Gretig verzamelen ze folders op de masterbeurs in Utrecht. Maar wat ze precies willen, dat weten veel hbo’ers nog niet. Een enkele wo-bachelor kijkt verder dan de eigen universiteit: “Ik wil gewoon weten wat er nog meer is”.
Drie vierde van de bezoekers komt uit het hbo, schatten de voorlichters.“Ze hebben gewoon meer op zo’n beurs te zoeken”. Pollus Fornerod van de Universiteit Twente deelt een stand met de technici uit Delft en Eindhoven. “De hbo’er is net een middelbare scholier. Hij is klaar met zijn studie en denkt dan pas, ‘wat nu?’ Op een beurs als deze ziet hij zijn hele toekomst voor zich. Want er is meer in het leven dan dom doorgaan: dit is een beurs voor nadenkers.”
Nadenken over de masterkeuze, ook voor universitaire bachelors is doorstromen niet meer vanzelfsprekend. “Wo’ers kiezen steeds bewuster”, zegt Corine Jongeneelt van de TU Eindhoven. “Toch lijkt de bachelor-masterstructuur nog niet echt geland. De meeste studenten blijven uiteindelijk bij dezelfde universiteit”. Sophie en Alana moeten wel bewust kiezen, want hun bacheloropleiding – het University College Maastricht – biedt geen doorstroommaster. Tweedejaars Alana wil in ieder geval in Nederland blijven, voor Sophie “maakt het in principe niet uit”. Het programma, niet de plek, zal de doorslag geven. Dat geldt ook voor Liesbeth en Frans. Ze studeren psychologie, hij aan de universiteit van Tilburg, zij in Maastricht. Switchen is geen must, maar de wo’ers “willen wel weten wat er nog meer is.” Ook Gijs, tweedejaars aan de Universiteit Leiden, ziet de beurs als een kans om zich “breed te oriënteren”. Hij wil na zijn bachelor bestuurskunde de economische kant op, en dat kan niet in Leiden. En nee, dat heeft niets met de crisis te maken, hij vindt de economievakken gewoon leuker.
“De wo’ers oriënteren zich in de breedte”, zegt Hub Nijssen van de Radboud Universiteit Nijmegen. “Hbo-studenten vragen meestal, ‘ik wil deze combinatie, kan dat?’ Daarnaast zijn er ook veel die helemaal niet weten wat ze willen. Studenten vrijetijdsmanagement bijvoorbeeld, die hebben vaak geen idee wat ze met hun diploma kunnen. Veel hbo’ers willen weten wat er überhaupt voor hen mogelijk is aan de universiteit.” Dat is ook zo voor Carlijn, derdejaars personeel en arbeid. Ze komt kijken “welke masters er allemaal zijn”, maar overweegt ook een andere bacheloropleiding. “Ik weet het nog niet”, lacht ze verontschuldigend. Ook Utrecht, waar ze nu studeert, staat niet vast. “Zolang het maar in de Randstad is. Nou ja, Nijmegen kan ook nog wel.”
Ze weten misschien niet altijd wat ze willen, maar volgens Roos Numan van de UvA zijn hbo’ers wel steeds beter geïnformeerd. “Ze weten nu allemaal dat ze een schakelprogramma moeten volgen voordat ze aan een universitaire master kunnen beginnen. Dat was vroeger wel anders.” Het schakelprogramma van de Amsterdamse rechtenopleiding is zelfs te populair, zegt Fietje Huber, die de faculteit vertegenwoordigt. “We moeten gaan selecteren, alleen studenten met een zeven of hoger komen straks nog binnen.” Te veel hbo’ers verkiezen een masteropleiding boven een baan. “Dat het hbo gericht is op de praktijk en het wo op theorie, gaat er bij veel hbo’ers niet in. Voor de meesten is de universiteit vooral hoger.” “Hbo-bachelors hebben de behoefte verder te gaan”, beaamt Lukas Mouton van de Open Universiteit. “Wat ze precies willen aan de universiteit, dat weten ze vaak niet. Maar in hun beleving is het wo gewoon het hoogste”.
De hbo-bachelor lijkt minder waard sinds de invoering van het bamastelsel, zegt Fornerod van de Universiteit Twente: “Een master is niet meer iets extra, het is een vervolgopleiding geworden. Zeven jaar terug was het hbo-diploma nog een eindkwalificatie. Tegenwoordig hebben afgestudeerde hbo’ers het gevoel dat ze nog niet klaar zijn.” Dat gevoel verklaart volgens Fornerod de drukte in Utrecht. De economische crisis ziet hij op de beurs nog niet terug. Ook Roos Numan merkt er weinig van bij de UvA-stand voor geesteswetenschappen: “Anders was het bij ons wel helemaal leeg”.
“Met de crisis houden we echt geen rekening”. De twee studenten van het University College Maastricht zijn stellig: de keuze voor een weinig lucratieve vervolgopleiding staat vast – een master communicatiewetenschappen voor Sophie, taalkunde voor Alana. Het collegegeld, daar letten ze wel op. “In Scandinavië is het bijna gratis”, zegt Sophie. Ze wil liever naar Engeland, maar dat is toch erg duur. Ook voor hbo’ers Kevin en Bianca speelt geld een rol. Ze staan voor een poster van de Universiteit van Antwerpen. ‘Kijk Verder’, zegt de slogan, maar voor de tweedejaars uit Zeeuws Vlaanderen is Antwerpen vooral lekker dichtbij. En goedkoop: “Je betaalt er maar 550 euro collegegeld, tegen 1600 hier.” De crisis doet de studenten communicatie maar weinig. Kevin ziet het volgen van een master vooral als “een uitdaging om mezelf beter te ontwikkelen”.
Marleen is laatstejaars facility management in Breda, en maakt zich als enige echt zorgen over de malaise op de arbeidsmarkt. Eerst wilde ze meteen aan de slag, nu gaat ze waarschijnlijk niet eens solliciteren. “Ik hoor van vriendinnen dat het heel moeilijk is nu. Ook mijn studiebegeleider was het ermee eens: ik kan beter een master doen dan een baan nemen onder mijn niveau.” Het hbo of het wo, binnenland of buitenland, voor Marleen ligt “alles nog open”. Een hbo-master of een vervolgopleiding in het buitenland is flink duurder, maar meestal wel korter dan een universitair traject. Ze weet het nog niet.
Ook Marco twijfelt nog. Werken of studeren, het kan allebei. “Eerst maar eens uitzoeken wat ik wil, wat ik kan, wat ik leuk vind’. Hij zit in het derde jaar management, economie & recht aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Hidde, eveneens student economie, werd door een vriend meegesleept naar de beurs. “Hij vond dat ik me moest gaan oriënteren”. Eigenlijk ziet de tweedejaars een master niet echt zitten: “Studeren is niet echt mijn ding, misschien ga ik wel gewoon werken.” En de crisis? “Ach, die is dan allang weer voorbij”.
HOP, Ianthe Bato