Symposium met de drie eredoctores
'Vrees voor overheersende rol internet is ongegrond'
In hun monologen behandelden de drie denkers het opgegeven thema, The information Age, vanuit een persoonlijke, brede maatschappelijke visie. Manuel Castells toonde zich de multidisciplinaire maatschappijwetenschapper, Vinton Cerf de praktijkman met een fijne neus voor de nieuwste ict-ontwikkelingen, en George Whitesides de fundamentele researcher met wetenschapsfilosofische trekjes.
Castells hield zijn gehoor voor dat informatie en kennis in de geschiedenis altijd de basis zijn geweest voor maatschappelijke ontwikkeling. De impuls die de informatie- en communicatietechnologie - en met name internet - op dit moment aan die ontwikkeling geeft, is volgens hem te vergelijken met de betekenis van uitvindingen die de industriële revolutie ontketenden.
De vrees voor een te overheersende rol van internet in de maatschappij is volgens Castells echter ongegrond. 'De maatschappij heeft internet uitgevonden en niet andersom. Internet zal zich meeontwikkelen met die maatschappij.' Wel signaleert Castells belangrijke gedragsveranderingen, die aan internet toe te schrijven zijn: mensen gebruiken internet steeds meer als hulpmiddel bij het bouwen van hun eigen maatschappij, waarbij de vraag centraal staat wat voor henzelf de belangrijkste maatschappelijke waarden zijn. 'Als iemand internet gebruikt om iets toe te voegen aan zijn leven - en 95% van de gebruikers doet dat - hoeft dat niet hetzelfde te zijn als egoïsme.' Volgens Castells is 'netwerk-individualisme' een betere term.
Vinton Cerf, 'vader van het internet', relativeerde eveneens een aantal vermeende negatieve neveneffecten van het net. 'Alle slechte dingen die in de maatschappij gebeuren, zie je ook terug op internet. Maar daar zet je - net als in de maatschappij - weer iets tegenover, bijvoorbeeld in de vorm van een betere beveiliging en wetgeving. Na de invoering van de kopieermachine ontstonden er problemen over auteursrechten, maar die zijn ook opgelost.'
Van de steeds uitdijende inhoud van het net ligt Cerf ook niet wakker. 'Natuurlijk houd ik niet alles bij: ik lees ook niet elk boek dat er gepubliceerd wordt. Wij moeten zelf de kwaliteitsselectie maken in de informatie die we van het net willen halen, samen metvrienden, collega's en kennissen in wie we vertrouwen hebben. Kritisch denken wordt daarbij steeds belangrijker. Ook kinderen moet je dat bijbrengen. Vertel ze dat er net als bij boeken en televisieprogramma's, ook heel veel rotzooi tussen zit.'
Cerf signaleerde tot slot een aantal typische internetproblemen die nog om een oplossing vragen. Zo wordt een digitale handtekening inmiddels wettelijk geaccepteerd, maar is de controle op de betrouwbaarheid ervan nog niet waterdicht. Wil een bepaald land ongewenste informatie van het net weren, is dat met een grenzeloos wereldwijd web moeilijk te regelen. En het getouwtrek om domeinnamen zal alleen maar toenemen, zolang het juridsich geoorloofd blijft dat twee bedrijven dezelfde merknaam dragen als ze tenminste in verschillende branches opereren.
George Whitesides, onder meer actief op het gebied van bio- en nanotechnologie, sloot de lange sessie af (de discussie werd wegens tijdnood geschrapt) met enkele beschouwende opmerkingen over wetenschap in het algemeen. Goed en kwaad liggen volgens hem dicht bij elkaar in de wetenschap: 'Met nieuwe wetenschap kun je nieuwe wapens maken of nieuwe verdedigingsmiddelen.' Omdat de wetenschap er ook verantwoordelijk voor is dat (gevaarlijke) technologie binnen het bereik van individuen is gekomen, is de wetenschap volgens Whitesides evenzeer verplicht om een antwoord te vinden op de dreiging die daaruit voortvloeit.
'Maar het grootste risico is wel dat er mensen op de wereld zijn, die het niet leuk vinden dat wij het hier goed hebben met z'n allen. Om ons tegen hen te kunnen beschermen is het nodig om veel van ze te weten, en dat raakt al gauw aan privacyregels. Voor een Amerikaan van honderd jaar geleden was privacy bijna het allerhoogste goed, waren belastingheffingen onvoorstelbaar en was het ondenkbaar dat Amerikanen elders in de wereld een oorlog zouden uitvechten. Dat ligt nu allemaal anders. Ook voor ons geldt, dat er over 50 of 100 jaar dingen zullen zijn of gebeuren - bijvoorbeeld door ontwikkelingen in de nanotechnologie - die wij ons nu onmogelijk kunnen voorstellen.'
Menno van Duuren
Manuel Castells(foto Arjan Reef)