Autopiloot

| Milan Gomes

Milan Gomes, vierdejaars ATLAS-student, studeert voor enkele maanden aan de Japanse Tohoku University en snuift daar een totaal andere cultuur op. Hoe ‘m dat vergaat lees je in deze blog ‘Milan in Japan’, die eens in de drie weken verschijnt.

Het voelt raar om dit te schrijven, maar we zijn al bijna halverwege. Over de helft, wat alle lessen betreft en al twee maanden hier. Ik werd al gewaarschuwd voordat ik ging, maar ze hadden gelijk: het is echt voorbij voordat je doorhebt.

Na twee maanden in een vreemd land ga je je wel settelen. Ik heb inmiddels een redelijk duidelijke structuur in mijn week en de meeste weekenden houd ik leeg voor uitstapjes (behalve nu, want midterms, aaaaah). Welk ritme werkt, zal voor iedereen anders zijn. Maar ik ben mijn ritme des te meer gaan waarderen nu ik me in een cultuur zo ver van mijn eigen begeef.

Cultuur van hoge context

Over die cultuur: het zal weinigen verbazen dat de Japanse vrij haaks staat op de Nederlandse. Japanners zijn ontzettend beleefd en zullen vaker sorry zeggen op een dag dan de meeste Nederlanders in een jaar. Verder is Japan een collectieve samenleving, waarin het geheel prevaleert boven het individu. Denk er dus niet aan om te praten in de bus, want dat zou anderen kunnen verstoren.

Ook is het een cultuur van hoge context, wat betekent dat mensen een stuk minder direct zijn in hun communicatie. ‘Dat zou misschien moeilijk kunnen worden’, betekent dus dat er echt geen kans bestaat dat het gaat gebeuren. En nee, dit voorbeeld heb ik niet verzonnen. Verder merk ik van dag tot dag dat de cultuur een stuk meer masculien is dan de Nederlandse. Winnen, winnen, winnen zeg maar. Nagenoeg alles wat ik studenten zie doen is competitief, zelfs wie het snelste hun Gyūdon (rijstkom) naar binnen werkt.

Inlezen is een aanrader

Dus hoe was de cultuurshock? Die viel me mee moet ik zeggen. Ik had me redelijk goed ingelezen van tevoren en had daardoor een goed en accuraat beeld van wat ik kon verwachten. Stiekem toch erg fijn als je op 30 minuten slaap aankomt. Mocht je overwegen om naar het buitenland te gaan, kan ik het echt aanraden om je in te lezen. In mijn geval kon ik een vak in Intercultureel Communiceren volgen. Zo kreeg ik niet alleen een beeld van Japan, maar ving ik er tegelijkertijd studiepunten voor.

Verder zijn mijn ervaringen in het leven van dag tot dag gemixt. Het zal u allen weinig verbazen, maar ze hebben hier echt het beste eten van de wereld. En nee, de sushi komt me de strot nog lang niet uit. Het helpt ook dat uiteten gaan hier ongeveer net zoveel kost als zelf koken. Vier euro voor een warme lunch is echt hilarisch. Verder zijn de herfstkleuren en het landschap van de buitencategorie en de zon schijnt op dagelijkse basis feller dan de Grolsch Veste schreeuwt als FC Twente scoort.

Schoolbel

Aan de andere kant worstel ik met de taalbarrière. Engels wordt maar beperkt gesproken en zelfs met 10 ECTS aan Japans, bak ik er nog weinig van. Ook zijn er een aantal dingen aan de Nederlandse cultuur die ik echt mis. De gezelligheid, de volle terrassen toen het weer het nog toeliet, het laagdrempelige VrijMiBo’tje in de verenigingskamer – überhaupt een verenigingskamer. Wat ik probeer te zeggen: als je wat langere tijd in het buitenland verblijft, word je je ook bewuster van je eigen cultuur en in mijn geval ben ik er ook meer waardering voor gaan krijgen.

Tot slot kan ik na twee maanden eindelijk ook iets (zinnigs) zeggen over het onderwijssysteem hier. Met als afstudeerrichting de onderwijswetenschappen, is dit voor mij het meest interessante aan de hele ervaring en de komende blogs zal ik dan ook veelal op het onderwijssysteem hier inzoomen. Unaniem zijn de Europese uitwisselingsstudenten het erover eens dat Japanse universiteiten echt doen denken aan de middelbare. Een schoolbel, aanwezigheidsplicht, klassen van tien tot veertig man, huiswerkopdrachten – die worden gecontroleerd, et cetera. Als ze me hadden verteld dat ik een profielwerkstuk moest schrijven, had ik het geloofd.

Het niveau van de vakken sluit hierop aan. De werklast is niet per se laag, maar er wordt wel een stuk minder van je verwacht. Waar ik voor mijn opdrachten in Nederland misschien een 7 zou krijgen, worden ik en mijn Europese medestudenten de lucht in geprezen voor ons uitmuntende werk, terwijl het echt zo spectaculair niet is. En dat sluit aan op een bredere maatschappelijke uitdaging voor de Japanse universiteiten. [Insert cliché cliffhanger zin.]

Ooh ja, en voor ik het vergeet, meer foto’s!

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.