadrukt hij. Twee dagen per week volgen de docenten vakinhoudelijke colleges wiskunde, natuurkunde of scheikunde. Daarnaast is het weekend bedoeld voor twee dagen zelfstudie. De overige drie dagen geven de leraren nog gewoon les op hun middelbare school. `En dat drie jaar lang', aldus Boerman. `Maar die tijd is nodig. Deze mensen komen van het niveau hbo-lerarenopleiding en ze moeten naar een wo-master. De didactiek beheersen ze, maar inhoudelijk moet je nogal wat bijscholen.'
Daarom worden alleen de meest getalenteerde en gemotiveerde docenten voor het traject geselecteerd. Boerman: `We zijn nu vier weken bezig en de mensen vinden het zwaar. Maar ze zijn erg gemotiveerd en bereid te investeren omdat ze weten dat wanneer ze straks hun graad hebben, ze erg gewild zijn. Dan krijgen ze de betere klassen en kunnen ze hogere eisen stellen.'
Genoeg om het lerarentekort aan te pakken, is het scholingstraject van tweede- naar eerstegraads niet. Maar volgens Boerman is het wel een van de instrumenten die bijdragen aan een oplossing. De instroom van de eerste lichting, 18 docenten, valt ELAN wat tegen. Boerman hoopt volgend jaar met een nieuwe, grotere groep te kunnen beginnen. `Met de komende tekorten zijn in deze regio over een periode van acht jaar tweehonderd nieuwe eerstegraads docenten in de bètavakken nodig. We moeten er dus eigenlijk 25 per jaar afleveren.'