rubriek: Onderzoek

| Redactie

De UvA maakte Ad Lagendijk (54) in 1996 'universiteitsprofessor', een luxepositie die hem vrijstelde van onderwijs en onderzoek. Vijf jaar later laat diezelfde Amsterdamse universiteit het boegbeeld verpieteren in een laboratorium met een asbestplafond. Dus pakte Lagendijk zijn boeltje en verkaste naar de Universiteit Twente.

Ad lagendijk verkast met staf en apparatuur naar de ut:

'Alle lof voor Twentse daadkracht'

Vier maanden heeft Ad Lagendijk, professor in de optica, het aangezien. Zijn laboratorium, het Van der Waals-Zeeman Instituut, moest dicht wegens asbest in het plafond. Nog zeker een half jaar zou het duren voordat zijn groep de draad van het onderzoek zou kunnen oppakken. Dat was de druppel. Want volgens Lagendijk investeerde de UvA al jaren te weinig in haar natuurwetenschappelijke faculteiten.

Hij besloot te vertrekken. Een hoogleraar met zijn reputatie kan kiezen waarnaartoe. Lagendijk: 'Ik heb gesproken met Groningen, Eindhoven, Delft en Twente.' Laatstgenoemde universiteit trok aan het langste eind. De topprofessor neemt in zijn kielzog de Armada mee.

Die bestaat uit acht tot tien door het FOM gehonoreerde onderzoeksplaatsen, voor ongeveer vijf miljoen aan state of the art-apparatuur bekostigd door hetzelfde FOM, en de jonge tophoogleraar Willem Vos - voorwaar een zilvervloot. Een uittocht van deze omvang heeft zich in de Nederlandse universitaire wereld niet eerder voorgedaan. De Volkskrant vond het voorpaginanieuws.

De UvA rouwt, de UT spint garen. Omstanders vragen zich af wat Lagendijk beweegt om voor Twente te kiezen. In het verleden liet hij zich laatdunkend uit over ingenieurs en de technische universiteiten. Laat ze bruggen bouwen en sterke waslijnen maken, fulmineerde hij zeven jaar geleden nog in een van zijn Volkskrantcolumns. Inmiddels is de campus het beloofde land.

Lagendijk: 'Wat ik toen schreef, vind ik nu nog steeds wel een beetje. Maar destijds was ik beducht voor een tweedeling in het natuurkundige landschap. Omdat ingenieurs in de politiek en het bedrijfsleven een flinke vinger in de pap hadden, lukte het ze steeds beter om geld naar de technische universiteiten te sluizen. Als zuivere wetenschapper zag ik dat met lede ogen aan.

'Steeds vaker liet EZ de aardgasbaten naar onderzoeksinstituten in Delft en Twente vloeien. Het was de tijd dat Van Vught van Stanford aan de Dinkel begon te reppen. Dat was tegen mijn zere been. Ik heb erop gewezen dat een ingenieur niet hetzelfde is als een wetenschapper. In de hoop het tij te keren.'

Maar dat lukte niet. Waar Lagendijks eigen universiteit steeds minder investeerde in vastgoed en research, verrees in Drienerlo een hypermoderne infrastructuur voor hoogwaardig onderzoek op zijn eigen gebied: het Mesa+instituut. 'Nergens anders in Nederland zijn ze in staat op submicroschaal structuren te bouwen die van doorslaggevend belang kunnen zijn in mijn onderzoek naar de eigenschappen van licht.'

Nu de geduchte tweedeling eenmaal een feit is, maakt de zuivere wetenschapper de overstap. 'Zo egocentrisch en opportuun ben ik dan ook wel weer', lacht hij. 'Maar dat moet je als wetenschapper ook zijn. Mij gaat het om de plek waar mijn werk de meeste kans van slagen heeft. Er is bij de UT veel veranderd de laatste vijf jaar. Het klimaat is hier stukkenbeter dan in Amsterdam.'

Lagendijk is wereldwijd befaamd om zijn onderzoek naar, wat hij noemt, lokalisatie van licht in random media - troebele stoffen zoals witte verf bijvoorbeeld. 'Door lucht of water beweegt een lichtstraal zich rechtlijnig voort, geheel ongestoord', legt hij uit. 'Bij de overgang van lucht naar water breekt het een keer, tegen een spiegel weerkaatst het.'

'Maar wat gebeurt er wanneer je licht ontelbare keren achter elkaar verstoort, een lichtstraal extreem vaak laat breken? Dat kan door hem in een wanordelijke, troebele stof als witte verf te laten vallen. Dan treden allerlei fundamentele veranderingen op in de eigenschappen van dat licht. In het meest extreme geval is het mogelijk om de bundel te lokaliseren - dat wil zeggen stil te zetten in de materie.'

Daarmee raakt Lagendijk aan het onderzoek van een andere, onlangs aangetrokken Twentse professor, Klaus Boller. 'Klopt', reageert Lagendijk begeesterd, 'Boller bereikt iets soortgelijks met licht in vaste stoffen die hij tijdelijk transparant weet te maken met behulp van een laserstraal. Frozen light noemt hij dat. Zeer interessant.'

Boller zal in maart, als Lagendijk begint, zijn directe buurman zijn. 'Klaus was vorige week woensdag nog bij mij in Amsterdam. Ik wist toen al dat de deal met Twente rond was, maar kon het hem nog niet vertellen. Moeilijk vond ik dat.' Behalve de infrastructuur, met als stralend middelpunt de cleanroom van Mesa+, geeft Lagendijk hoog op van zijn toekomstige collega's.

'Mesa+directeur David Reinhoudt en de faculteit TN hebben een sterke concentratie goede mensen bijelkaar gebracht. Behalve Boller zitten er mannen als Detlef Lohse en Niek van Hulst. Dat zijn prima kerels. Willem Vos en ik erbij, en er staat een stevig team. In Amerika zijn dit soort kennisconcentraties heel normaal. Je moet bijelkaar gaan zitten om mondiaal mee te kunnen tellen.'

De wetenschappers, de infrastructuur - het heeft allemaal meegewogen in Lagendijks beslissing om naar Enschede te komen. Maar een minstens zo grote rol speelde de Twentse daadkracht. 'Alle lof voor de onderhandelingssnelheid van David Reinhoudt en TN-decaan Jos de Smit', zegt hij. 'In drie weken waren we rond. Anders dan de andere kapers, kwamen zij met concrete voorstellen. Bedragen, vierkante meters. En elke toezegging werd onmiddellijk geformaliseerd. Chapeau.'

Lagendijk komt in Twente wonen. 'Dat zal even wennen zijn. Niet meer wandelen op de Dam, of even naar het Stedelijk. Maar Enschede is toch wel gezellig, hoop ik?'

Peter Buwalda


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.