De Koninklijke Nederlandse academie van Wetenschappen pleit voor een harde knip tussen bachelor- en masteropleiding, maar wil studenten die hun bachelortitel net niet behaald hebben, toch toelaten tot de master.
Een harde knip dwingt studenten tot een heldere studiekeuze, stelt de KNAW in een advies aan minister Plasterk. Bovendien kunnen studenten hun master dan makkelijker aan een andere universiteit volgen. Nu studeren ze vaak noodgedwongen verder aan dezelfde universiteit, omdat ze zonder bachelordiploma alleen daar vast aan hun masteropleiding mogen beginnen.
Minister Plasterk heeft in september aangekondigd dat hij “werk wil maken” van de invoering van een harde knip. Nog deze herfst komt hij met een definitief standpunt. Studentenvakbond LSVb vreest dat de maatregel tot studievertraging zal leiden.
De KNAW kiest daarom een polderoplossing: een “harde knip, tenzij”. Bachelorstudenten die bijna klaar zijn, mogen nog steeds beginnen met mastervakken, mits hun achterstand klein is (“maximaal 7,5 ects”). Om te voorkomen dat dit de mobiliteit frustreert, moet zo'n regel zowel gelden voor studenten van de eigen universiteit als voor studenten van buiten. Ook moeten de masteropleidingen meer startmomenten krijgen.
Verder pleit de KNAW voor selectie bij alle masteropleidingen. “Theoretisch kan dan een bachelor-afgestudeerde met uitsluitend zessen bijvoorbeeld worden afgewezen”, meldt het advies. Onderzoeksmasters zouden zich voortaan moeten onderscheiden met de in Nederland nu sporadisch gebruikte mastergraad Master of Philosophy (MPhil).
HOP, Ana van Es
