Verhalen van de Bata-camping

| Redactie

Zaterdagochtend, acht uur. Niet het moment waarop studenten graag wakker zijn. Maar tijdens ‘de Bata’ is alles anders. En dus is het onwaarschijnlijk druk op het UT-terrein. Zoals gebruikelijk is het gras van de UT tijdens de Batavierenrace bezet door een paar honderd kleine en grotere tenten, waar voortdurend mensen uit komen en anderen er juist net in duiken. Stuk voor stuk zijn ze vol verhalen over hoge en lage verwachtingen, goede of juist tegenvallende prestaties en het gebrek aan slaap.

Tentloos camperen

Overbodig, meent Joost Doude van Troostwijk, lopend voor Plankzeilvereniging Plankencorps. Hij bracht de nachtrust in de koude buitenlucht door, zoals hij dat gewend is. ‘Als we op surftrip zijn, doen we dit ook altijd – dat is het goedkoopst. En het is heerlijk, zolang je een goede slaapzak. Als ik dan hoor dat mensen in hun tent hebben liggen rillen… Het enige nadeel: je wordt steeds wakker van mensen die opmerkingen maken over je minimalistische kampeerstijl. Maar ik ben allang blij dat niemand me de sloot in heeft gerold.’ Doude van Troostwijk is opgestaan met een helder doel voor ogen voor als hij later deze dag zijn etappe loopt. ‘Ik wil vooral veel lol hebben. En verder, tja… Ik denk toch niet dat we eerste gaan worden…’

Topdag?

Voor wie liever wel in een tent slaapt, is het aan te raden een weloverwogen keuze te maken voor de precieze plaatsing van een tent. Een team van de Groningse studentensportstichting staat pal aan de straat waar de bussen met lopers af- en aanrijden. Even verderop werd vannacht gefeest en stond vanochtend de muziek alweer vroeg aan. ‘Het is sowieso een topdag,’ zegt één van de lopers sarcastisch. ‘Er is een tent kapot en ook ons busje heeft het begeven. Maar niet voordat we met het busje nog even geflitst zijn.’ Door de autopech misten sommige lopers hun etappe. ‘Ik denk dus dat we laatste worden, al proberen we vandaag wat goed te maken. De nachtploeg slaapt inmiddels. Zij waren helemaal kapot en hadden het ijskoud. Maar goed, volgend jaar doen we gewoon weer mee. Al kom ik dan denk ik wel met een andere instelling.’

Alles geven

Verderop vindt er bij het Eindhovense Dignitates een wisseling van de wacht plaats. Terwijl Floris Hebben stroom aftapt bij één van de lichtmasten om met zijn elektrische luchtbedpomp zijn bed klaar te maken, worden zijn teamgenoten net wakker. Hebben is uitermate positief over zijn eigen prestaties. ‘We staan nu 43e, wat best goed is voor een ongetraind team. Onze nachtploeg was echt sterk. En ja, ook ik heb vannacht veel mensen ingehaald.’ Navraag bij zijn teamgenoten leert dat Hebben de prestaties echter enigszins overschat. Het team staat ruim honderd plaatsen lager in het klassement en zo geweldig was de nachtploeg ook niet. ‘Eén van onze teamgenoten is direct na de finish over zijn nek gegaan. Hij heeft echt alles gegeven. Letterlijk!’

Prestatiegericht

Bij W.S.V. Simon Stevin – eveneens uit Eindhoven – komt zelfbenoemd ploegleider Justin Wildschut net aan met het ontbijt. ‘Ik heb even wat krachtvoer geregeld. Niet alleen chips en Schultenbräu, maar ook banaantjes. Niet onbelangrijk!’ Wildschut heeft zijn etappe al achter de rug. ‘Het was echt heel mooi. Als je in het donker loopt, zie je alleen wat lichtjes die de route aangeven. Je hoort je voetstappen en eigen ademhaling. Dat is echt heerlijk. Tegelijkertijd moet je blijven oppassen, want op sommige stukken loop je vlak langs een sloot, die je haast niet ziet. Maar het is goed gegaan, ik ben tevreden. De meeste strijd vindt bij ons plaats binnen het team en ik ben sneller dan een teamgenoot die een vergelijkbare afstand rende. Dat is mijn prestatie. Als team gaan we voor een plek boven de 300. Met 350 deelnemende teams, moet dat te doen zijn!’

'Je ziet geen reet'

Het Amsterdamse zogenaamde Sociologisch Epicentrum (SEC) hoopt hogere ogen te gooien en lijkt dat ook te doen. Dick Stroet liep vannacht als derde. ‘Het was echt heel lekker. Normaal loop je in de zon door de stad, nu loop je door de weilanden en is het helemaal stil. Je ziet geen reet en komt heel af en toe iemand tegen.’ Sander Swierts loopt pas vanmiddag. ‘Ik heb eigenlijk geen idee hoe laat ik moet, maar ik zie het vanzelf wel als ik door de bus ergens wordt afgezet. Ik doe de etappe van 5,6 kilometer, dus dat valt mee. Ik heb geen idee welke tijd ik ga neerzetten, maar ik hoop gewoon dat ik uiteindelijk misselijk van de inspanning over de finish kom. Ik ben topfit, want heb van drie tot acht geslapen, haha. Ik lag er redelijk vroeg in, maar kon pas slapen toen de ochtendploeg wegging.’

Samen delen

Twee teams van de Delftse universiteit letten beter op hun slaap. ‘We zijn wel redelijk prestatiegericht en het is gewoon heel lekker om goed te slapen. We lagen er dus om twaalf uur in,’ vertelt Marijn Wouters. ‘Maar goed, we staan met de TU nu zevende van de elf universiteitsteams, dus het kan nog beter.’ Wouters’ tent wordt weldra overgenomen door Paul Bornema, die vannacht liep voor S.N.O.T. ‘We zijn eigenlijk twee aanverwante teams. Degenen die niet in het universiteitsteam meedoen, doen bij ons mee.’

Brak

Waar bij de meeste teams de nachtploeg al terug is, wacht het Utrechtse M.B.V. Mebiose nog op de nachtelijke lopers. ‘Het ging heel goed,’ zegt Linda Mulder. ‘Maar er moet ergens iets gebeurd zijn, want één van onze lopers heeft zijn limiettijd overschreden. Daardoor hebben we een tijdstraf gekregen en zijn we gekelderd op de ranglijst. Gelukkig hoef ik zelf niet te lopen. Ik sliep om kwart over drie, maar werd wakker doordat een naar drank stinkende teamgenoot - die zelf trouwens nog moet lopen - om kwart voor vier bij me kwam liggen. Niet veel later werd de ochtendploeg wakker, met wie ik toen maar tot kwart over vijf gechilld heb. Daarna heb ik nog drie uurtjes slaap gepakt. En morgen gaat er rond acht uur weer zo’n sirene over de campus. Daarom is het zo vervelend dat de Batavierenrace altijd vlak voor Koninginnedag is. Je hebt een paar dagen om bij te komen en bent dan direct wéér brak.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.